Een zwarte lijst
Parijs, 23 Mei [1936]
Andere tijden, andere straatroepen op de Boulevards. Men kan den zin ook omkeeren: andere straatroepen, andere tijden.
‘Koopt de lijst der jonge meisjes om te trouwen, met namen en adressen’, bulkten venters de voorbijgangers in 't gezicht... zoolang er Boulevards waren, en tot voor kort geleden. De veiligheidsscheermesjes, de trekkingslijsten der loterijen, de lijsten der niet-opgevorderde loten, hebben de jonge meisjes om te trouwen nooit kunnen verdringen. Bestonden ze, die ‘jeunes filles à marier’? Waren de adressen echt? Ik heb 't nooit geverifieerd. Er drentelen zooveel jonge meisjes rond op de Parijsche Boulevards, van den laten ochtend tot den vroegen morgen, die niets liever wenschen dan op staanden voet te trouwen, zonder formaliteiten, dat ik nooit begrepen heb hoe de catalogus der candidaten een rendeerende handel kon zijn. Te meer omdat een eenigszins volledige lijst den omvang zou moeten bezitten van een volumineuzen telefoongids, en niet van een paar velletjes rozig papier.
Dat werd 't verleden. Zij doekten op, de jonge meisjes, in het seizoen van madeliefjes en eereprijs. Als een tweede Charpentier nog ooit een tweede ‘Louise’ componeert zullen zij wellicht naast den ‘kleerkoop’ worden opgenomen onder de gewende straatroepen van Parijs. Voor vandaag zijn ze van de vlakte. Wat geen enkel marskramerartikel vermocht, lukte de politiek. De openbare vriendin No. 1 ruimde het veld voor de nummers der openbare vijanden. Men kan nergens meer van een vermouth-cassis en de excentriciteiten der stad genieten op een café-terras, of een gore snoeshaan brult u in de ooren: ‘Koopt de lijst der Twee Honderd Families, met namen en adressen.’ Tevens duwt hij u een bedrukt vod onder den neus, als ware 't een ruiker rozen, een revolver en het verloren testament eener suikertante.
Zoo dubieus de lijst was der huwbare nimfen, zoo echt is dit document van de bevoorrechten der fortuin. Wie kwam op de gedachte om van de Deux Cents Familles een voorspoedige nering te maken? Is het een geïsoleerde goochemerd? Is het een politieke partij? De redacteur der lijst bleef anoniem. Maar de samenstelling kostte hem weinig inspanning. Hij kon copieeren uit de extra-aflevering van Le Crapouillot, tijdschrift met dikwijls verdachte bijbedoelingen, dat een completen stamboom publiceerde der moderne roofridders, in een formaat om op den muur te spelden, met hun heele doopceel, met al hun vertakkingen, met de kantoren waar zij hun tantièmes opstrijken, met hun portretten, kortom met alles en nog wat. Of hij kon overschrijven uit een speciale editie van La Flèche, het weekblad van Gaston Bergery, stichter van het Front Commun dat het Front Populaire zou worden, die tot opmontering van de dansers der toekomstige Carmagnole dezelfde karwei had ondernomen, met minder illustraties doch met een bijtender tekst.