Op de planken
Parijs, 2 October [1935]
In afwachting van Prinses Isabelle van Maeterlinck, waarin de jonge echtgenoote zal debuteeren van den grijzen dichter-filosoof, ging in minstens tien theaters het doek op over een onmiskenbare sof. Hoe konden zooveel directeurs zich tegelijk vergissen? Het zou de moeite waard zijn zulk een curiositeit van dichtbij te onderzoeken doch ik moet bekennen dat ik niet weet van welken kant haar aan te pakken omdat elk gegeven over dit collectieve abuis ontbreekt. De beste uitlegging daarom is dat het in de lucht hangt.
Het seizoen werd geopend door het Théâtre de Paris met ‘Quand nous jouons la comédie’ van den lieveling der goden Sacha Guitry. Dat heette vroeger direct met zwaar geschut beginnen, hetgeen een goede tactiek is als ze lukt, de verfoeilijkste wanneer zij faalt. Wij bevinden ons bij den wereldvermaarden auteur-acteur in het tweede geval.
Zijn stuk handelt over een beroemd paar zangers die elken avond verschijnen in een liefdesrol en niet alleen beroemd werden wegens hun stemmen, maar omdat zij sinds tien jaren voor de galerij het schouwspel vertoonen van een oprechte trouw en onbluschbare passie. Dezen avond zingen zij Werther in een theater toebehoorend aan een koddige oude Amerikaansche, schatrijk, duchesse, die bij iedere voorstelling komt breien in een loge, en die het kunstenaarspaar een prachtig contract aanbiedt voor vier jaar. De minnaars aarzelen. Na zooveel gecostumeerd geluk achter het voetlicht zouden zij de ongeschminkte liefde willen kennen in den natuurstaat. Omdat de malle oude dame een onmiddellijk antwoord gevraagd heeft op haar aanbod, beraadslagen zij tusschen hun lyrische tirades mezza-voce over de moeilijke keus, vergetend dat zij per micro zijn aangesloten met het universum, waar hun echtelijke bespiegelingen vergroot beluisterd worden in de radio. En plotseling beslissen zij dat dit hun afscheidsvoorstelling zal zijn, dat zij voortaan zullen leven voor elkaar. De breiende Amerikaansche laat een steek vallen en is allesbehalve in haar sas. Een vriend probeert hen af te brengen van hun grillig besluit. Hij overlaadt hen met waarschuwingen. Als zij zich onder vier oogen gingen vervelen? Als de liefde zou slijten in de eentonigheid? De jonge vrouw bekent hem dat zij bang zijn voor hun stem, hun naam, hun roem en bang dat een van beiden de mindere zou kunnen worden van de ander. Maar ga dan comedie spelen, zegt de vriend, die dramatisch auteur is. Ik zal een stuk schrijven over jullie geval en wij zullen het samen opvoeren. Zij weigeren. Zooals gezegd willen zij de rest hunner dagen besteden aan elkaar.
In het tweede bedrijf zien wij de ex-zangeres die uit jaloerschheid een scène maakt aan een harer kennissen van het zwakke geslacht. Daar heb je 't al. Uit de verte merkte zij in de portefeuille van haar man de foto eener vrouw. Wie is deze schoonheid? De kennis zweert en bewijst haar onschuld. De sopraan in ruste eischt van den tenor-op-non-activiteit dat hij haar de foto zal laten zien. Hemeltje! Het is haar eigen portret. Toen zij tien jaar jonger was. In de lente hunner liefde. Hij houdt dus niet van haar gelijk ze nu is? Hij bemint een herinnering uit het verleden? Is dat niet erger dan werkelijke ontrouw? Zij holt naar een boek in de bibliotheek om er een kaartje in te zetten gelijk ze hadden afgesproken te doen zoodra een van beiden los zou worden van zijn wederhelft. Lieve help: haar man had hetzelfde idee. Subiet raken zij samen de kluts kwijt. Als zij maar geen ongeluk begaat! Als hij zich maar niet voor den kop schiet! Zij volgen elkaars blikken en gebaren. Hij zou niet buiten haar, zij niet buiten hem kunnen. Voor 't eerst hebben zij verdriet, voelen zij spontaan, zijn zij geen dupe van den schijn. Zij verzoenen zich.
Wanneer het doek rijst voor den derden keer hervinden wij de fabelachtige gelieven: zij sopraan, hij tenor. Hun legendaire vlam van passie heeft geen oogenblik gewalmd. Vanavond zingen zij en hun klanken zullen opwellen uit de bronnen eener nooit gestoorde liefde. Een raadsel? Het kost maar enkele zinnen om het te ontraadselen. Wij zijn beetgenomen en erin geloopen als uilskuikens. De kortsluiting waaraan de twee minnaars leden in het vorige bedrijf was niets anders dan het stuk dat de gedienstige vriend voor hen geschreven had. Quand nous jouons la comédie! Wij hebben gebeefd voor niemendal. Wij voelen ons een beetje als spuitgasten die zijn uitgerukt voor loos alarm van een grappenmaker.
Dat is wat men vroeger noemde spijkers op laag water zoeken en het publiek heeft die spitsvondigheden niet aardig gevonden. Het toonde zich even weinig in zijn schik over de wederwaardigheden eener dame, die Marcel Brumaire dramatiseerde onder den titel Où es-tu? en die de planken betrad van het Théâtre de l'Oeuvre. In 't eerste bedrijf echtscheidt zij onbevredigd van een rijken en actieven industrieel. In 't tweede bedrijf bemint zij onvoldaan een onovertrefbaren Oostenrijkschen aristocraat. In 't derde doet zij niets doch ontleedt haar karakter aan een vriendin en deelt mede dat een Adonis haar overstelpte met blijde verwachting en dat het kind voortaan haar leven zal vullen. Des te beter; maar niet bijster nieuw of boeiend in een schouwburg die altijd respect inboezemt omdat hij indertijd Ibsen gepropageerd heeft.
Nog minder calorieën echter heeft men in de Comédie des Champs-Elysées ontwikkeld voor ‘Nina’ van Bruna Frank, waarvoor expres een actrice gehaald was uit Praag. Zij speelde in dit stuk eerst zich zelf, een bioscoopster, slavin van den roem, slavin van een regisseur, en snakkend naar een kalm, huiselijk, volmaakt geluk aan de zijde van haar wettigen echtgenoot. Daarna en daarnaast speelde zij haar dubbelgangster, die als een ondergeschoven tweeling haar plaats inneemt onder sunlights en camera's, op affiches en in de harten van haar ontelbare aanbidders, zonder dat iemand van de persoonsverwisseling lucht krijgt. Het avontuur is een charmante persiflage van moderne bioscoop-poppen die gefabriceerd worden in serie en tusschen welke men even weinig onderscheid bespeurt als tusschen twee muggen. Te Hollywood kunnen zulke dingen misschien gebeuren. Op het tooneel gelooft men niet aan realiteiten die lijken op een wonder. Men bespeurt te gauw dat het niet echt is.
De vierde pech is voor ‘Gilles de Rais’ van Albert Jean en voor 't Odéon. Historisch stuk à grand spectacle, half groote opera, half melodrama, vijf bedrijven op maat en rijm. De wapenbroeder van Jeanne d'Arc, en Maréchal de France op zijn 23ste jaar, wil de menschheid dienen, verheffen en verlossen door goud te maken. Hij redeneert ongeveer als de eerste communist, die, onder ons gezwegen, nooit bestaan heeft. Maar hij zoekt geen kapitalisten om op te lichten zooals Dunikowski, doch menschenbloed. Hij verdiept zich in de alchemie, ontspoort, verdwaalt, struikelt, vervalt van misdaad tot misdaad, en wanneer hij twee honderd skeletten van knapen begraven heeft is hij even ver van huis als van de wijs. Op zekeren dag wordt hem een brave jongen gebracht, die niet siddert van schrik doch hem bedaard en eenvoudig spreekt over God. Zijn hoogmoed zwicht, zijn monsterachtig hart wordt vermurwd, want hij meent de stem te hooren der Maagd van Orleans. Hij klaagt zichzelf aan doch weigert geoordeeld te worden door priesters, laat zich vonnissen door de ouders zijner slachtoffers en bestijgt onder gebeden van vergiffenis het schavot. Rijke materie voor allerlei uitweidingen, mooi, en geenszins banaal. Er ontbreekt niets dan de streek van het genie. Men vraagt zich voortdurend af als een verwijt, wat een Shakespeare, wat een Paul Fort gemaakt zouden hebben van een dergelijk onderwerp.
Maar een soepje dat er wezen mag is de klucht van Yvan Noé, welke eerst ‘Une femme coupée en quatre morceaux’ heette, en toen niemand op den titel afkwam ‘Une femme qui se met en quatre’ genoemd werd. De vrouw die zich uitslooft - een sensationeel circus-nummer - wordt achterna gezeten door vier nadat zij er vandoor is gegaan met een vijfden. Zij denken haar te vinden en het is een andere, die zich niet elken avond laat doorzagen, doch die handig en verleidelijk genoeg is om de vier vliegen te slaan in één klap. Deze potpourri van circus, musichall, acrobatie en clownerieën wordt afgedraaid in Les Variétés waar eertijds La Veine en Topaze hun reis om de wereld aanvingen. Zonder kwaadwilligheid en zonder speciaal een nurks te zijn zou men van decadentie kunnen spreken.
Er is dus niets? Zeker, er is Maurice Chevalier, de verloren zoon, die na een zwerftocht van zeven jaren in Californië, terugkeerde naar het vaderhuis van het Casino der Rue de Clichy. Ik waag mij niet aan een beschrijving van den dansenden harem der revue Parade du Monde waarin deze nationale grootheid optreedt en die speelt in Engeland, Zwitserland, Holland, België, Duitschland, Zweden, Noorwegen, Italië, Polen, Noord- en Zuid-Amerika. Voor den tofsten der Parijsche jongens wordt elken dag het vette kalf geslacht. Of hij een succes bleef zullen wij pas weten over een maand of drie wanneer we automatisch een deuntje neuriën. Zooals eertijds Valentine.
[verschenen: 28 oktober 1935]