Als een nachtkaars
Parijs, 21 December 1935
Het Stavisky-proces begint de achtste week zijner zittingen en steeds is het getuigen-verhoor niet afgeloopen. Interesseert het publiek zich nog voor een onderwerp waarvan het de nietigste détails reeds gekauwd heeft en herkauwd bij de eindelooze séances der parlementaire enquêtecommissie? Misschien ja, misschien ook neen. De kranten wijden elken dag minstens een halve pagina van de kleinste lettersoort aan de gerechtelijke debatten. Al doorloopt de citoyen-lezer ze met een geeuw van verveling, hij zou boos worden wanneer de redactie ze bekortte of wegliet. De langdurigste en langdradigste rechtszaak van alle eeuwen voort te brengen behoort niet tot de prestaties waarvoor men de vlaggen uitsteekt, maar alles tezamen genomen is het toch een record dat geenszins in ieders bereikt ligt. Om de ongehoorde slabakkerij, uitrafeling en eentonigheid te verklaren van lieden die als de dood zijn voor saaiheid, zie ik geen betere uitlegging dan de bevrediging van een afgedwaald sportief instinct. Want dat waarheid of recht nog ooit zullen boven drijven uit dien vloed van praatjes gelooft niemand meer... Men laat recht en waarheid over aan hun lot. Wanneer deze drenkelingen bij toeval zouden opduiken, mag men hun redding beschouwen als een buitenkansje dat niets te danken heeft aan de lengte der procedure.
In de vijfde week dreigden de twaalf Gezworenen en hun zes invallers met staking. Voor het district Parijs wordt de Jury jaarlijks bij loting aangewezen uit een selectie van drie duizend onbesproken burgers die in beginsel de diverse klassen en beroepen vertegenwoordigen der maatschappij: Een daglooner en een millionnair kunnen even goed deel uitmaken van het college der Gezworenen als een winkelier of een arbeider. Aan de dagvaarding welke een juré uitnoodigt voor een zitting van het Assisen-Hof is de betrokkene gehouden te gehoorzamen en dienstweigering zonder geldige redenen wordt gestraft met een boete welke (met de opcenten) gaan kan tot 10.000 francs. In de meeste gevallen was lidmaatschap eener Jury een sinecure, een aangename plicht, een onderscheiding waarnaar gesolliciteerd werd, en een boeiend tijdverdrijf dat opwoog tegen een voorstelling in den schouwburg. Het had tot dusverre geen enkel Gezworene gehinderd dat zijn eervolle functie slechts gehonoreerd werd met een bedrag van ruim één gulden per dag. Totnutoe had een proces ook nimmer weken en maanden gesleept. Gedurende al dien tijd moest hij van 's morgens tot 's avonds zijn zaken in den steek laten, zijn gezin verwaarloozen, zijn vrouw veronachtzamen, stom als een karper, bewegenloos als een zouten zuil de versuffendste dialogen aanhooren en dat alles voor een salaris van een tiental armzalige franken. Bij het tempo waarin men marcheerde kon niemand op een maand af den datum gissen der uitspraak. Wanneer de beklaagden in appèl gingen, zat men met een da capo van den heelen potpourri. Als 't iets wilde, kwam de zwendel van Stavisky de Gezworenen duurder te staan dan de beschuldigden. Dat overschreed de grenzen der billijkheid. Een der Jurés vroeg derhalve audiëntie aan den Minister van Justitie en ontvouwde hem zijn bezwaren. De zegelbewaarder had hem in een verwijzing naar wetsartikel zooveel de onontvankelijkheid zijner klachten onder oogen kunnen
brengen. Hij had de emolumenten van een Gezworene kunnen vergelijken met het traktement van een soldaat die voor een halven stuiver per etmaal het vaderland verdedigt. Maar Léon Bérard is iemand met wien men praten kan. Hij verhoogde de Gezworenen tot vijftig francs per dag.
Wat echter dreef de Jurés tot opstand: een ordinaire centen-kwestie of de indruk, het gevoel, de zekerheid, de overtuiging, de ergernis dat zij voor 't lapje gehouden werden door rechtbank, advocaten, getuigen, beklaagden, die hen met hun nutteloos geleuter een figuur lieten slaan van baliekluivers, dat zij gewoonweg voor spek en boonen zaten bij zulke ondoelmatige, femelende en slaapwekkende debatten? De Gezworenen hebben 't niemand verteld. Maar als het bewustzijn van hun overbodigheid en tijdverknoeien de aanleiding geweest is tot hun oproerige demonstratie dan had de minister de consciëntie-stoppers waarmee zij zich lieten paaien waarlijk voor een koopje. Want na de vijfde week ging het proces door gelijk het begonnen was: als een goed van buiten geleerde, voorzichtig gemonteerde en voor geen enkelen der acteurs discrediteerende komedie, welker titel zou kunnen luiden Blauw-Blauw.
In het souffleurshokje zitten de president Barnaud en de procureur-generaal Roux. Bij deze Affaire, waar vanaf den aanvang een gouvernementeele partij geplukhaard heeft met een partij der Oppositie, incarneeren zij uiteraard de belangen van het Gouvernement. Reeds tijdens het proces van Daudet's gezelfmoorde zoontje heeft Barnaud de Republiek op de onwaardeerbaarste wijze aan zich verplicht en geen enkel onbevooroordeeld toeschouwer zal durven loochenen dat de eminente president bij dit proces diensten bewijst van niet minder gewicht. Er zijn honderd manieren om dat te doen zonder zich bloot te geven aan betichting van plichtsverzaking, van rechtsverkrachting, van ambtsmisdaad. Men rangschikt de getuigen zoo dat hun verklaringen elkaar bijna systematisch neutraliseeren. Men suggereert aan getuigen een gewenschte uitlating. Of men stelt een vraag in zulke termen dat het antwoord slechts gunstig kan uitvallen. Of men slikt een vraag in welke een getuige in 't nauw zou kunnen brengen en die den beklaagde zou kunnen ontrieven. Of men onderbreekt een getuige op een moment van bedenkelijke loslippigheid. Men intimideert den getuige. Men vaart tegen hem uit. Men scheept hem af. Men neemt hem in 't ootje. Men kleineert hem. Men zet hem aan de deur wanneer hij zich onhandelbaar toont. Men schorst de zitting, men verschuift ze naar den volgenden dag. Of men verzuimt eenvoudig om kapitale getuigen op te roepen. Men dagvaart ze op 't nippertje, een kwartier voor de sluiting en juist als zij een verre reis gaan aanvangen. Of men probeert, onder voorwendsel dat er te veel tijd verbeuzeld wordt aan futiliteiten, om alle getuigen kort en bondig te schrappen. Deze trucs en andere die wij in de puntjes zouden specifieeren als uitweiding ons leesbaar toescheen, heeft Barnaud toegepast met een virtuositeit waartegen de oppositie natuurlijk protesteert maar die geen directen vat geven op zijn rechterlijken naam, faam en waardigheid. Wie had ooit kunnen denken dat de directeur der
Sûreté Générale slechts gehoord zou worden op uitdrukkelijk verzoek der Jury? Dat de politie-inspecteur Bonny, die Stavisky als een soort van engelbewaarder of ordonnans vergezelde op den triomfantelijken weg zijner schurkerijen, niet gedagvaard zou worden als getuige? Dat men evenmin Suzanne Avril's getuigenis begeerde, die Stavisky's tusschenpersoon was op de Ministeries? Dat Barnaud niet de flauwste nieuwsgierigheid zou betoonen naar de veertig millioen (op een totaal van 250) die spoorloos verdwenen, hoewel Stavisky al zijn uitgaven nauwkeurig noteerde, en waarvan niemand weet in welke zakken zij verzeilden? Veertig millioen nochtans is geen kleinigheid.
Het ligt voor de hand dat de chloroformeerende actie van president en procureur-generaal volstrekt niet gedwarsboomd doch daarentegen vergemakkelijkt wordt door de dozijnen advocaten der een-en-twintig beklaagden. De phalanx der verdedigers betracht een solidariteit die even onmerkbaar is als aanbevelenswaardig. Zij behoefden geen afspraak te maken met de rechtbank, want voor den aanklager bieden discretie en bedachtzaamheid voordeelen van hetzelfde gehalte als voor de pleiters. Waarom zouden zij een kwestie welke Barnaud meesterlijk ontwijkt uitvorschen, verraderlijke zoeklichten richten naar een handig weggemoffelde episode, mankeerende getuigen opeischen, verzwegen bijzonderheden onderstrepen? Zij hebben daar niet het geringste belang bij. Zij zouden hun cliënten slechts schaden, hun geval verergeren. Kracht bijzetten, den nadruk leggen, de verantwoordelijkheden zoeken, aandikken, uitvallen, worden onfeilbaar verzwarende omstandigheden voor de beschuldigden. De fout vermindert niet door een minister, een hooggeplaatst ambtenaar aansprakelijk te stellen. Integendeel. De beklaagde riskeert driedubbel gezouten te worden.
Wanneer de rollen zorgvuldig verdeeld zijn blijken deze acrobatieën niet lastiger dan de platvloersche grond en in de zeven weken dat ze duren viel niemand door de mand. De eenigen van wie men soms ducht dat ze uit den band springen zijn de Gezworenen. Het hangt af van den graad hunner dressuur, hunner styleering, hunner aanpassingsvermogens of de zaak zal eindigen met een sisser. Alle ware Republikeinen zullen een diepen zucht van opluchting slaken als het zoover is. Wanneer na het requisitoir, na de pleidooien, na de deliberaties der Jury en na een zeer mild vonnis, een proces, dat begon met vlammende autobussen, met brand in het Ministerie van Marine, uitging als een nachtkaars. Bij zulk een verduistering mag de Justitie gerust enkele veeren laten. Dat is een klein offer voor resultaten van regeeringskunst, die wellicht geen bijzonder respect inboezemt, en ook geen achting, maar zeker het soort van ontzag dat men voelt tegenover sommige fantasieën der natuur.
[verschenen: 7 januari 1936]