Het koloniale consult
Parijs, 15 April 1935
De ‘Imperiale Conferentie’, plechtig geopend op Maandag 3 December in het Koloniaal Museum te Vincennes, is met staatsie gesloten op Zaterdag 13 April in de Vergaderzaal van den Senaat. Het Palais du Luxembourg, domein van 't Fransche Hoogerhuis, met al zijn hallen, galerijen, gangen, kamers, loges en tribunes was te klein om de menigte van gedelegeerden en belangstellenden te herbergen die door de nauwe straten van het oude Parijs was samengekomen om het congres te beëindigen met een manifestatie van optimisme en bedaarde grootheid. Sinds het tijdperk der Napoleons had het Senaatsgebouw niet zulk een praal vertoond en weelde. De escalier d'honneur, versierd met palmen en oranjeboomen, was trede voor trede afgezet met magnifieke kurassiers in vol ornaat die de blanke sabel presenteerden als standbeelden. Men kon zich verbeelden in de Opera te zijn.
Het feestelijk begin en het stralende slot overbruggen een leegte van meer dan vier maanden, onder het gedrang der actualiteit vervlogen in stille besprekingen waarvan de buitenwereld zoo goed als niets vernomen heeft. De Franschman neigt hoe langer hoe minder naar luidruchtigheid en parade bij het vervullen eener taak die als noodzakelijk erkend is. Het publiek heeft zich geen halven dag bekommerd om de ‘economische conferentie van metropolitaansch en overzeesch Frankrijk’, gelijk het congres zich stuursch en officieel getiteld had. De inrichters van het programma hebben zich op hun beurt geen stonde bekreund om het publiek. Geen enkele feestelijkheid heeft de monotonie der langdurige deliberaties verbroken. Geen mise-en-scène van fanfares en recepties heeft de eenen of de anderen een hart onder den riem gestoken of zand in de oogen gestrooid om ongeduld te sussen en tribulaties te verlichten. Van de beraadslagingen, van de onvermijdelijke botsingen tusschen happige belangengroepen is zoo weinig doorgelekt dat men gezworen zou hebben dat ze niemand interesseerden. Het scheen geen sterveling te deren, wat men kon zeggen, denken, gissen of insinueeren over het problematische en wisselvallige van successen of stroppen. In zulke absolute afzondering en zelfgenoegzaamheid heeft de commissie voor productie negentig séances gehouden; de economische commissie zestig; de commissies van financiën, van koloniale outilleering, van sociale voorziening ieder een gelijkelijk aantal. Honderden resoluties zijn gevoteerd waarvan tekst en strekking pas bekend zullen worden wanneer de regeering ze wettigt bij decreet of het parlement ze aanvaardt bij stemming. Wanneer men met opzet, in onderdeelen en hoofdzaken, anders had willen doen dan de Engelschen te Ottawa, had men niet discreter en secuurder kunnen te werk gaan. En ongetwijfeld is alles waarin de conferentie te Vincennes zich onderscheiden heeft van Ottawa karakteristiek voor den
Franschman dezer eeuw. Hij zal weldra de eenige zijn die leven wil zonder romantiek; zonder temperatuur; met een minimum van vlaggen en wimpels, poeha en panache; met een moreel dat niet elken dag behoeft te worden opgedraaid als een goedkoope wekker; als iemand die zich niets laat wijsmaken; als een eenvoudig mensch.
Hoewel men nog niet in détails kan treden en ook het ensemble nauwelijks overzien kan, krijgt men den indruk dat het congres aan de essentieele verwachtingen der organiseerders heeft beantwoord. Het was geen kleinigheid om rondom dezelfde tafel moederlanders te vereenigen en kolonialen, planters en inboorlingen, civielen en militairen, importeurs en exporteurs, producenten en consumenten, en nog andere categorieën van burgers die diametraal tegenover elkaar staan omdat zij parallel loopen. Het is echter gelukt. De vertegenwoordigers van alle groepen wier kracht en wier profijt van ouder op ouder gelegen had in het antagonisme, hebben zich over de statistieken gebogen en de eenheid der tegendeelen is hun geopenbaard door de cijfers der tabellen. Die plotselinge eendracht lijkt haast te mooi om waar te zijn. Om aan het wonder te gelooven willen wij het zien. Om te overtuigen zal het mirakel daarenboven moeten duren. Maar volgens de rapporteurs schijnt er waarlijk een gevoel van solidariteit ontwaakt te zijn tusschen de honderd millioen inwoners van een rijk dat bijna altijd tegen zichzelf verdeeld was. Een besef van saamhoorigheid. De bewustwording van een Groot-Frankrijk, van ‘une France totale’ dat zoolang een hersenschim scheen van utopisten. ‘Er zijn Franschen die een ideaal missen, die een mystiek zoeken,’ heeft de minister van Koloniën lyrisch uitgeroepen. ‘Hier hebben ze een ideaal en een mystiek: het bewaren, het versterken, het verruimen der eenheidsgedachte waarvan dit congres de fundamenten gemetseld heeft.’ Zou het meenens worden? Zou men b.v. ondanks alle petroleum-importeurs olie en benzine gaan distilleeren uit de overtollige olijven? Het schijnt werkelijk ernst te zijn. Alle resoluties werden aangenomen met algemeene stemmen (slechts voor den wijn heeft men geen accoord kunnen treffen) en van nu af aan heeft men besloten het pan-Fransche koloniale consult in twee-jaarlijksche
bijeenkomsten, zij 't op ietwat bescheidener schaal, te bestendigen.
Omdat de meeste suggesties grenzen aan 't fantastische, durven wij ze ternauwernood vernoemen, hoewel men zegt dat willen dikwijls reeds volstaat. De commissie van outillage, gepresideerd door Generaal Messimy, heeft unaniem een lijst van openbare werken voorgesteld, uit te voeren over een periode van vijftien jaren, welker kosten geraamd worden op elf milliard twee honderd millioen francs. Daar men een dergelijk bedrag niet opraapt onder de hoeven van een kameel en daar het niet billijk noch mogelijk is om de lasten van zulk een som te schuiven op de budgetten der Koloniën, kreeg de commissie een inval die terecht geprezen wordt als helder, simpel en practisch. Eenparig met het college van financiën recommandeert zij de oprichting van een ‘nationaal fonds voor de outilleering van overzeesch Frankrijk’ dat zeer lage rente zal opbrengen (men spreekt van één percent), voor een deel gealimenteerd zal worden door het budget van het moederland, voor een deel door bijdragen der collectiviteiten die rechtstreeks bij de equipeering gebaat zijn. Ten overvloede noodigt de financieele commissie het gouvernement uit om een aantal schulden te schrappen welke de Koloniën hebben loopen bij den Staat. Zij adviseert verzachting van het fiscaal statuut der Vennootschappen wier zetel gevestigd is overzee, uitbreiding der landbouw-credieten, verhooging van een menigte douanetarieven, etc. Het ligt voor de hand dat met een reeks van zulke philanthropische maatregelen de Fransche koloniën haar toekomst minder somber zouden tegemoetzien en er zelfs aan kunnen denken om met vollen stoom aan den slag te gaan.
Omdat men met een som van elf milliard 200 honderd millioen heel wat kan aanvangen, heeft het congres op een zijner laatste plenumzittingen met algemeene stemmen geconcludeerd tot aanleg van den spoorweg Middellandsche Zee - Niger die sinds jaar en dag de verbeelding parten speelt onder den naam van Transsaharische. Alle rapporten betreffende deze lijn, zelfs dat der delegatie van Indo-China, luiden gunstig. Wijl de Sahara een woestijn is en voorloopig onbewoond, zal de fata-morganische trein slechts aan zijne beide uiteinden reizigers en vrachtgoederen inladen. Men schat niettemin dat 60.000 ton katoen en 200.000 ton apennoten per jaar geëvacueerd zouden kunnen worden naar de Noord-Afrikaansche havens en dat het vervoer in omgekeerde richting ongeveer één vierde zal bedragen van deze hoofdsom. De baan zou 1750 k.m. lang zijn en het transport per ton komen op 400 francs. Per vrachtauto, en gesteld dat men wegen bouwt, zou dezelfde expeditie tot 5000 francs per ton stijgen, wat eenig verschil maakt. De kosten der uitvoering zijn berekend op twee milliard 450 millioen en de aanleg zou gedurende jaren aan 30.000 menschen arbeid verschaffen. Twee duizend kilometer spoorstaven, ijzeren dwarsliggers enz. tellen natuurlijk ook mee voor de metaal-nijverheid. Maar of de Transsaharische direct rendeert op den dag dat de Toeareg's koren maaien en bananen plukken in den oceaan van stuifzand, is volkomen bijzaak. Het schijnt dat alle Algerijnen, blank en bruin, met ultimatieven nadruk de lijn eischen welke vroeg of laat hun witte hoofdstad zal verbinden met de Kaap. En de wenschen van Algiers zullen weldra klinken als bevelen, want nu reeds koopt dit gewest per jaar evenveel van Frankrijk als Duitschland en Engeland te zamen. Dan is er nog de Generale Staf die achter de schermen aandringt tot de constructie der spoorbaan welke in twee etmalen en zonder gevaar de zwarte troepen zal verplaatsen van den Congo naar de Middellandsche Zee. Ten slotte manen ook
politieke overwegingen tot een finaal besluit. Zooals hun relaties op 't oogenblik zijn zal Frankrijk de Italianen gaarne uit hun financieele moeilijkheden helpen. Doch nimmer zullen de Franschen vergunnen dat Mussolini van Tripoli uit het initiatief neemt eener onderneming van gelijke orde, die gedurende een halve eeuw te precair zal blijven om concurrentie te gedoogen maar bij alle precariteit den geheelen Afrikaanschen trafiek zal draineeren naar haar kopstations.
Het is om deze veelvoudige redenen waarschijnlijk dat de Transsaharische het eerste tastbare resultaat zal worden der Imperiale Conferentie. Een mooiere gelegenheid om kapitaal te lokken naar een avontuur, grootsch en gevaarlijk genoeg om iedereen te hypnotiseeren, zal zich niet spoedig voordoen. Hoe vlugger men daarnaast de lijst der overige desiderata afhandelt, hoe liever en hoe beter. De eenen immers zullen niet gered worden zonder de anderen en zoolang Frankrijk lusteloos bij de pakken neerzit is er weinig uitkijk op schot in het werk.
[verschenen: 4 mei 1935]