Fiasco
Parijs, 19 Maart [1936]
Bij een film van Antoine de Saint-Exupéry, auteur van de onvergetelijke ‘Nachtvlucht’, moet men even stilstaan, ook al fluisteren de echo's dat het niet de moeite waard is. In vertrouwen gezegd had ik mijn geloof in Saint-Exupéry reeds verloren na zijn bezoek aan Rusland. Een reis naar het rijk der Soviets is de deugdelijkste toetssteen voor iemands oprechtheid of voor zijn intelligentie. Wanneer hij terugkomt met conclusies als ‘URSS’ van Ernest Mercier, magnaat der electriciteit, voormalig geldschieter der Croix de Feu, die het wit en zwart op zijn balans zoodanig verdeelt dat hij niemand afstuit maar ook niemand lekker maakt, dan heb ik niets aan te merken hoewel ik Mercier mag verdenken het evenwicht tusschen licht en donker opgeschikt te hebben terwille van de verstandhouding en de bestellingen. (Over dit relaas van een polytechnicus die kwasi machinaal een boekje opendoet waarbij de goede verstaander kippenvel krijgt, hoop ik binnenkort uitvoeriger te spreken.) Doch wanneer hij terugkeert, gelijk Saint-Exupéry, met uitsluitend fabels in den trant van Münchhausen, die hij als Uylenspiegel tracht zijn Lamme Goedzak van een lezer op den mouw te spelden, dan is het billijk om voortaan te twijfelen aan zijn karakter of aan zijn hersens. Aan allebei zelfs. Ondanks die weinig bemoedigende voorgevoelens ben ik zijn film gaan zien, welke Anne-Marie heet.
Welnu, alleen het onderwerp reeds bewijst dat de schrijver van ‘Nachtvlucht’ in een minimum van tijd en zonder eenige gewetenswroeging lager gezakt is dan de middelmatigste der scenario-fabrikanten. Op het terrein eener groote luchtvaart-maatschappij (Caudron-Renault) vormen vijf piloten een groep apart, een groep gelijk Joseph Kessel er een beschreef en verfilmde in ‘L'Equipage’. Zij hebben geen namen doch slechts bijnamen. Zij zijn Detectieve, de Denker, de Verliefde, de Bokser, de Boer. Elk dezer onafscheidelijken heeft het uiterlijk van zijn etiquet.
Op een morgen breekt de Denker bijna den nek bij een proefvlucht. Het is de schuld van den ingenieur die de plannen teekende, roepen de vier kameraden en op een holletje rennen zij naar het studie-bureau om zijn ontslag te eischen. Dat is nooit vertoond, zelfs niet wanneer Air-France een afgedankt toestel uitzendt dat verongelukt, gelijk onlangs tweemaal gebeurde. De piloten hebben een juistere opvatting van hun taak en van de discipline. De snaken van Saint-Exupéry echter galoppeeren naar den directeur. Goed. Zij botsen tegen een meneer dien zij houden voor den ingenieur en door elkaar schudden. Hij is de portier, als in een film van Buster Keaton en andere afgezaagde moppen. Dan verschijnt de eigenlijke ‘ingenieur’. Hij blijkt een jong meisje van beneden de twintig dat wij met een passer cirkels zagen trekken op papier. Onbestaanbaar. Er zijn geen ingenieurs van beneden de twintig. Hoogstens teekenaars. De piloten van Saint-Exupéry, eer weggeloopen uit een Bohème-roman van Murger dan van een vliegveld, staan met hun mond vol tanden als verlegen scholieren. In minder dan geen tijd wint het bevallige schepsel Bokser, Boer, Denker, Verliefde en Detectieve om elk harer vijf vingers. Zij heeft hun slechts te vragen om haar piloteeren te leeren en ieder van de vijf wordt haar professor. Charmant. Maar een zuiver bakersprookje, zonder een grein van originaliteit. Uitstekend voor een tennis-scenario. Belachelijk in een milieu van luchtvaart.
Het spreekt vanzelf dat elk der vijf instructeurs in zijn binnenste verkikkerd raakt op zijn verleidelijke leerlinge. Zij heeft echter een eigen aanbidder die de Uitvinder heet, rozen kweekt, sterrenkunde beoefent, Chopin speelt, een hypermodern gemeubileerde kamer bewoont, met uitschuifbare divans, een levende incarnatie is van een Schubert-Album (Ausgewählte Lieder!) en die bijgevolg zijn hospita klinkend de wangen zoent, een triomfantelijke Polonaise aanheft, en alles overhoop gooit wanneer Die Schöne Müllerin hem de eerste blijken geeft harer genegenheid. Dat probeert frisch te zijn, naïef en juveniel. Dat is onnoozel als verlepte romantiek. Zij herinnert aan een der recente meesterwerken van het Soviet-tooneel, dezen winter opgevoerd te Parijs, dat geen acht dagen op 't programma gebleven is wegens te buitensporige beuzelachtigheid van den inhoud. De Franschen voelen misschien min of meer voor Rood. Doch aan kindsch worden zijn ze nog niet toe, en eer tot hun verbazing dan tot hun stichting bespeuren zij dat Moskou Die Blaue Blume exporteert als laatste nieuws van den vooruitgang.
Maar ik vergeet de Vijf. In hun hart jaloersch op het Schubert-Album meenen zij dat de liefde hun leerlinge van streek brengt en verstrooit in haar werk. Gezamenlijk trekken zij naar het bloemige atelier van den Uitvinder, en verzoeken hem Anne-Marie voorloopig met rust te laten. Hij is in de wolken. Hij zweert alles wat de professoren wenschen en houdt woord. Als compensatie verzinnen de groote jongens dat een hunner haar elken dag een smachtend briefje zal schrijven en zij belasten den Denker met dit bulletin van teederheden. De Denker verstrikt zich in zijn eigen netten. Hij leent zijn mascotte (een wassen balletje) wanneer Anne-Marie haar brevet haalt en stort zelf brandend omlaag wanneer hij op een acrobatisch toestel proefvliegt. De vrienden schreien een traan, maar de ingenieur heeft dezen keer geen schuld, hoewel de carburator al haperde bij het vertrek. Met een onovertrefbare vermetelheid prepareeren de leeraars hun piepjonge debutante voor een gevaarlijk record en aan het portret van den Denker belooft zij te overwinnen. Met niet minder onvervaarde lichtzinnigheid wordt zij een orkaan tegemoet gezonden. Bestaat er geen weerberichtendienst in Frankrijk? Zeker, die bestaat. Maar een vliegtuig, bestuurd door een zwakke vrouw, in bliksem en regen, is pakkend op het witte scherm en aandoenlijk.
Een tweede dwaasheid: de commandant van een vliegkamp heeft zestig bombardiers uitgestuurd in denzelfden gutsenden storm. Werden de Fransche commandanten gek? Neen. Maar Saint-Exupéry had nog een dramatische episode noodig. Anne-Marie riskeert vergruizeld te worden door de zestig bombardiers die zij moet kruisen. De Vier dolle professoren, die weer Vijf tellen omdat zij den Uitvinder in hun club hebben opgenomen, hollen naar een generaal en zetten het geval uiteen. Niets aan te doen. Het lucht-eskader is vanaf den grond niet bereikbaar. Deze nieuwerwetsche toestellen hebben nog geen radio aan boord. Klinkklare nonsens. Alle Fransche bombardeerders hebben draadlooze. Doch Saint-Exupéry vond 't boeiender om het eskader in den stikdonkeren, gierenden nacht een jager achterna te zenden met het bevel om rechthoekig te zwenken. ‘Het order wordt niet gediscuteerd’ zegt de commandant der bombardeerders. Alsof men in het leger orders discuteerde!
Ondertusschen zwalkt Anne-Marie boven Angoulème. Haar radio werd onklaar. Zij heeft nog een kwartier benzine en gilt het angstig uit. De vrienden springen in een vliegtuig en landen zonder bezwaar in de stad waarboven zij blindelings rondcirkelt. Waarom vinden zij zoo maar het veld en waarom vindt Anne-Marie het niet? Raadsel! Of liever: melodramatische bladvulling. Zij steken vuren aan en de vliegenierster ziet ze niet. Dan krijgt de Uitvinder een idée. Met zijn kameraden wipt hij in een auto en ijlt naar de electrische centrale. Onderweg halen zij den burgemeester uit zijn bed en laden hem in met den commissaris van politie. Zij dringen de centrale binnen, boksen het personeel tegen den grond. Door middel van den schakelaar die het heele net beheerscht seint de minnaar met alle lantaarns van Angoulème in Morse-schrift het bericht naar het vliegtuig: ‘Twaalf kilometer Noord, verlicht terrein!’ Anne-Marie behoeft dan nog slechts te landen en haar held om den hals te vallen in de auto.
Werkelijk, dat alles houdt geen steek. Van begin tot eind blijft het penibel dilettanten-werk. Van den burlesken kant bekeken is het te ernstig, van den ernstigen kant is 't te burlesk. Geen enkel personage en geen enkel gegeven beantwoordt aan de werkelijkheid, niet in 't groot en niet in 't klein. In ‘Nachtvlucht’ was elk woord echt. In ‘Anne-Marie’ zijn alle woorden, alle tooneelen valsch. Zal Saint-Exupéry ooit deze vergissing te boven komen? Men zou er sterk aan gaan twijfelen. Ik wensch hem echter toe dat een der hatelijkste en voor vliegeniers allerminst gepaste boutade door hem zelf bewaarheid wordt. Zij luidt: ‘Het fiasco vormt karakters, het succes cabotins.’ Moge hij een karakter hervinden door het échec van ‘Anne-Marie’ dat hij verloor in den triomf van ‘Vol de Nuit’.
[verschenen: 8 april 1936]