De rijke Académie
Het pretext van fascisme zou uitstekend te pas komen wegens de nalatenschap, want ‘de oude dame’ zit er warmpjes bij. Haar fortuin wordt geschat op meer dan één milliard. Zij is derhalve even rijk als de kloosterorden op wier vermogen de Republiek aasde in den aanvang dezer eeuw, het beruchte milliard dat verduisterd werd door een schavuit die nog altijd boet in het bagno van Guyana. Een der prinsen over wie Benoit 't had, de Duc d'Aumale, vierde zoon van Louis-Philippe, en veroveraar van Algiers, werd verbannen uit het leger en uit het land, wijl hij behoorde tot een der vorstenhuizen die in duizend jaren de Fransche natie schiepen. Om een Republiek, welke hem behandelde met zooveel ondank en uitstiet als een paria, met gelijke munt te betalen, vermaakte hij aan de Académie al zijn bezittingen, het domein van Chantilly met het kasteel, met de stallen die nog mooier zijn dan het kasteel, met het park van Le Nôtre, het bosch van 2450 hectaren, de bouwgronden, de hofsteden en een kostbare verzameling van schilderijen en kunstwerken, een Louvre-museum in 't klein. Ongeveer een jaar geleden informeerde een minister voor de eerste maal of dit onwaardeerbaar legaat door den testamentaris beheerd wordt volgens de bepalingen van den erflater. Dat was het signaal voor een campagne die nog duurt. Het uitzicht op den buit verhoogt de vinnigheid van den strijd hoewel men 't over de potverdeeling niet eens is.
Sommigen adviseeren de stichting van een soort Franschen Nobel-prijs. Anderen geven de voorkeur aan 5000 pensioenen van 6000 francs voor oude letterkundigen boven de zestig, of 200 jaarlijksche giften van 50.000 francs en 20 reisbeurzen van 100.000 voor jonge litteratoren. Het ontbreekt noch aan oude noch aan jonge schrijvers die geen bezwaren zouden hebben tegen een gouvernement dat zulke milddadige voorstellen in overweging neemt, en die geen Académie zullen beklagen welke zoo mooie veeren laat.
De plaats welke het Fransche geweten koos om zich te luchten is dus volstrekt geen asyl. Men leeft er geenszins veilig. Een nieuwe candidaat voor Guyana verbeidt met zijn kornuiten misschien reeds het uur der plundering. Het dient tot niets om zich onder dergelijke omstandigheden een apart risico op den hals te halen door een manifestatie van vrijheidszin. Maar hoe meer de Académie riskeert en hoe meer zij te verliezen hoeft, des te beteekenisvoller wordt een uiting van onafhankelijkheid die ruim een milliard kan kosten nu de tyrannen in aantocht zijn. Een milliard voor de vrijheid, waarlijk, dat is niet goedkoop maar ook niet te duur, en als les voor het huidige Europa een billijke prijs.
[verschenen: 20 mei 1936]