Wolkenkoekoeksheim
Parijs, [ca. 4] Juli [1935]
Wat is het ideale vliegtuig?
Laten we zeggen dit: De machine, zwaarder dan de lucht, die bij stil weer een uur lang zoo goed als onbeweeglijk tien meter boven den haan van den kerktoren kan hangen.
Mettertijd kunnen misschien hoogere eischen gesteld worden doch voorloopig mag men daarmee volstaan. Een wedstrijd in deze richting is nog niet uitgeschreven, terwijl reeds verschillende prijzen beschikbaar zijn voor wie naar de maan gaat (in letterlijken zin natuurlijk) en ervan terugkomt om de belooning te incasseeren. De sterrevaart, of astronautiek, dankt deze voorkeur aan de omstandigheid dat de twintigste-eeuwer gebiologeerd is door de manie der snelheid. Hij heeft veel intensiever geploeterd op het probleem der beweging dan op het probleem der rust, en dat lag in den aard der dingen. Om zich in de lucht de vraag te stellen: ‘hoe stop ik mijn machine waar het mij bevalt en zoo lang ik verkies?’ moest de machine eerst onafhankelijk voortbewegen. Pas toen de vaart er was behoefde men te denken aan de rem. En pas toen de snelheid de limiet naderde van het menschelijk organisme (hersens, zenuwen en oogen verdragen slechts een zeker middelpuntvliedend geweld) kon haar tegendeel, de rust, wederom begeerlijk worden. In een tempo van vijfhonderd kilometer per uur leek niets wenschenswaardiger dan de absolute stilstand, een vast punt, naar believen te bepalen tusschen aarde en hemel. De uitersten moesten elkaar raken. Wat voorheen principale fout was werd opperste hoedanigheid. De wijsgeer kon tevreden zijn: de rust had gestreefd naar beweging, de beweging streefde naar rust. Het werk was moeilijk, buitensporig moeilijk, maar de mensch, geroepen om het te volbrengen, had niet gefaald. Zijn hoop, nogmaals was niet beschaamd, zijn wil niet verijdeld, zijn intellect niet verdord.
Wanneer de beloften kunnen gehouden worden zal het vliegtuig dat stilstaat in de lucht opstijgen in Augustus. De bouwer heet Etienne Oehmichen, bijgenaamd de kluizenaar van Valentigney, een spruit van het vernuftige horlogemakersras, op de uiterste grens van Frankrijk, in de buurt van Belfort, dat den kleinsten motor der wereld fabriceerde, die 0.9 gram weegt... en loopt. Vóór den oorlog was hij ingenieur bij Peugeot. Toen de soldaten zich als mollen moesten ingraven besefte hij 't eerst de noodzakelijkheid der pantserwagens. Na de overwinning trok hij zich terug in zijn hermitage, legde zich toe op de chemie, bestudeerde de fossielen, vond den electrischen stroboscoop (een soort van microscopische cinema) en verslingerde zich daarbij aan de hélicoptère, alias het schroefvleugelige toestel, waar propellers fungeeren als draagvlakken. De oorlog had het belang geleerd der verticale vlucht, en als een microbe die hij niet meer kwijt kon raken nestelde het vraagstuk zich in zijn hersens.
Dat was in 1920 en onmiddellijk stond hij vlak bij de waarheid. Aan een metalen karkas, voortbewogen door een versleten tweedehandsch motor van 25 p.k. bevestigde hij een ballonnetje van ongeveer honderd kubieke meter. Volgens de wet van Archimedes, ontdekt in een badkuip en begroet met een schallend eureka. Maar de macht der gewoonte bleek sterker dan het intuïtieve instinct en speelde hem een poets welke de oplossing vijftien jaar vertraagde. Gelijk iedereen doen zou die denkt aan een ballon die moet zweven vulde hij hem met waterstof. Het gas ontlaste de machine van 50 à 60 k.g. en maakte haar stabiel. Zooals het ding was, met zijn twee enorme schroeven van 6.40 meter lengte kon het schommelen, duiken, hellen, doch niet kantelen en keerde steeds terug in zijn normalen stand. Maar spoedig begreep Oehmichen dat hij 't op dezen weg in 't allerbeste geval niet verder zou brengen dan Zeppelin, en dat zijn schepsel altijd een bastaard zou blijven, een nuttelooze schakel tusschen bestuurbare luchtballon en vliegtuig, noch een verbetering van de een, noch van het andere.
Toen wierp hij zich op de eigenlijke hélicoptère, het formidabele, prehistorische monster van buizen, stangen en schroeven (dertien!) aan alle uiteinden, op zij, boven en onder. Met denzelfden motor van 25 p.k. verhief het gedrocht zich van den grond in een dreunend geratel van tandwielen. Het beschreef zelfs een cirkel van één k.m. omtrek, en wanneer men nagaat, dat elk der 13 schroeven haar rolletje vervulde in de tractie, de stabiliseering, de besturing, kan men zich een begrip vormen van de ongehoorde moeilijkheden welke de fantastische constructie opstapelde voor den piloot. Het gevaarte bleek onderhevig aan de grilligste schommelingen. Zijn evenwicht moest veroverd en gehandhaafd worden in een voortdurend gescherm met hefboomen. Het had niet de minste zweefeigenschappen en wanneer de motor haperde moest het vallen als een baksteen. Wat ook gebeurde, kort na de eerste vlucht, in 1924, een triomf, en een record dat nog niet geslagen werd. Men raapte Oehmichen halfdood op tusschen het verwrongen gebinte. Hij genas en begon opnieuw. Zijn derde machine. Zijn vierde. Zijn vijfde. Te zamen verslonden zij vijf millioen, bijeengebracht door een Société d'Etudes. Pas bij de vijfde machine was Oehmichen's vertrouwen in de schroefvleugels uitgeput.
Maar niet zijn ingeboren drang om te worstelen met het gestelde probleem. Te midden der algebraïsche equaties rijst hem de ballon voor den geest zijner aanvangsexperimenten. Uit een hercijfering van alle berekeningen ontspringt een creatieve vonk. Zoo verbeeld ik mij tenminste het proces. Want het was niet de eerste keer in zijn leven dat Archimedes een bad nam toen hij zijn wet ontdekte. Het was niet de eerste keer dat Oehmichen meende een probate formule gevonden te hebben. Neen; het wiskundige schema, min of meer betrouwbaar, trof samen met het wekkende contact, met een vlaagje van den grooten levensadem, met een ingeving. De vraag die opdoemde kwam hierop neer: Wat zal er gebeuren wanneer ik mijn ballon niet vul met gas, doch met gewone lucht? Oehmichen construeert zijn metalen onderstel dat een motor draagt van 40 p.k. en vier schroeven (2.87 m. diameter; 630 omwentelingen) gedreven door transmissie-assen. Op een aluminium bankje zit de piloot. Het geraamte is gekoppeld aan een ronden ballon, gevuld met lucht in lichten overdruk. Het geheel, bestuurder inbegrepen, weegt 354 k.g. Hij arbeidt ditmaal voor den Staat, omdat Generaal Denain zich interesseert voor zijn streven. Wijl Oehmichen echter een virtuoos piloot is, bepaalt de minister, die zijn meening niet wil baseeren op kunstgrepen, dat de machine uitsluitend bestuurd zal worden met het kraantje dat de benzine toelaat. Daarentegen verklaart hij zich tevreden met een vlucht van vijftien seconden. Oehmichen zet zijn motor aan. Het toestel werkt zich zachtjes los. Het stijgt. Er is een beetje deining aan den grond veroorzaakt door de wieling der schroeven, maar zonder de minste onveiligheid. Zij verdwijnt geheel als hij klimt tot twintig meter. Volmaakte, rustige, als 't ware immaterieele zweving. De stabiliteit, verkregen door geen ander stuur-orgaan dan het toelaat-kraantje, blijkt perfect met een motor die ongeveer 9 k.g. telt per p.k., dit is ongeveer tweemaal meer dan het gemiddelde. De
stuurman vergenoegt zich niet met de vereischte 15 seconden: Hij voert verschillende vluchten uit die samen vijf minuten duren.
Dat was Oehmichen's zesde machine. Op een fundament van wetten (Archimedes en D'Alembert) hecht en oud als de wereld, grondt zij een nieuw beginsel: Een volumen lucht, solidair met een vliegende machine, treedt op, door den statischen druk zijner massa, als element van evenwicht en stabiliteit. En ziehier de zevende machine die binnenkort geprobeerd zal worden: de ronde ballon, gevuld met lucht, wordt spil-vormig en stijf. Als een miniatuur zeppelin van nagenoeg 12 meter lengte, 2.50 m. doorsnede en 30 kub. meter inhoud. Hij rust op een schuitje dat tevens machine-kamer is. Motor van 120 p.k. Aan weerskanten van het schuitje twee overhellende schroeven. Aan de spits van de fuselage een kleinere schroef, bestemd om het toestel te doen steigeren en aldus door wijziging der lengte-as het rotatieplan der twee schuinsche-schroeven geheel te horizontaliseeren. In hellende positie werken de twee schroeven als voortbewegingsmiddel. In horizontale positie dienen zij om verticaal te stijgen en te dalen of onbeweeglijk te zweven. De snelheid zal vergelijkbaar zijn met die van gewone vliegtuigen.
Het spreekt vanzelf dat in deze opgaven alles provisorisch is, ook de resultaten. De regeling der machine zal tijd vergen, veel of weinig. Misschien zullen er jaren gemoeid zijn met de perfectionneering. Zooals andere pioniers kan Oehmichen den nek breken. Natuurlijk. Maar het ergste en het moeilijkste is achter den rug. Wij hebben een gloednieuw uitgangspunt, rijk aan beloften, en onnoozeler van eenvoud dan het roer van een schip, het roer waarop 't varende menschdom duizenden jaren heeft moeten wachten. De zaak op haar slechtst genomen blijven wij doorvliegen met onze gebruikelijke toestellen, af en toe verongelukkend bij mist omdat onze machine niet kan stoppen. Maar in 't omgekeerde geval: welk een revolutie! Wij steken elkaar een bezoek af in de lucht, die werkelijk bewoonbaar wordt. Twijfel er niet aan: dit is een der einddoelen dat onze droomende geest ons heeft voorgetooverd, en wij zullen het bereiken, zoo vandaag niet dan morgen.
[verschenen: 24 juli 1935]