Per saldo...
Parijs, 23 Maart 1935
Sans blague zooals de clowns zeggen wanneer hun verstand stilstaat, neen, zonder gekheid: wat kon ons beter overkomen dan de laatste der historische datums, die van 16 Maart, de dag der Duitsche onafhankelijkheidsverklaring?
Er ging geen week voorbij of Generaal Denain vroeg vijftien honderd millioen nieuwe extra-credieten voor zijn luchtvloot. Te besteden in den loop van dit jaar. Dat beduidt ongeveer duizend machines en drie duizend motoren met hun reserves en onderdeelen, met alles wat eraan los- en vastzit. Niemand weet waar het geld vandaan zal komen en niemand toont er zich nieuwsgierig naar. Maar zeker is, dat hij het zal krijgen en dat het geld zal rollen.
Dezelfde week verschijnt Generaal Maurin als geroepen voor de legercommissie en hangt een tafereeltje op van de razernij waarmee de Duitschers bewapenen en oorlogsvoorraden opstapelen. In principe blijft het gesprokene eener commissie geheim, doch als 't de moeite loont arrangeert men in de hermetische schotten enkele lekken waarlangs het verborgene doorsijpelt. Wij hoorden dus juist genoeg om van te rillen, niet te veel om uit het lood te raken en meer dan voldoende om bij voorbaat de supplement-credieten in te willigen waarvan ook Generaal Maurin de aanvraag aankondigt. Op de Oost-grens gaapt nog een gat van veertig kilometer. Dat is zooveel duizend tonnen cement en ijzer, zooveel millioen kubieke meter graafwerk. Bezigheid voor zooveel arbeiders. Prachtig. Toen de soldaten twaalf maanden dienden waren er niet genoeg manschappen voor het materieel. Nu ze vier-en-twintig maanden het uniform gaan dragen is er niet genoeg materieel voor de soldaten. De minister zei het in andere termen doch 't kwam op hetzelfde neer en het sluit als een bus. Het is zuivere logica dat bij een soldaat een wapen hoort en bij een wapen een soldaat. Meer manschappen vereischen natuurlijk ook meer officieren en meer kazernes. Het een brengt het andere mee. Om een idee te geven van de Duitsche frenesie citeerde de minister een treffend staaltje: Zij slaan mondvoorraden op met een gedeelte van het Fransche korenexcedent, waarmee de boeren geen raad weten. Waar toont men het voorbeeldigst altruïsme: te Berlijn of te Parijs? Het Fransche graan waarvan de dichters zoo dikwijls gezongen hebben dat 't weliger zou groeien op de met bloed gedrenkte slagvelden (een voorspelling welke trouwens is bewaarheid), het Fransche graan wordt proviand voor den vijand die zich uitrust ten strijde. Zij koopen paarden, leder en hout voor geweerkolven bij den Erbfeind. Ja, wat koopen ze niet? Waar koopen ze niet? Wie zou niet met genoegen een bestelling ontvangen?
Al dat gespook en gehaspel brengt een beetje vertier in nijverheid en handel. Een beetje wordt hier zelfs gezegd bij wijze van spreken. Er zijn fabrieken, die nacht en dag draaien met drie ploegen. Er zijn effecten die rijzen op de neurasthenische Beurzen waar men deze week het praatje uitstrooide dat de Ambassadeur Françoit Poncet vermoord was te Berlijn. En dat is normaal, gewoon, redelijk. Waarom moeten de hypochonders altijd gelijk hebben die beweren dat wolkjes aan den politieken horizon verwarring stichten in de zaken? Ik zou niet gaarne paradoxen debiteeren over een onderwerp dat voor sommigen een bijna messiaansch karakter aannam, en ik zou evenmin een relatie van oorzaak en gevolg willen fantaseeren tusschen krachten waarvan wij nauwelijks den aard kennen. Maar heeft het u nimmer getroffen dat het uitbreken der wereld-crisis ongeveer samenviel met de periode dat de Ontwapeningsconferentie van den Volkenbond scheen te zullen slagen? Ik heb indertijd globaal becijferd hoeveel millioenen werkloozen, broodeloozen en haveloozen wij zouden tellen op de twee halfronden wanneer men de legers geheel of gedeeltelijk afdankte, wanneer men de arsenalen sloot of opende op een kiertje, wanneer men de vloten sloopte. Gelukkig is de philanthropische utopie onderweg verwaterd en verwaaid, wat ons het ergste bespaard heeft.
Deze redeneering klinkt kettersch en hoort niet thuis in een Hofje van Eden. Maar vermogen wij iets tegen feiten die voortvloeien uit de gesteldheid eener onherbergzame planeet? Leg alle theorieën opzij en vraag u nuchter af welke koersen de grondstoffen (die reeds allesbehalve schitterend zijn) vandaag zouden noteeren, welke dividenden de industrie zou uitkeeren, wanneer Duitschland zijn magazijnen niet volpropte met oorlogsproviand, wanneer een gedeelte zijner fabrieken niet gemobiliseerd was en wanneer van den weeromstuit niet een aantal landen bij kris en kras voorraden insloegen en machines in beweging zetten? Wat zou het staal waard zijn, het koper, het nikkel, mangaan, wolfram, aluminium, katoen, rubber, lood, tin, zink en een hoop andere dingen? Als het waar is dat min of meer occulte Raden van Beheer toezicht uitoefenen op het bestuur der volkeren, dan kunnen zij elkaar oprechte gelukwenschen toezenden. Krupp b.v. aan Schneider; Essen aan het Comité des Forges. Of omgekeerd.
De kunst blijft om er het beste van te maken, om hoogspanningen te geleiden zonder kortsluiting. Dat is de diplomaten toevertrouwd en tot nu toe toonen zij zich niet beneden hun taak. Zie Frankrijk en Italië, hoe aandoenlijk zij samenwonen gelijk broeders. Mogen beide landen voor Hitler niet een magnifieke kaars branden? Langer dan tien jaar hebben zij geleefd als kat en hond. Zij verschansten zich tegen elkaar tot op de hoogste toppen der Alpen. Een jaar geleden werd Frankrijk door Mussolini nog afgeschilderd als een oververzadigde, aftandsche, corrupte natie, waarop hij van een tank of van een balkon met verachting neerkeek en die hij in verbeelding van de kaart schrapte met vuist en knarsende tanden. Om oratorische buitensporigheden te vinden die leken op de uitspattingen van Mussolini moest men teruggaan tot Wilhelm II en de vergelijking viel nog uit in 't voordeel van den Keizer van Doorn. Zooals de Romeinsche lictor heeft Hitler nooit zijn mond voorbijgepraat sinds hij 't bewind voert. Niet de Führer was Franzosenfresser maar de Duce. En eensklaps worden de bordjes verhangen. De Italiaan vergeet zijn hekel. De Franschman vergeeft de beleedigingen. Brieschende tirades, baldadige vuist, grimmige kaken richten zich naar Berlijn en de Duitscher karikatureert ze reeds als Tank-redenen. Rome en Parijs steken complimentjes af, doen amende honorable en wisselen cadeautjes. O, niet veel soeps, zooals Laval zegt in de Kamer. Op de 114.000 vierkante k.m. woestijn waarmee Italiaansch Lybië vergroot wordt, huizen slechts 800 menschen. Op de 20 k.m. kuststrook welke Erythrea verlengt ternauwernood 1000. Een paar palmboomen. Een klappertuintje. Van de 34.500 aandeelen in den spoorweg naar Addis-Abeba krijgt Mussolini er niet meer dan 2500. Een bagatel. De onschendbaarheid van Ethiopië blijft gewaarborgd. Het zou krankzinnig zijn om zich dik te maken over de Fransche heerschappij in het nauw van Bab-el-Mandeb. Voor de verbindingswegen tusschen
Fransch Noord- en Midden-Africa dreigt niet het minste gevaar. Klaarblijkelijk was Laval verrukt zoo goedkoop te zijn afgekomen van een negotie waarbij de wederpartij zich hoofdzakelijk verbonden schijnt te hebben tot het leveren van Tank-redenen. Met een imposante meerderheid van 555 stemmen tegen 9 ratificeerde het Parlement de geminimiseerde geschenken en feestte den herbloei der Fransch-Italiaansche vriendschap. Men mompelt dat Mussolini even verrukt is als Laval en wij gelooven het gaarne. Zijn plotselinge minzaamheid verhindert den Franschen echter niet om twee slagkruisers van 35.000 ton te bouwen als repliek op de linieschepen der Italianen. Hitler is niet eeuwig. Misschien spookt zijn behulpzame schaduw niet immer op den Brenner, en langs den blauwen Donau. Zal Mussolini zijn jupiteriaansch proza niet opnieuw adresseeren aan Parijs wanneer de Duitsche bliksemafleider heeft afgedaan?
Werkelijk, wat kon ons beter overkomen dan Hitler's akte van emancipatie? Iedereen vaart er wel bij. De Duitschers, die graag soldaatje spelen omdat het martiale uniform het hart in vlam zet der kindermeisjes, wien men ook wat moet gunnen zooals Stresemann zei tot Briand, - de Duitschers kunnen hun onschuldige lusten voortaan wettig botvieren. Waarom zouden de Franschen hun dit genoegen vergallen, gesteld dat zij 't wilden en konden? Halsoverkop werden zij wederom de groote Latijnsche zusternatie en in dien hoek zijn ze van alle zorgen bevrijd. Mussolini van zijn kant heeft eigenlijk nooit echt zin gehad om de Fransche Alpen over te trekken en verheugt zich met een schikking welke hem de mooie rol laat en een niet te versmaden winst. In hun binnenste denken alle drie: hoe meer soldaten hoe minder werkloozen. Een armlastige is duurder dan een recruut. Hoe meer regimenten, hoe meer bedrijvigheid in de industrie. Wie weet of de bewapening niet het paardemiddel is dat de crisis uitdrijft? Waarom niet geprobeerd? Twee pantserkruisers van 35.000 ton kosten 1700 millioen en vertegenwoordigen honderdduizenden arbeidsuren. Wanneer er geen andere manier bestaat om bevriezend geld te ontdooien, waarom niet deze?
Alleen Engeland schijnt ontevreden en stribbelt tegen. Het ziet de resultaten ontsnappen van zeventien jaar koppige politiek: zijn hegemonie over een ontwapend Europa. Is iemand Brit genoeg in Duitschland, Frankrijk, Italië of elders om de mislukking van dat plan te betreuren?
[verschenen: 10 april 1935]