Een beproeving
Parijs, 18 Januari 1935
In het geheim wenschten de Franschen dat het plebisciet der Saar zou uitvallen als een succès d'estime voor Duitschland. Zij hebben niets, absoluut niets gedaan of geprobeerd om dit te verhinderen. Toen zij de provincie voor 15 jaren in beheer namen, trokken zij er binnen met een escorte van douaniers, militairen, ingenieurs, technici en onderwijzers, uiterst verdienstelijke lieden zonder twijfel, doch van een rang en klasse waaraan 't de Saarlanders nimmer ontbrak en die slechts in geringe mate een der motorische ideeën vertegenwoordigden van het wezenlijke Frankrijk: het idee Vrijheid b.v., het idee Humanisme, het idee Civilisatie.
De ingenieurs moderniseerden de outillage der kolenmijnen en in weinig tijd steeg de productie der Saar tot een peil dat het verwaarloosde bekken (concurrent van de Ruhr) nimmer gekend had. Voor de rest gedroegen de Franschen zich alsof de mensch enkel leeft van brood, alsof de stof den geest beweegt, en niet omgekeerd. In alle dingen die het hart raken, die verwarmen, verheffen, veredelen, of alleen maar illusionneeren, voor alle elementen die geen andere waarde bezitten dan een soort van magnetisme, betuigden de Franschen de souvereinste onverschilligheid. Vermoedelijk hebben zij ondershands (het staat niet vast) de socialisten, communisten en katholieken gesubsidieerd die de schimmige partij van den status quo vormden, en waarschijnlijk hebben zij een deel der lijzige anti-hitleriaansche propaganda bekostigd. Maar in heel de Saar was geen Fransche bioscoop, geen Fransch theater, opera, operette of concertzaal, geen Fransche boekhandel, geen Fransche krant. Nimmer zonden de Franschen een hunner beroemde predikers naar de Saar, noch een hunner kunstenaars, schrijvers, geleerden of redenaars. Tot de laatste dagen voor het plebisciet was er geen enkele Fransche radio-post die zich ooit bekreund had om een gewest waar volgens een schatting van 1919 nog 150.000 Fransch-gezinden woonden! Uit overmaat van achteloosheid verzuimden zij tenslotte ook de materieele kwestie, de eenige factor die werkte in hun voordeel en toen de oeconomische crisis uitbrak, troffen zij geen enkelen uitzonderingsmaatregel voor de steenkolen der Saar waarvan zij de opbrengst hadden bevorderd.
Wanneer de Saarlanders den blik naar Duitschland richtten, werden zij gefascineerd door alles wat ziel en gemoed beloven kunnen aan innigheid, aan vertrouwelijkheid, aan liefde, duizelden zij weg in de unanimiteit van een onmetelijk enthousiasme en een mystiek ideaal. Wanneer zij de oogen naar Frankrijk wendden, zagen zij een grenzenlooze woestenij zonder een vleugje warmte. Den dag, dat de uitslag van het plebisciet gepubliceerd werd, wonden de Franschen zich honderdmaal meer op voor de overwinning van hun nationalen bokskampioen Marcel Thil op den Brit Mac Avoy dan voor het lot der historische ‘invalspoort’, met haar zeven strategische banen die naar Frankrijk leiden. De eenige man - Maurice Barrès - die als Lotharinger en kunstenaar de Saarlanders intuïtief begreep, de eenige man die genie en geloof genoeg bezat om het verschrikkelijke deficit zijner natie te dekken, om het te ondervangen, was in 1932 voortijdig overleden. De eenige generaal - Mangin - onafhankelijk genoeg om tegen het defaitisme der Fransche regeeringskringen op te tornen, stierf kort daarna. En alles wèl beschouwd, onder den gezichtshoek vrede of oorlog, is de loomheid der Fransche massa misschien verkieslijker dan de trillingen die gewekt hadden kunnen worden door de twee betreurde chefs. Doch waarom verlangde Frankrijk in de Saar een plebisciet wanneer het zijn pleit van te voren en zonder zweem van verdediging opgaf? Er ging gedurende vijftien jaren in de Fransche Republiek meer aan onmisbare vitaminen verloren dan men durft gissen, meer dan het hechtste optimisme kan waarnemen zonder zorg. Men zou geheel zeker willen zijn dat die verslapping voortkomt uit toevallige en niet uit inhaerente oorzaken, meer accidenteel is dan organisch.
In het geheim, zei ik, wenschten de Franschen voor Duitschland een succès d'estime. Zij wenschten echter geen triomf. De Quai d'Orsay, waar de cijfers veel te dikwijls afhangen van de sympathieën, rekende op een proportie van 40% ‘statuquotisten’. De bureau's echter van Leger en Luchtvaart, voorzichtiger en onpartijdiger, kenden in hun prognostieken 80% toe aan Hitler. Maar toen de Sarre-Magnaat Hermann Röchling, een maand vóór het plebisciet geinterviewd door L'Intransigeant, vierkantweg verklaarde dat Duitschland minstens 90% der stemmen zou hebben, werd zijn voorspelling begroet met een serie uitroepteekens. De ingelichten voelden zich superieur boven een extravaganten megalomaan en hielden hem onder elkaar voor 't lapje. Zou Parijs, tot het elfde uur stipt neutraal, ja zelfs afzijdig gebleven, op 11 Januari in de Saar zijn ‘Wort zur Aufklärung’ hebben laten aanplakken, indien het zich niet gepaaid had met de stille verwachting van een labiel evenwicht tusschen de kiezers? Dat manifest, het eenige waarmee Frankrijk zich op 't nippertje candidaat stelde, was eenvoudig, waardig, nobel en zelfs ontroerend wegens den bezonnen, hartstochtlozen klank waarmee het Fransche redelijkheden opriep te midden eener bevolking die gloeide als het Brandende Braambosch. Het sprak van ‘La France, pays de Liberté’. Het zei tot de Saarlanders: ‘Gij zijt geen lieden die men behoeft te zeggen wat zij te doen hebben.’ Het comprimeerde de Saar-problemen in de formule van een wachtwoord dat ook had kunnen klinken in 1792, op den vooravond van Valmy, waar volgens Goethe een ander tijdperk aanving. De Fransche conceptie van wereld, mensch, staat en maatschappij, trotseerde de Duitsche conceptie. De Fransche mystiek, dateerend van de Eleusische Mysteriën, trad in het strijdperk tegen de Duitsche mystiek, dateerend van Hitler.
Was het raadzaam van Frankrijk om dit antieke vaandel te ontplooien op het oogenblik van den slag? In de emoties welke de nederlaag oprakelt brengt de oude vaan een nieuwe nuance. Bij het gevoel van opluchting voegt zich een smaak van bitterheid en ontgoocheling. Onder de tevredenheid over de eindelijke vereffening van een sleepend geschil mengt zich de schietende pijn eener vernedering. Klop te krijgen op zuiver geografisch of ethnologisch terrein, waar het resultaat voorzien was, waar belangen in het geding kwamen doch geen eigenliefde of prestige, is een ondervinding waarin de Franschen zich alles tezamen genomen zouden geschikt hebben zonder wrevel. Maar smadelijk klop te krijgen zooals Frankrijk 13 Januari klop kreeg, op het gebied van symbolen en totems, van doctrine en levensbeschouwing, van stokpaardjes en idealen, is ongetwijfeld een beproeving welke moeilijker verkropt wordt door fanatici, en zelfs door lauwen. In dit opzicht steeg het aantal der Hitlergezinde Saarlanders boven het betamelijke. Hun exorbitant percentage vertolkte wat in academischen stijl een kaakslag heet, in de dagelijksche taal een oorveeg. Laat ons als neutrale toeschouwers een eeresaluut brengen aan de 2124 Fransche stemmen (op de 539.541) die de beteekenis van den klap onderstreept hebben. Ziehier een handvol landgenooten van Maarschalk Ney (geboren te Sarrelouis) die nimmer van opinie zullen veranderen. Hun overtuiging, voor welke zij alles opofferen, is geankerd in de rots. Waar tienduizenden socialisten, communisten en katholieken op het uur der beslissing deserteerden en tusschen de vier wanden van het isoleerhokje ongemerkt uitknepen, daar betuigden 2124 dapperen hun onwankelbare trouw aan Frankrijk, dat trouw over 't algemeen karig beloont en volstrekt niet aanwakkert. Zij zijn te dun gezaaid om de teleurgestelde Franschen te troosten. Doch als exemplaren van verknochtheid hebben zij recht op hulde en bewondering.
Het schijnt evenwel niet dat de buitensporigheid van triomf en désastre een storenden invloed zal uitoefenen op de Fransch-Duitsche betrekkingen. Het zou natuurlijk te veel zijn om van de Fransche pers te vergen dat zij zich verrukt toont over den uitslag, maar men gaat niet ver bezijden de waarheid door alles wat zij over het plebisciet schrijft andersom te lezen en tegen den draad. Hoe lang zal dit noodzakelijk masker nog als fatum wegen op Europa? Wanneer zal de toegestoken hand gedrukt kunnen worden zonder dat andere gevaren opdoemen in de hoeken waaruit vandaag vervalschte en provoceerende telegrammen aanspoeden? Men vergete nimmer dat Frankrijk en Duitschland, gelijkelijk bedreigd in hun autonomie, bewegingsvrijheid en onafhankelijkheid, solidair zijn tegenover alle hinderlagen der ontwapening. Hitler, die na het Accoord van Rome reeds een Engelsche invitatie afsloeg welke de conferentie had kunnen heropenen, zal Frankrijk op dit gebied nog menigen dienst bewijzen. Voor zoover de Franschen wrok koesteren, minder over de zegepraal dan over hun eigen nederlaag, zullen zij haar koelen in de binnenlandsche politiek, en, gelijk zij gewoon zijn, langs de zonderlingste omwegen. Want zoo alles hier rustig is, het is er lang niet kalm.
[verschenen: 6 februari 1935]