Met een pechvogel
Parijs, 3 Juni [1935]
Op den kop af vier en twintig uren na den val van Flandin trad een ander ministerie aan voor de fotografen. Gelijk de Normandie het snelheidsrecord sloeg van alle paketbooten der wereld zoo verbeterde Bouisson den tijd van alle kabinetsformeerders. Toch kan men niet zeggen dat zijn combinatie in hinderlaag klaar stond om een ongewenscht geworden Premier te vervangen. Het tegendeel wordt bewezen door de teleurstelling welke Bouisson ondervond in de bezetting van gewichtige posten als Financiën en Landbouw, waar twee persoonlijkheden zich terugtrokken na hun medewerking beloofd te hebben. Waarnemers, die indicaties zoeken in de kleinste rimpelingen, commentarieeren deze misrekening zelfs als een voorbode der naderende moeilijkheden. Men vertelt ook dat Caillaux, de penningmeester van het équipe en als zoodanig de balanceerstok, toen hij zich naar het Elysée begaf om zich met zijn collega's aan te melden bij den President der Republiek, bij het uitstappen zijner automobiel struikelde en languit in het grint viel. De 72-jarige thesaurier bezeerde niets en sprak glimlachend over een slecht voorteeken. Hij haalde sommige omstanders de woorden uit den mond, want zulke anecdoten, verzonnen of echt, vertolken duidelijker de bijgedachten van een fractie der openbare meening dan een berg hoofdartikelen. Maar hoe het ook verwelkomd wordt door de orakels der wichelaars, het kabinet zal ongetwijfeld uitgebreide volmacht vragen aan de Kamers en even ongetwijfeld zal het de gelegenheid trachten te benuttigen om het Parlement voor langen tijd op vacantie te zenden. Daarmee zou in Frankrijk het eerste werkelijk nieuwe experiment aanvangen dat de Republiek onderneemt na hare stichting. Een overgangsperiode, rijk of arm aan onvoorzienbare en nog onkenbare incidenten, doch welker verloop beslissend zou worden voor het lot van het democratisch regeeringsstelsel. Voor 't oogenblik is het principe gered en gehandhaafd indien de Kamer vrijwillig haar gezag
delegeert aan haar president. Het is echter de laatste kaart welke zij spelen kan in deze Republiek.
Les paris sont ouverts. Men kan beginnen te wedden. Fernand Bouisson, voorzitter der Kamer, de man die het Parlement wil sluiten, verwierf zijn politische lauweren voornamelijk als technicus der parlementaire debatten. Hij is een virtuoos in het brouwen en kneden der psychologische ingrediënten die de sfeer vormen eener vergadering van afgevaardigden, doch het ontbreekt hem misschien aan gouvernementeele ervaring. Hij heeft geen uitgesproken vijanden en wellicht goede raadgevers. Als ex-socialist en industrieel, geboren te Constantine, die de maatschappelijke kwesties op zijn eentje en in zijn voordeel regelde, kan hij gelden voor een conservatief die de omstandigheden afwacht om kleur te bekennen. Hij karakteriseert zich door een realistisch, voortvarend temperament, welks rondborstigheid gemakkelijk ontaardt in brutaliteit. Voor zijn spiegel (hij kan in élégance wedijveren met wijlen Eduard VII) beschouwt hij zich waarschijnlijk als de vermoedelijke opvolger van Lebrun en al zijn daden richten zich in deze levenslijn. Dat hij het krabbetje Régnier, die zich compromitteerde door een overdreven inschikkelijkheid voor het Roode Front, aan den dijk zette, is een aanwijzing welke dit vermoeden niet bevestigt maar toelicht. Zijn buitengewone menschenkennis ried hem om zich van Régnier als Minister van Binnenlandsche Zaken te ontdoen en hij weifelde niet. Dat hij deze portefeuille reserveerde voor zich zelf, is een andere aanduiding van zijn behoedzaamheid en verren kijk. Zoo blijft hij meester van de politie, van de prefecten, van de administratieve bewegingsorganen; een voorzorg welke Doumergue, te naief, en Flandin, te slap, verzuimden te treffen. Zoo kan niemand hem poetsen bakken achter den rug. Hij regeert niet alleen. Hij bestuurt en beveelt.
Bouisson vertrouwt natuurlijk dat zijn ondervinding als bliksemafleider, zijn virtuositeit in het kanaliseeren van positief en negatief fluïdum, hem in staat zullen stellen om een heterogeen mengsel van stroomingen en spanningen te transformeeren tot een harmonisch accoord. Zijn kabinet is meer een collectie van gijzelaars dan een ministerie en wij hopen oprecht dat zijn vertrouwen zoo laat mogelijk beschaamd worde. Hij encadreerde zich met drie Ministers van Staat, die in hun vaag omlijnde functie schijnen voorbeschikt als waarborgen. Ieder garandeert iets. Maarschalk Pétain de nationale defensie naast een Minister van Oorlog (Generaal Maurin) die verdacht wordt van buigzaamheid; Herriot, den santekraam der democratie, Louis Marin, de groot-nijverheid en den regent der Banque de France, De Wendel, die tot dusverre met de meeste overtuiging voor de onaantastbaarheid van den franc in de bres sprong.
Maar welk idee of welk belang zou Joseph Caillaux belichaamd hebben als Minister van Staat wanneer de portefeuille van Financiën hem niet opgedrongen was door de weigering van Palmade? Welk standpunt vertegenwoordigt hij aan het hoofd der Schatkist? Caillaux is het type van den superieuren mislukkeling. Niets van alles wat hij in zijn roerig leven ondernam bracht hij tot een goed einde. Zijn afstand van den Congo aan Duitschland. Zijn plannen voor een staatsgreep in 1917, toen hij onder verdenking van verraad door Clemenceau werd in de doos gestopt. Zijn rehabilitatie in 1925 toen een auto hem haalde om een bankroet te verhoeden dat hij met gekruiste armen bijwoonde. Een serie van stroppen. Een ambitieus, turbulent karakter dat geregeld een taak beproeft die boven zijn kracht ligt. De Tantalus der Fransche politiek. Zoodra hij grijpt naar een doel verdwijnt het uit zijn bereik. Het strookt met de vermetele inborst dezer begaafde persoonlijkheid om een leven, dat altijd derailleerde in de nabijheid van een station, met glorie en trots te willen eindigen. Hij is buitengewoon impopulair, want het volk ruikt instinctmatig een vitaliteit behept met aangeboren verlamming. Doch voor de vierde maal verschijnt hij als Messias. Lijden zijn antecedenten niet voldoende om een rilling langs den rug te voelen kruipen wanneer men hem de onschendbaarheid hoort zweren der Fransche valuta? Tot nu toe gebeurde bij Caillaux steeds het omgekeerde van hetgeen hij beoogde. Zal het mandaat, dat Bouisson hem bij gebrek aan andere reflectanten opdroeg, een gansche carrière van pech logenstraffen? Des te beter wanneer de goden zulk een apotheose vergunnen. Maurras, die Caillaux haat, schildert hem als een wrak, afgetakeld naar lichaam en geest, verkindscht, een trappelend oudje op de grenzen van het infantilisme. Onder alle voorbehoud van de overdrijving waartoe de passie verleidt kan men moeilijk loochenen dat niet alleen de psyche van Caillaux maar ook de voedingsbodem der
Fransche politiek kiemen bevat waarbij het voorzichtig is om de verbijsterendste onderstellingen als mogelijk in aanmerking te nemen.
Caillaux dus garandeert niets. En de speculanten, de strandvonders, de nationale en internationale plunderaars, die massa's goud kochten en koopen tegen francs op drie maanden termijn, behoeven niet te ontwapenen. Zij hebben den tijd. Een verstrooide blik op de samenstelling van het kabinet zal hen aanmoedigen als zij een hartsversterking noodig hebben. Frossard, die zijn ontslag vroeg als lid der Socialistische Partij toen hij begiftigd werd met de portefeuille van Arbeid, keerde juist terug van een studiereis door België, welke hij met blakend enthousiasme rapporteerde in ‘Marianne’. Jacquier, de titularis van Landbouw, Lafont van Hygiene, Paganon van Openbare Werken, Perfetti van Pensioenen, zijn allen min of meer vermomde devalueerders. Zij zullen niet den geringsten weerstand bieden aan een operatie van valsche munterij. Liever dan hun eigen electorale clientèle of die hunner vriendjes op te offeren aan de spartaansche discipline van een rationeel en gezond staatsbeheer, zullen zij alle hervormingen afwimpelen die neerkomen op bezuinigingen. Telkens dat men een vinger uitsteekt naar een categorie van profiteerders waaraan zij verslaafd zijn zullen zij met demissie dreigen. En waar stoïcijnsch milliarden bespaard moeten worden zal men kleinzeerig enkele millioenen schrappen.
Maar als Bouisson niet hoopte behalve de citoyens ook zijn ministers te dresseeren zou hij dan de opdracht van dit dertiende Hercules-werk aanvaard hebben? Hij is in de resultaten van zijn streven het tegenovergestelde van Caillaux. Alles lukte hem tot nu toe in die mate dat men haast zou willen voorspellen dat ook het avontuur Caillaux hem zal lukken. Laten wij tenminste gelooven in het absurde tot de feiten ons weerleggen, omdat wij ondanks alles hopen dat Frankrijk een nieuwe oplichterij zal vermijden of verhinderen.
Postscriptum van 5 Juni: Hij viel reeds, en lager dan de begane grond. Doch om de kronkelende evolutie te volgen van het cardinale vraagstuk (de devaluatie) is deze sceptische analyse wellicht nog dienstig.
[verschenen: 19 juni 1935]