Een vrouwelijk raadsel
Parijs, 4 Maart 1935
Als het vrouwenkiesrecht, of gelijk men hier pompeus zegt ‘de politieke gelijkheid der sexen voor de stembus’ een maatstaf is van emancipatie, dan zucht de Fransche vrouw nog in kluisters. Zij stemt niet. In de fameuze vaart der volkeren komt zij achterop met de trekschuit, hoewel Hélène Boucher (helaas verongelukt bij een simpel toertje door de wolken) de snelste vliegenierster was der wereld, en hoewel Marie-Thérèse Gravat de jongste aller vliegeniersters is. Werkelijk, de record-man Delmotte heeft moeten slikken dat een vrouw hem te vlug af was tot hij een nieuwe machine kreeg om haar in te halen die reeds onder de schimmen vertoefde. Zou ze hem met hetzelfde toestel niet overvleugeld hebben? Zeker. Want bij alle vergelijkende examens, bij alle prijsuitdeelingen, in bijna alle beroepen staat de Fransche vrouw en het Fransche meisje bovenaan op de lijsten der winnaars. Zonder rechten en beladen met ketenen arriveert zij in de wedstrijden waaraan zij deelneemt overal eerste. Op de conservatoria. Op de hoogescholen. Op de gymnasia. In de literatuur. In de wetenschappen. In de fabrieken. Op de kantoren. Overal toont zij zich begaafder, vlijtiger, volhardender, nauwgezetter, vernuftiger, vaardiger en minder verstrooid dan de Fransche man en de Fransche jongen, die nochtans doorgaan voor schrander en bijdehand. In alle kringen en op alle leeftijden wordt zij gevreesd door de concurrenten van het sterke geslacht, dat haar een kwalijk verbeten afgunst begint toe te dragen. Bij werkloozen breekt de jaloerschheid af en toe door als een kiemende haat. Er zijn reeds sociologen die haar willen terugbannen naar het hoekje van den huiselijken haard, naast de poëtische krekels. Wat zou het zijn wanneer zij geëmancipeerd was en rechten had?
Doch waarom heeft zij geen rechten? Waarom kan zij geen gemeenteraad kiezen, geen afgevaardigde, geen senator, en waarom kan zij zelf noch burgemeester worden, noch lid van de Kamers, noch minister, noch wethouder, noch President der Republiek? Waarom verduurt zij, die den voorsten rang bekleedt in de maatschappij en in de beschaving, dat zij spoedig de eenige zal zijn onder al haar zusters van den aardbol aan wie in het beheer van stad en staat niet het bescheidenste en ondergeschiktste rolletje is toebedacht? Heeft de Fransche vrouw geen ambitie? Geen eigenliefde? Geen besef van zelfwaarde? Beperkt haar ondernemingszin zich tot haar persoonlijke belangen of tot de belangen van haar complementaire helft? Geenszins. Precies het omgekeerde. Ook in eerzucht, in bedrijvigheid, in ruimen kijk wijkt zij voor geen enkelen, mannelijken mededinger. Men vindt haar achter alle schermen, souffleerend, suggereerend, inspireerend en de touwtjes trekkend. Cherchez la femme, is een specifiek Fransch spreekwoord dat zoowel geldt voor den triomf eener idee, het succes van een schrijver, een kunstenaar, een staatsman, een financier, als voor de drama's en kluchten van het dagelijksche leven.
Maar wanneer de Fransche vrouw reeds zulk een overwicht bezit in de coulissen, welk een macht zou zij niet uitoefenen op de planken, voor het voetlicht? Waarom grijpt zij ze niet? Waarom taalt ze er zelfs niet naar? Nooit heeft men een optocht gezien van Fransche suffragettes. Men kan zich niet voorstellen dat tienduizend Parisiennes (van het millioen dat meerderjarig is) oprukken voor de verovering der stembus. Doch als zij 't doen. wie zal ze tegenhouden? De politie? De Mobiele Garde? Geen denken aan. Alle mannen zouden partij voor haar trekken. Omdat zij zich niet ridicuul en odieus durven maken, omdat zij niet het air wenschen te hebben van geborneerde tyrannen, omdat zij het gezanik moe zijn, omdat zij hun ongelijk voelen, of omdat zij ironisch willen zijn, zullen zij gezamenlijk uitroepen: Maar geef ze haar stemrecht, les mignonnes, de schatjes, de dotjes! Zonder slag of stoot zouden de vrouwen zegevieren. Ce que femme veut Dieu le veut, zegt een andere karakteristiek Fransche spreuk. Zonder den allergeringsten twijfel zal de Fransche vrouw kiezen en gekozen worden op den dag dat de lust erin haar bekruipt Zij heeft haar vrijheden slechts voor 't [oprap]en. Ze liggen klaar als geschenken die de man misschien niet happig [is om te] geven, maar die hij onmogelijk kan weigeren.
Zij neemt ze niet en ziedaar het raadsel. Op een handvol uitzonderingen na toont de Fransche vrouw geen ziertje lust en nog minder enthousiasme voor een promotie die alom geprezen is als een bewustwording, als een verheffing, als een opstanding uit onheuglijke boeien. Tot zelfs haar pionniersters, een Maria Vérone, een Duchesse de la Rochefoucauld, pakken de zaak aan zonder pit, zonder hartstocht, veel meer uit tijdverdrijf dan uit bezieling voor een levensvatbaar ideaal. Om obscure redenen had ‘Le Matin’ vorige maand met trommen en trompetten een feministische campagne ondernomen welke was aangekondigd en opgezet als een expeditie waarvan het heil der natie afhing. Enkele dagen later marcheerden de overige kranten mee op maat der muziek. De bioscopen bleven niet achter. Op alle witte doeken werden pittoreske interviews afgedraaid, die de onverschilligsten moesten interesseeren voor de propaganda. Men zou gezworen hebben dat de drukte spontaan was, universeel, dat de beweging opschoot uit de onderste beddingen van het volksinstinct en samenviel met een algemeene ontwaking.
De golfslag stuwde voort tot aan de treden van het Parlement. Wat vroegen de propagandisten aan de afgevaardigden? Een kleine proef. Een simpel experiment om te weten wat vrouwenkiesrecht oplevert. Laat ze stemmen, les mignonnes: voor de gemeenteraadsverkiezingen van Mei. Daarna kon men nog altijd zien. Met een ordentelijke meerderheid (305 tegen 236) gelast het Parlement de onmiddellijke discussie. Met een mooi crescendo (323 tegen 223) wordt het voorstel aangenomen. Dan komt er een socialist op de proppen met een tegenvoorstel dat aan de vrouwen alle electorale rechten toekent van den man. Triomfantelijk (453 tegen 124) wordt het geadopteerd. Victorie? Neen. Komedie! Sluwe, hypocriete komedie van geslepen praatjesmakers. Een vierde stemming immers zendt het wetsontwerp terug naar de commissies, wijl een zoo gewichtige, vérstrekkende hervorming niet ingevoerd kan worden zonder nader onderzoek. Met andere woorden: om de vrouwen te verhinderen te stemmen bij de gemeenteraadsverkiezingen van Mei werden zij kiesbaar verklaard voor Kamer en Senaat. Drie overwinningen voor niets: Een escamotage welke in listigheid alles overtrof waartoe men een Parlement in staat achtte. De geheele campagne van Le Matin, de andere dagbladen en de bioscopen verlamd en verloopen, getorpedeerd, geannuleerd. Zij kunnen van voren af aan beginnen. De gelijkberechtiging der vrouw verschoven tot een dag welke men in de almanakken niet vindt aangeteekend.
Het valt moeilijk een goocheltoer te waardeeren die schitterend is maar in zoo hooge mate deloyaal. Hoe echter reageeren de directe belanghebbenden? Haar woordvoersters troosten zich met het moreele resultaat, met de stelling van een probleem dat allerwegen reeds is opgelost. Eerst vergenoegden zij zich met het halve ei, daarna met den leegen dop. De rest der politiek-onterfden van Frankrijk kikt niet eens. Het is haar volmaakt om 't even of haar burgerlijke persoonlijkheid wordt weggemoffeld met een verraderlijken hocuspocus. En als de Fransche vrouw dom was, achterlijk of halfbakken, zou men haar onverschilligheid begrijpen en er berustend amen op zeggen. Maar dit geprivilegeerde wezen mag globaal gerangschikt worden onder de intelligentste manifestaties van de schepping. Wanneer men de bewuste, onbewuste en onderbewuste gedachten der tien millioen stemlooze Fransche vrouwen kon herleiden tot een quintessens zou het mij niet verwonderen dat het extract nog een bewijs geeft harer superioriteit. Het is haar stellig niet ontgaan dat vrouwenkiesrecht en vrouwenkiesbaarheid in geen enkel land een verandering teweeggebracht heeft, noch ten goede noch ten kwade. Zij merkten eer en beter dan de geblindeerde mannen dat een uitbreiding van het parlementarisme nimmer en nergens bijdroeg of zal bijdragen tot verlichting der ontelbare menschelijke nooden. Wellicht hebben zij zelfs met haar practische intuïtie altijd geweten wat de hardleersche man bezig is langzaam te ervaren.
[verschenen: 23 maart 1935]