Op een graf
Parijs, 23 Maart [1936]
De Kamer is dood. Met een lantaarn zoekend onder de duizenden artikelen die haar uitgeleiden zult gij geen mensch ontdekken die roept: ‘Leve de Kamer’. Zij was de vijftiende der Republiek en ofschoon er aan dit cijfer niets bijzonder noodlottigs kleeft laat zij een aandenken achter van pech, wanbof, stroppen, soffen, gemodder, en andere mieserigheden. Haar felste hekelaars noemden haar ‘La Chambre Maudite’, en het is meer dan waarschijnlijk dat zij dezen bijnaam zal behouden voor de Historie.
In vier jaren versleet zij elf ministeries. Eén daarvan verdronk in het bloed van een oproer. Twee werden opgedoekt tengevolge van civiele pronunciamento's, die niet verschoonbaarder zijn dan militaire pronunciamento's. De overige acht bezweken aan de grillen, de kuiperijen, de draaiziekte der volksvertegenwoordigers. Op de kermissen verscheen een spel dat de Kamer van Afgevaardigden voorstelt, waar men met een bal of met een geweer een mannetje kan wegkogelen. Voor de grap en om geen moeite te krijgen met de politie heette de kraam: Chambre des Réputés. Alle burgers lazen: Chambre des Députés en zij gooiden of schoten erop los.
Haar batig saldo is zoo goed als nihil, haar deficit onmetelijk. Zij verlaagde het budget van vijftig milliard tot veertig. Maar de bespaarde tien milliard werden bijna geheel te niet gedaan door het foefje van buitengewone credieten, waarvoor zij een speciaal fonds schiep dat aan het budget groeide als een uitwas. In 1932, toen de overleden Kamer in functie trad, bedroeg de Openbare Schuld 282 milliard en enkele millioenen. Op 1 Januari 1933 bleek deze ballast verzwaard tot 322 milliard. Voor den huidigen datum kent men nog geen preciese getallen, maar zeker steeg het totaal boven de 340. Een verhooging van zestig milliard in vier jaar, ondanks de amortisatiekas en hare aflossingen, ondanks de schijnbezuinigingen, ondanks een conversie welke zich bepaalde tot een simpele amputatie voor de inschrijvers! De interest der leeningen waarmee het tekort der spoorwegen gedekt wordt, beliep zestig millioen in 1932. Voor 1935 klom deze post tot elf honderd millioen! Het staat ieder vrij om zich illusies te maken over de gezondheid der financiën. Deze gezondheid beantwoordt volkomen aan de beroemde definitie van den dokter-humorist die beweerde dat zij een precaire toestand is welke niets goeds voorspelt. Gedurende dezelfde periode daalden de soliedste staatsfondsen gemiddeld twintig punten. Het aantal werkloozen verdriedubbelde. Men stemde plannen die nooit, of slechts gedeeltelijk, of altijd te laat werden verwezenlijkt. Ieder zwetste en niemand sloeg de handen aan 't werk. Resultaat: nederlagen langs de geheele economische linie. Ruïnes in het onmiddellijk verleden. Rampen in het naastbije verschiet.
Doch de financieele catastrofe welke de scheidende Kamer heeft aangericht of met gekruiste armen toezag, is niet het ergste der verwijten waarmee zij overstelpt wordt. Het débâcle harer moraliteit overtreft het wanbeheer van haar bestuur. Geen enkele legislatuur heeft zoodanig in de vuilnis gebaggerd als de Vijftiende. Dat er dieven, kapers, stroopers en boeven zijn onder zes honderd afgevaardigden is normaal. Een ‘gemengd bericht’ gelijk Chautemps zei van de Affaire Stavisky. Dat zij worden vrijgesproken is vergeefelijk. Maar dat de schavuiten na een jaar hechtenis met toasten en fanfares worden gehuldigd, gaat boven alle petjes. Dat zij na hun vrijspraak kranten oprichten alsof er niets gebeurde is een toppunt. Een Frot bleef paradeeren na geknoeid te hebben met een bankroetier. Een Cot braniet nadat zijn cabinetschef gearresteerd en veroordeeld is wegens een zwendel die loopt in millioenen. Een Garat, een Bonnaure, een Raynaldy, een Renoult, allen beschuldigd van overtuigend bewezen flesschentrekkerij, hebben de Russische alliantie gestemd, en steken de vuist op in de rangen van het Front Populaire.
De incoherentie dezer Vijftiende Kamer ging samen met haar immoraliteit. Zij begon met de credieten der defensie te besnoeien. Zij ontredderde de bevelvoerende kaders door de afschaffing van vijf duizend reserve-officieren. Zij liet het anti-patriotisme der onderwijzers oogluikend toe of moedigde het aan, hoewel 't zulke angstwekkende proporties aannam dat de ouders der kinderen protesteerden. Zij veroorloofde dat de anti-Fransche propaganda zich vrijelijk ontwikkelde in Noord-Afrika en in de koloniën. Zij heeft geduld dat Frankrijk door gekleurde onderdanen gehoond en uitgejouwd werd op Parijsche meetings, in Parijsche optochten. Toen zij deze misselijke losbandigheden aanwakkerde, waande men nog dat Hitler nimmer aan het bewind zou komen. Rusland zocht nog niet naar een bondgenoot om de spits af te bijten en de kastanjes uit het vuur te halen. Herriot schrapte de schulden van Duitschland. De fameuze Gleichberechtigung werd toegekend door Boncour. Dat struisvogel-optimisme duurt tot 1935. Dan voert dat kortzichtige parlement den tweejarigen dienstplicht in. Het verdubbelt de weermacht der koloniën. Het recruteert gespecialiseerde officieren bij de vleet. Van Oost tot West reizen parlementaire commissies benauwd de grenzen af om te controleeren of kanonnen en soldaten op hun post zijn. In den nacht dat zij hun mandaat neerleggen trekken zij nog zes milliard uit als extra-credieten voor de defensie. Papieren geld natuurlijk. Schatkistbons. Inflatie! Maar zei Goering niet: ‘Geld ist Dreck!’?
De contradicties in Binnenlandsche Zaken evenaarden de incoherentie der Buitenlandsche Zaken. Gedurende meer dan drie weken heeft de Kamer getracht het verkiezingssysteem te verbeteren en een corrupte stembus te rehabiliteeren. Boter aan de galg. Op een avond was er een meerderheid voor een eerlijke methode. Den volgenden morgen werd die eerlijke methode door dezelfde meerderheid verworpen. Na een maand geleuter besloot men te stemmen zooals men gewoon was: in de gebruikelijke atmosfeer van locale egoïsmen en gekonkel. De dames in de keuken, dat spreekt vanzelf. Het vrouwenkiesrecht is zonder boe of ba weggebonjourd door de Radico-Socialistische Partij, die zich beklad zou achten wanneer men haar niet hield voor liberaal en vooruitstrevend. Van alle nieuwigheden echter waren vrouwenkiesrecht en veredeling van kiessysteem nog de minst dringende. Gewichtiger staatshervormingen, over welker urgente noodzakelijkheid het ieder eens is, zijn bedolven onder twee jaar studie, twee jaar rapporten, twee jaar paperasserij, om ten slotte achter de bank te gaan, te verdwijnen onder 't stof, uitgesteld en afgesteld. Het Schip van den Staat blijft een oude trekschuit. Zoo heeft ieder hinder maar niemand last.
Daarvoor teekende de President der Republiek 276 decreten waarmee hij ministers benoemde en onderministers. Bedroevend! Verbeeld u een bank, een fabriek, waar binnen vier jaren 276 patroons zouden defileeren in het directie-kantoor. Doch het slimste hebben wij denkelijk nog niet bijgewoond. In Juli lijkt dit parlement dat alom wordt uitgevloekt misschien een schat, een dot, en wellicht betreuren wij het als het beste der mogelijke Kamers!
[verschenen: 11 april 1936]