Planetaire Quadrille
Wielrenners in tranen. - De horoscoop in de krant. - Revolutionnaire schoolmeesters en pantoffelhelden.
Parijs, 5 Augustus [1935]
Merkwaardig volk de Franschen. Terwijl het kwartet Mars, Venus, Jupiter, Saturnus 's avonds op den Zuider-horizon quadrille uitvoert welke sedert eind-Juni de haren der astrologen te berge doet rijzen wegens de wolken van onraad (troebelen, opstand, broederoorlog) die de dansende planeten over Frankrijk uitwasemen, rijpen de blauwe pruimen, de gele pruimen, de eierpruimen ongestoord onder het oog der veldwachters en worden geplukt door de wettige eigenaars. Gelijk in 't vers van Goethe: Ueber allen Gipfeln ist Ruh'. Gij bespeurt nauwelijks een zuchtje. Gelijk in 't vers van Baudelaire: ‘Là, tout n'est qu'ordre et beauté, Luxe, calme et volupté.’ Zooals de zeelui zeggen: Calme plat. Zijn we kwaad, gelijk de sterren zouden willen? Neen, we zijn geroerd. De Tour de France per fiets, over Alpen en Pyreneeën, over keien en macadam, is verloopen als een herders-idylle. Geen kampioen was zoo reuzig of hij stortte zijn traantje, telefonisch verspreid over het gansche land en als een wonderbalsem opgevangen door de pers. Er is geen melodrama waarbij ooit harder gehuild werd dan bij den wedstrijd der géants de la route. Antonin Magne heeft geschreid met tuiten omdat hij zijn enkel bezeerde aan een pedaal. Camusso is weggesmolten omdat hij niet meer kon. Merviel barstte uit in snikken omdat hij tuimelde. Speicher pinkte ze weg omdat hij rijden moest met steenpuisten, Archambaud omdat de slagboom van een overweg neerviel voor zijn neus. Romain Maes weende van vreugde omdat hij won en na een maand afwezigheid van den pappot zijn moeder terugzag. Voor acht honderd camera's, vijftig duizend bezoekers van de wielerbaan en met meer dan vierduizend kilometer in de beenen liet hij het zilte vocht der dichters bij stroomen over zijn wangen vlieten en veegde het af met een servet. Wij hebben zoowaar de stem der radio-reporters hooren stokken in de keel, overmand door de aandoenlijkheid van sprints waartegen hun hart niet bestand was.
Hijgend, hikkend, stamelend loosden zij hun overkropt gemoed in de micro. Er ontbrak slechts aan dat de baliekluivers hun avondblad openvouwen met oogen gezwollen van weemoed en wee, en losbreken in geweeklaag als zij aanschouwen hoe de reuzen hun dorst stillen met een fleschje Perrier.