De Bruidegom
Parijs, 11 Mei [1936]
Neen, zij zijn minder slim dan ik dacht. Zij hebben, precies als de oude adel, niets vergeten, niets geleerd. Het is weer dezelfde historie van vroeger. In den roes hunner overwinning plakken de communisten affiches aan die in den ronde proclameeren wat ongeveer luidt als ‘Smerige bourgeois, je beurs of je leven!’ En tegelijk berichten zij dat ze (ondanks hun aantal en ondanks hun beloften) niet deelnemen aan het volgend gouvernement, maar 't broederlijk zullen steunen. Het wordt tijd dat die stommerds een cursus doorloopen van zakkenrollerij, racketeering en hooger gangsterisme. Naar de avondschool, naar de avondschool! Zij snappen nog niet, de onnoozelen, dat de inbreker geen kennisgeving zendt, of aan de alarm-bel trekt, alvorens een deur te forceeren. Bah! De menschelijke domheid is waarlijk ondoorgrondelijk en onmeetbaar.
Wat onvermijdelijk gebeuren moest bleef niet uit. Hun waarschuwing viel niet in doovemansooren. De smerige bourgeois die nog een kapitaaltje bezitten gingen een toertje maken naar Londen, Genève, Brussel of Amsterdam, kortom overal, behalve naar Spanje. Die bevorderaars van het vreemdelingenverkeer hadden een koffertje bij zich dat zij bewaakten als hun oogappel. Wie geen gecalligrafeerde papieren of delfstoffen van waarde te exporteeren had kocht sterlings, guldens, zweedsche kronen of belgische franken die niet zoo spoedig opnieuw zullen kelderen omdat ze pas gedevalueerd zijn. Dat meent men tenminste. In een ommezien was alles verhuisd, of onderweg, of op 't punt om de biezen te pakken, alles wat roerend was, alles waarop een draconisch gouvernement dreigde beslag te leggen in Juni. Gepulveriseerd, gevaporiseerd. Het is fantastisch zoo gauw iet kan slinken tot niet. Zoo haasten zich zelfs nooit de mieren met haar eieren wanneer men per ongeluk het dak oplicht van een nest. Laat de bandieten nu maar komen. Zij kunnen roepen ‘handen op’! Ze zullen de kas leeg vinden. Slim, niet waar? Knappe kerels, die communisten, behalve wanneer ze in de lorum zijn, letterlijk of figuurlijk, bij 't vieren van een triomf. Het resultaat was dat Sarraut, minister-ad-interim geworden, de bankiers uitnoodigde tot een conferentie. Gij kunt u voorstellen wat voor hart zij den onvoorzichtige toedragen die een vendel roovers in de vesting haalde. ‘Springen of niet springen, that is the question’ citeerden zij vanaf den drempel waar hij hen verwelkomde. ‘Vandaag wij, met onze deposito's, morgen gij, met uwe spaarkassen. Er is slechts één mensch rijker en machtiger dan de vijf Rothschlids tezamen. Dat is Monsieur iedereen.’