Buigen of breken?
Parijs, 28 Juni 1935
Zonder glans was de Engelsche reisgezant uit Rome teruggekeerd en in zak en asch heeft hij de Fransche hoofdstad verlaten om aan Samuel Hoare verslag te doen van zijn tegenvallers. Hij schijnt bij zijn aankomst te Londen gezegd te hebben ‘dat wij voortaan zijn overgeleverd aan het noodlot’, wat akelig klinkt in den mond van een zoo beminnelijk diplomaat als Kapitein Eden. Er valt dus werkelijk niets meer aan te veranderen? Betrok Albion een definitieve stelling? Koos het daarom den verjaardag van Waterloo als datum der onderteekening van het Marine-accoord met Duitschland? Hebben wij zonder erop verdacht te zijn een revolutie bijgewoond in de Britsche staatkunde toen Stanley Baldwin zijn ministerie raccommodeerde? Zouden de kabbalistische woorden welke hij verleden jaar uitte (‘de Engelsche grens ligt aan den Rijn’) een geheel anderen zin verbergen dan de Franschen eraan hechtten - een echt orakel blijkt later altijd voor dubbelen uitleg vatbaar - en zou die overdrachtelijke grens per slot niet liggen op den linker-oever, den Franschen, maar op den rechteroever, den Duitschen, van den Heiligen Stroom? Is het fatum onderweg, als in een Grieksche tragedie, als in een modernen detective-roman, en kan niets het weerhouden?
Engeland had geen soldaat meer op het vasteland sinds Frankrijk dienst weigert en Italië rebellie pleegt. Een soldaat komt altijd te pas. Het is niet meer dan natuurlijk dat Londen een remplaçant zocht. Zou het hem gevonden hebben in de heerscharen van Hitler? Moet men achteraf beschouwd veronderstellen dat Weygand misschien werd ter zijde geschoven als opperbevelhebber, omdat hij te pro-Engelsch was? Onmiddellijk na zijn afdanking kreeg hij een plaats in den Raad van Beheer van het Suez-kanaal, eigendom van het Engelsche gouvernement, met een jaarlijksche toelage van 300.000 francs. Het aannemen dezer tamelijk verantwoordelijke sinecure heeft zoowel onder Weygand's vrienden als vijanden deining veroorzaakt. Hij was ook de eenige Franschman die van George V een persoonlijke invitatie ontving voor het kronings-jubileum, wat menigeen verwonderd heeft. Hij voelde maar matige sympathieën voor de Italianen, adviseerde en concipieerde alle verdedigingswerken die Corsica versperren en de Alpen. Had hij daarna nog aanspraak genoeg in Rome om onderhandelingen te voeren, welke de diplomaten in de eerste dagen van dit jaar reeds voorzagen?
Gisteren inderdaad vertrok zijn opvolger Gamelin naar Italië om te confereeren met Mussolini en met Maarschalk Badoglio. Het is verleidelijk om dergelijke verstrooide snippers samen te voegen tot een verstaanbaar geheel. Omtrent de hoofdzaak echter hebben wij nog geen houvast. Is het niet te vroeg om schematische aanwijzingen te ordenen tot een afgeteekend plan? Zijn wij de periode voorbij van bluf, van chantage, van polsen, van opbieden, van bangmaken, van aan den tand voelen en van de tanden toonen? Zijn de posities voor goed gekozen? Werd de teerling geworpen? Viel de onveranderlijke beslissing? Of doen de drie voornaamste spelers dezer spannende partij nog maar alsof? Is het de uitvoering of de generale repetitie van een beginnend drama?
Tot op 't laatst beijvert Londen zich in manoeuvres welke uitgesponnen schijnen om Mussolini in verzoeking te brengen, om de Franschen te mishagen en te ontstemmen. In ruil voor een getemperd Italiaansch protectoraat over Ethiopië offreert Albion aan den Negus een débouché per spoorweg door Engelsch Somali naar de Engelsche haven Zeila. De Negus, verstandig genoeg om de hulp van Groot-Brittannië naar waarde te schatten, zal dat aanbod niet afslaan. Hij beschikt reeds over den spoorweg naar Djiboeti. Als een concurreerende maatschappij hem verbindt door de woestijn met de zee, zal hij nog beter beschikken over de Fransche lijn die zijn oorlogsproviand controleert en filtert. Wanneer van hun kant de Italianen de voorzichtigheid als moeder der porceleinkast erkenden zouden zij eveneens het Engelsche voorstel met beide handen aangrijpen want het is stellig gevaarlijker voor Mussolini om het Britsche imperium te trotseeren dan den Koning der Koningen en den afstammeling van Salomon. Dat is echter uitsluitend hun zaak. Als het den Franschen niet bevalt zich daarmee te moeien kan niemand hun dat billijkerwijze verwijten. De Negus en de Duce hebben een rekening te vereffenen? Dat raakte den Franschen zelfs vroeger niet, en ook toen Italië zich proclameerde tot koloniaal erfgenaam van een verbasterd Frankrijk (nauwelijks twaalf maanden geleden!) had de Negus hier een middelmatige pers. Dat raakte hun minder dan ooit sinds Italië bakzeil haalde en zich aansloot bij het Parijsche Barrière-systeem. Het eenige punt dat den Franschen rechtstreeks aangaat in deze mikmak heet Djiboeti. En zij merken uitstekend welke profijten Engeland zou trekken van een lijn naar Zeila, dat bij wijze van spreken, vlak in de buurt ligt. Zij kunnen op hun vingers natellen over hoeveel jaren hun haven, hun spoorweg en het geld dat erin gestoken werd den koers zouden noteeren van oude vodden. Het is een specifiek Engelsche methode om een geschil te
regelen op den rug van derden. De Franschen meenen echter dat Londen even hunne opinie had kunnen vragen over een snuggere combinatie die automatisch den ondergang zou teweegbrengen van een stuk Fransch gebied. Maar ze zijn niet eens geconsulteerd, zelfs niet pro forma. En verbeeldt u een oogenblik dat zoo iets den Britten ergens overkwam op den aardbol!
De Franschen ontvingen van het Foreign Office nog een andere vriendelijkheid die meer herinnerde aan een degenstoot dan aan een speldeprik. Kort na de bekendmaking van het Duitsch-Engelsche Marine-verdrag vroeg de Quai d'Orsay bij monde van zijn gezant te Londen nadere inlichtingen betreffende het programma der Duitsche vloot-constructies, zooals zij in het accoord geregeld waren. Het verzoek kon onmogelijk beschouwd worden als een indiscretie. Na de Fransch-Engelsche overeenkomsten van 3 Februari, en tientallen anderen, viel het te voorzien. Maar als het de Britten niet vergund was een beleefd antwoord te weigeren, zij hadden nog minder de vrijheid om bijzonderheden te verstrekken over den inhoud van het document. Zij zagen zich verplicht te bekennen, dat een der voorwaarden welke de Duitschers gesteld hadden bij de ontwerping van het accoord, stipuleerde, dat het programma van den vlootbouw nimmer zou worden medegedeeld. Een geheim verdrag dus. Zoo geheim en achterbaks als het maar kan. Wanneer dit verhaal zuivere waarheid is zou het Duitsch-Engelsche accoord veel meer duiden op een alliantie dan op een opportunistische transactie. Wanneer de uitleg geen strikte waarheid bevat doch gedoseerd is met voorwendsels om pressie uit te oefenen op den Quai d'Orsay, dan zou die lezing in ieder geval bewijzen dat Engeland er alles op gezet heeft om Frankrijk tot meegaandheid te dwingen in een gewichtig onderdeel der Britsche politiek en dat het Foreign Office niet zal terugdeinzen voor de grofste middelen (en zonder te letten op hun consequenties) om den Franschman tot inschikkelijkheid te bewegen. In de eerste plaats tegenover den Negus. Vervolgens tegenover Rusland.
Tot nu toe heeft Frankrijk niet gewankeld en elk neutraal waarnemer zal moeten constateeren, dat een zekere brutaliteit van Londen, gepaard met een maximale verachting voor onderteekend en gezegeld papier, de capitulatie der Franschen geenszins vergemakkelijkt. Op de onberekenbare willekeur van Albion hebben zij gerisposteerd met een parade hunner vloot, de Atlantische en Middellandsche Zee-eskaders voor de eerste maal vereenigd in de Baai van Douarnenez, langs de Bretonsche kust die als een granieten stormram vooruitdringt naar den Oceaan. Er was een ongewone reclame gemaakt voor deze revue en de schepen, in vier rijen over ettelijke kilometers verspreid, werden geschouwd door François Pietri, die niet alleen Minister van Marine is, doch ook Corsicaan, en gelijk alle Corsicanen bloedverwant van Napoleon. In zijn redevoering tot de bemanning weerklonk een ferme, heldere, manhafte, vastberaden toon die de veeleischendste patriotten kon bevredigen. Het zal niet dikwijls gebeurd zijn in den loop der geschiedenis, dat een minister in functie zich met een openlijke afkeuring richt tot een vroegeren bondgenoot en hem onomwonden zegt, dat hij niet twijfelt aan zijn vriendschap maar aan zijn voorzichtigheid. Dit gemis aan voorzichtigheid zal de Franschen wettigen om in verhaast tempo hun zeemacht te consolideeren met een ruggegraat van slagkruisers, het eenige wat deze magnifieke en zeer snelle vloot nog ontbreekt.
Pietri's motto ‘linieschepen’ is met enthousiasme en zonder onderscheid van politieke kleur overgenomen door de gezamenlijke pers. Het berispelijke en onbesuisde optreden der Britsche regeering verschafte het Fransche gouvernement op dit gebied tenminste den unaniemen steun der gansche natie. Ik zag de Franschen nimmer zoo hoog op pooten tegenover een volk als zij 't sedert 18 Juni zijn tegenover de Engelschen.
Het zou veel kosten wanneer dit conflict zich wiskunstig ontwikkelde volgens de aanwezige gegevens. Want bij de eventualiteit eener plotseling verviervoudigde Duitsche vloot is Frankrijk onfeilbaar genoodzaakt nieuwe booten op stapel te zetten, al ware het slechts om zijn rang en prestige te redden, daargelaten de veiligheid zijner koloniale verbindingswegen. Om zijn voorsprong te bewaren zal Engeland eveneens bouwen. Wegens het mechanisme der 35% zal Duitschland zich genoopt en gerechtigd achten zijn smaldeelen te vermeerderen. Rusland moet zich langzamerhand bekneld voelen in de Oost-zee en zal op zijn beurt bouwen. De V.S. zullen bouwen wegens de pariteit met John Bull, Italië wegens pariteit met Frankrijk, hoe trouwe vrienden ook! Om de maat te houden in dit planetaire concert zal men Japan niet behoeven aan te porren. Kortom, allen slaan aan 't bouwen. De vicieuze cirkel. Denkt de arbeider die een granaat vervaardigt, ooit aan de seconde waarop zij zal losbranden? Wanneer al het wordende ontploft zal de wereld een mooi vuurwerk beleven.
Dat ware het normale, onafwendbare verloop van den politieken zet der Engelsche regeering. Een schaakmat voor de Fransche Republiek? Men daagt haar uit om 't eerst den eersten gordel te betreden van dezen hellekring. ‘Chiche!’ sist de Brit op z'n Fransch. Doe 't als je lef hebt! ‘Chiche!’ roept de Franschman geëlectriseerd. Wij zijn voor een beetje niet bang.
Maar heeft Engeland dat gewenscht? Werd het niet misleid door 't journalistieke, oppervlakkige aspect der Fransche mismoedigheid? Onderschatte het de legendaire Fransche veerkracht, zijn fabelachtige reserves aan zenuwen en moreel? Is Albion zelf niet het meest verbaasd over het effect van zijn uitval? Wij zullen afwachten. Als echter een van beiden niet buigen wil, zal een van beiden moeten breken en ik zie Frankrijk nog minder gebroken dan onder een juk.
[verschenen: 20 juli 1935]