Overweldigend
Het wonder geschiedde onmiddellijk. Met de eerste vlagen van geluid kwam het de kamer binnen op accenten, welke de hoogste poëeten niet evenaren. Ik had geen tijd meer om te vragen of 't echt was. Het overstelpte me als het geluid van een heftigen storm. Het vervoerde mij in de regionen zonder dimensies, waar de zeven hemelen gelegen zijn der ontroering. Voor één keer was de spreker een leidsman, aan wien men zich grif kon toevertrouwen, als aan een kunstenaar, die in de moeilijkste rollen den onfeilbaar juisten klank vindt, niet te veel en niet te weinig. Hij had de gave der oprechtheid tegenover de veertien duizend witte kruisen van den dooden-akker, die zich uitstrekt als voorhof van den tempel-mausoleum, dat de vermorzelde overblijfselen bevat van vijf honderd duizend gevallenen, vermalen door de kanonnen. Hij was anoniem, gelijk allen, die medewerkten aan dezen pelgrimstocht naar het rijk der schimmen. Maar men voelde, dat hij hun makker geweest was, op het stroo, in het slijk, onder het vuur en gas der hellingen van Froide-Terre en Fleury, dat hij de gruwelijke dagen, weken, maanden van 1916 en '17 had doorworsteld op de grenzen van hier en hiernamaals, in een eindelooze zieltoging.
Gelijk de recitant van een mysteriespel kon zijn stem verglijden in muziek, toen hij verhaald had, hoe de flambouw, gedragen door een blinde en geleid door twee verminkten, de treden opsteeg van den ontzaglijken sarcophaag. Geen geritsel stoort de rust van den peilloozen nacht en de zwijgende menigten van veteranen, bewegingloos als schildwachten. Zij zijn honderd duizend overlevenden. Een kalm grafgezang van Gabriel Fauré vertolkt het nooit gestilde leed, dat niemand sedert twintig jaren kan noemen en dat ieder ondergaat. Men kent de melodieën niet, die klinken als uit een andere, verre sfeer. Ook een koor uit Saint-Christophe van Vincent d'Indy, vredig en egaal, schijnt neer te zijgen uit den mateloozen koepel der sterren. Uit den toren, massief als een zerk en van vier zijden geteekend met het Kruis, dreunt de langzame roep der klok. Het gelui vervloeit onmerkbaar in den Treurmarsch der Götterdammerung, de verpletterendste en verheffendste van alle kreten, welke de mensch geslaakt heeft. Zal ik deze muziek, die tegelijk wondt en heelt, nog ooit kunnen hooren, zonder dat mijn gedachten wegzwerven naar de doodenstad van Douaumont? Voor de eerste maal leek zij haar volle macht te ontplooien in een kader, dat bij haar psychisch volumen past: met haar breed-welvend geklaag, haar rukken, haar titanische schokken, aanwaaiend van het grootste slagveld der geschiedenis.