Een vooruitgang?
Parijs, 28 Januari 1935
Sinds weken is een nieuwe pantserwagen reglementair in dienst gesteld bij het Fransche leger. Dit wil zeggen dat men hem niet meer verbergt, dat hij reeds in voldoende hoeveelheden rolt om ruimschoots te weten wat men aan hem heeft, om zich niet meer te misrekenen over zijn bruikbaarheid, en om een geduchte strijdmacht te vormen welke meetelt in de plannen van vriend en vijand. Hij is voortaan zoo weinig gesluierd dat buitenlandsche officieren die een oefentijd doormaken in het Fransche leger hem vrijelijk mogen bezichtigen en wij gelooven geen geheim te schenden door mede te deelen dat een aanzienlijk gedeelte der extra-oorlogscredieten, onlangs uitgetrokken, bestemd is om de fabricatie en den aankoop in massa's te verhaasten. Binnenkort zal hij legio zijn. De Franschman trouwens heeft hem nooit anders gekend dan in 't meervoud. Zooals men vroeger sprak van chevau-léger, zoo spreekt met nu van ‘les chars’ en de physionomie van dit woord kreeg reeds iets ratelends, knetterends en paffends dat ieder in de ooren ligt als een vertrouwd geluid.
De moderne stormkar is nauwelijks grooter dan de oude Renault's, de schrik der slagvelden van 1918, logge stoomwals die recht vooruit waggelde, alles plettend onder zijn wielen. Deze voorzaat was een beetje kreupel, bijna blind en volslagen doof. Vanaf de minuut dat hij zich in 't gevecht stortte viel hij buiten het bereik der commando-posten, buiten het bereik zelfs der begeleidende infanterie. Bekogeld van alle kanten was het ongeraden voor de bemanning om een deurtje te openen en het hoofd buiten te steken om een situatie op te nemen welke zij slechts fragmentarisch overspiedde door een enge kijkspleet. Men probeerde het gebrek te verhelpen en de communicatie met de bevelvoering te onderhouden door een beknopten code van vlagsignalen. Dit systeem echter veroorzaakte onder het bombardement of in terreinplooien niets dan teleurstelling en misverstanden. Maar op hun beperkt arbeidsveld, onder de hoede van het voetvolk, toonden de eerste strijdwagens reeds zoo vervaarlijke eigenschappen dat alleen schaarsche pioniers der toekomst hun betrekkelijke hulpeloosheid betreurden. Jaren en jaren hebben deze voorboden gehamerd op de noodzakelijkheid om oogen en ooren te verschaffen aan het geschubde monster dat niets miste om in de perfectie te verdelgen dan die zintuigen.
Zij kregen ten slotte wat zij verlangden en zelfs boven de maat. Zij zouden zich desnoods vergenoegd hebben met het primitieve pantser en de remplaçant der vroegere Renault's is geblindeerd met een dikker schild. In hun krijgshafte droomen beschouwden zij de beweeglijkheid als een vrome wensch doch niet als een conditio sine qua non en ook betreffende de snelheid wordt het maximum hunner desiderata vervuld. De jongste strijdkarren kruipen niet; zij rennen. Als het moest hadden de pioniers ook afstand gedaan van een zwaardere, doeltreffender bewapening en het geschut der nieuwelingen laat het kaliber der voorgangers een eind in de schaduw. Zelfs een wijder gezichtskring kwam pas in de tweede plaats en ook dien hebben zij. Wat zij eigenlijk wilden en vergden als het wezenlijke, waaraan zij zich vastklampten en wat zij nooit zouden hebben opgegeven, was radio aan boord. De moderne pantserwagen moest op kilometers afstand zijner basis bestuurbaar zijn, vanaf den grond of vanuit de lucht door vliegmachines.
En ziehier Hannibals olifanten geëvolueerd tot draadloos richtbare, stalen frontbrekers, met ontvangers en zenders. De voormalige dempers en reinigers van loopgraven, uitroeiers van mitrailleuse-nesten, verwerven een controleerbare mobiliteit waarop nimmer een troepenafdeeling heeft kunnen bogen. Bij zwermen of bij groepjes kan een commandant ze uitzenden tot mijlen over de grens, naar de achterhoeden en de verbindingslijnen van een vijand, op diens flanken, tegen bruggen, tunnels of concentratie-punten, alom verwarring stichtend, gejaagdheid wekkend en krachten bindend welke het initiatief van den tegenstander verlammen. Onderweg kan hij den marsch zijner wagens wijzigen naar eisch der ingekomen berichten. Hij kan hun tempo bespoedigen of vertragen, halt gebieden of rechtsomkeert, een doel aanduiden dat bij het oprukken der colonne nog niet in zijn vizier lag. Geen seconde behoeft hij het contact met zijn verspreide eenheden te verliezen. Door een paar seinen kan hij naar alle windstreken verzamelen blazen, de stormkarren naar een bepaalden sector dirigeeren van de gevechtslinie en hen gezamenlijk in den strijd werpen. Hij kan den oorlog verplaatsen naar oorden waarop niemand verdacht is. Geen munitie-park, geen proviand-magazijn, geen artillerie-stelling, geen troepen-convooi, reeds bedreigd uit de lucht, is voortaan veilig te land. Offensieven, die gedurende den wereldoorlog nog dagen lang in alle kalmte konden worden voorbereid, aanvallen, geregeld op de klok, van uur tot uur, tactische en strategische manoeuvres, alle zetten welke vroeger gecombineerd werden in de stille bureau's van een Staf, ver achter het front, staan in 't vervolg elk moment bloot aan de ontreddering, de bespringing, de losbarsting van de gepantserde benden die over heggen en struiken, over greppels, slooten en kuilen, over prikkeldraad en andere borstweringen onverhoedsch aanstuiven, gecommandeerd door een electrische vonk.
Deze theoretische bespiegelingen zijn onmiddellijk transformeerbaar in de practijk. Zij ontspruiten uit de sferen der speculatieve fantasie, doch haar realiseering ligt bevat in het voortvarende karakter van het nieuwe strijdmiddel. De graad van waarheid in onze anticipatie zal uitsluitend afhangen van het temperament der aanvoerders, van hun scheppende verbeeldingskracht, van hun innerlijke cadans en rhythme, van de kwaliteit hunner voortstuwende energie. Zoowel materie als mensch plooien zich gehoorzaam naar de orders van den bevelhebber en hij heeft geen andere rem dan motorpech. Van nu af reeds kan hij den oorlog te land even beweeglijk maken, even onvoorzienbaar, even stroomend en golvend als de oorlog ter zee. Completeer de eskaders van pantserwagens met de eskaders van automitrailleuses die elkaar met volmaakte cohesie aanvullen. Encadreer de eenen met de anderen. Denk den generaal in hun midden als de admiraal op zijn vlaggeschip. Voeg bij deze rijdende smaldeelen de regimenten cavalerie op motorfietsen, de infanterie in vrachtauto's, het lichte en gemiddelde geschut getrokken door tractoren. Veronderstel dat de beheerscher en regelaar dezer snelheden begaafd is met een Napoleontische drift. Overigens, een onstuimigheid, een drang, een bezieling als die van Bonaparte zijn niet eens onmisbaar. De motoren en de natuur der machine volstaan. Zij bepalen de vaart en de schielijkheid der schokken. Een talmend aanvoerder die bij den gang zijner motoren zou achterblijven zal onwillekeurig in hun wieling worden meegesleurd. Zoo niet door den spoed van zijn eigen wapentuig dan door het jachten van zijn tegenstander. Want het spreekt vanzelf dat ook de vijand beschikken zal over strijdkarren met radio en dat de wet die geldt dezerzijds eener grens ook geldt voor den overkant. Maar wat zal er in het gewoel dezer ijlende heerscharen overblijven van den oud-modischen oorlog? Waar zal slag geleverd worden? Aan de Elbe, de Oder, de Donau, aan de Seine, de Garonne, de
Rhône? Of overal tegelijk?
Om de werkelijkheid weer te geven zooals zij is, mag ik niet verzwijgen dat de militairen zelf in besluiteloosheid verkeeren omtrent de beste gebruiksaanwijzing hunner motorische uitvindingen. Zij zoeken naar een doctrine die tegen alle denkbare eventualiteiten garandeert en tevens de hoogste efficientie waarborgt. Doch zij ontdekten totnutoe evenmin een bevredigend leerstelsel voor de versnelde krijgsvoering te land als zij een steekhoudende methode vonden voor den oorlog in de lucht. Waar de ervaring ontbreekt, is elke hypothese verwant aan den chaos. De scherpzinnigste discussies slingeren alle rond de ondoorgrondelijke X van het onbekende. En misschien is deze vlijmende onzekerheid nog de meest vaste burcht voor onze rust. Er leeft in de wereld geen militair vakman die niet ten volle beseft dat de fabel van den tooverleerling voortaan letterlijk toepasselijk is op ieder die de krachten ontbreidelt welke in stilstand reeds domineeren en ontstellen.
[verschenen: 13 februari 1935]