Leugen of mystificatie
Deze veronderstelling van continuïteit kan slechts leugen zijn of mystificatie. Het is onwaarschijnlijk, hoogst ondenkbaar, het is onmogelijk dat Blum de totnutoe ingenomen positie ten opzichte van de munt zal handhaven, wanneer ook maar de helft der plannen verwezenlijkt wordt welke hij in de regeeringsverklaring aankondigt. Niemand waarlijk zal de veertig-urige arbeidsweek welke Blum belooft, rangschikken onder de sensationeele hervormingen. Niemand, zelfs niet de patroons, betwist de rechtvaardigheid, de menschelijkheid van alle salaris-verhoogingen welke de werkgevers met of zonder dwang op uitnoodiging van Blum hebben toegestemd. Maar zoowel Blum als Labeyrie weten, dat in een wereld waar diverse landen de achten-veertig-urige arbeidsweek nog niet hebben geratificeerd of toepassen met elasticiteit, de invoering der veertig uren als een onafwendbare, een vernietigende ramp zal losbreken over de Fransche nijverheid wanneer de maatregel niet tegelijkertijd gecompenseerd wordt door een devaluatie der munt. Reeds nu verkoopen verscheidene takken der Fransche industrie beneden den kostprijs, en reeds nu vermindert maandelijks de export en de binnenlandsche omzet. De geringste vermeerdering der productie-kosten zal een stillegging meesleepen van de gezamenlijke bedrijven zonder uitzondering. En de oorzaak dezer wanhopige situatie schuilt nergens anders dan in een even draconisch als gecompliceerd belastingsysteem dat ieder minister sinds jaren belooft te verlichten en dat ieder minister sinds jaren regelmatig verzwaard heeft.
Het minimum bijgevolg van Blum's programma voert rechtstreeks tot dit onvermijdelijk alternatief: óf de Fransche economie moet springen, en met haar Blum, en met Blum het heele republikeinsche bewind, óf de franc moet springen. Er is middenweg noch uitweg. Het springen van Blum of het springen der munt zal niet geschieden zonder geweldige beroeringen. Het is ook geenszins uitgesloten dat eerst de valuta in de lucht vliegt en daarna op den koop toe de socialistische minister en zijn medeplichtigen die gedurende de stakingen hebben veroorloofd dat het eigendomsrecht geschonden, de persoonlijke vrijheden verkracht, en de rechten van kapitaal tegenover arbeid geannuleerd werden. Zulke inbreuken mogen ongestraft blijven, zij blijven stellig niet ongewroken, al zou men de vergelding moeten betalen met een ruïne.
Trouwens, waarom zou enkel de franc vast staan waar alles wankelt? Waarom zou alleen de franc taboe zijn, onaantastbaar, onschendbaar, geheiligd, in dit rijk van gebalde en opgestoken vuisten waar voor 't oogenblik geen ander recht geldt dan dat der vuist en waar men trappelt van ongeduld om verdere daden te voegen bij het gebaar? Een dergelijke paradox zou naar nonsens zweemen. Neen! Het is onbekend wat de nieuwe gouverneur der Banque de France doen zal. Het is echter meer dan duidelijk wat er van hem verwacht wordt.
[verschenen: 24 juni 1936]