De wegen naar Rome
Parijs, 20 Nov. 1934
Het is den Franschen niet gelukt, gesteld dat zij 't probeerden, om de Yoegoslaven te verhinderen den moord van Marseille voor het gerecht te brengen van den Volkenbond. En of Genève de zaak in de kortste keeren behandelt of verschuift, of de uitspraak snel valt of nooit, deze détails schijnen van tamelijk ondergeschikt belang vergeleken bij het feit dat voldongen wordt door het proces op zichzelf, door de aanklacht en de dagvaarding.
Alles tezamen genomen, wenschte de Quai d'Orsay zand erover. Zand over de bloedvlekken op het Beursplein, zand over het heulen van daders en aanstichters in het buitenland en in Frankrijk. Doch vanaf het eerste moment had Jevtitch dezen uitgang vergrendeld met de vastberadenheid en den spoed van een staatsman die de consequenties van het drama overzag tot in haar verste uitloopers. Geen etmaal liet hij het lijk van zijn koninklijken meester op Franschen bodem. Hoewel een der grootste dagbladen in hetzelfde nummer dat den aanslag meldde een smeekschrift richtte tot de koningin-weduwe van Yoegoslavië om toe te staan dat het stoffelijk omhulsel in staatsie naar den Parijschen triomfboog vervoerd zou mogen worden, waar de Fransche natie haar leedwezen en haar amende honorable zou betuigen als een apotheose, ging de zon niet weder onder over de haven van Marseille of reeds bevond de Doebrovnik zich in volle zee met het stoffelijk overschot van den vorst. Men moest de vernedering slikken die klonk als: geen ijdele parade, geen gesol! Andere maatregel welke leek op een hoon: Jevtitch eischte dat de trein waarin de kleine kroonprins reisde, zou stoppen op twintig kilometer van de hoofdstad en dat de troonopvolger Parijs uit onbekende richting binnenreed in een auto. Hij mocht eens ontvangen worden als zijn vader! Derde beproeving: Verschillende bladen konden mededeelen dat Jevtitch als voorwaarde tot verlenging van Servië's bondgenootschap het onmiddellijk ontslag vroeg van Sarraut en de bestraffing der politiechefs.
Men kon zulke geruchten zelfs niet tegenspreken, evenmin als men de Servische achterdocht en kwetsbaarheid kon kwalijk nemen. Niet alleen het juridische recht, niet alleen de officieele etiquette, maar ook de woelin[gen der ge]griefde publieke opinie waren op de zijde van Jevtitch. Had de Quai d'Orsay in die dagen van rouw en uitvaart Belgrado willen verloochenen, of had hij enkel maar een voorzichtigen afstand willen bewaren, hij zou niet gedurfd noch gekund hebben. De Fransche diplomatie verloor haar bewegingsvrijheid in de omstandigheden en de gevolgen der Marseillaansche tragedie. Geen nuance in de sympathie welke men Servië verschuldigd was, in de dankbaarheid waarmee Belgrado het leedwezen van Frankrijk aanvaardde en zelfs in het gejammer van een volk dat zijn koning begroef, geen nuance in deze spontane of berekende gevoelsgraden die de Franschen niet hechter bond aan Yoegoslavië. Belgrado kon Parijs afvallen of trouw blijven naar believen. Zijn trouw tintte zich zelfs met de kleur der edelmoedigheid. Het was echter niet voegzaam en niet geraden dat Parijs zijn wenschen opdrong aan een volk welks vorst gedood werd als gast van Frankrijk. Dit is een der uitvloeisels van de samenzwering waarop men misschien het minst verdacht was, doch waarvan Belgrado met weergalooze meesterschap partij zou trekken. Het bloed van Alexander legde den Franschen verplichtingen op waarvan geen macht ter wereld hen kan ontslaan. Het knoopte banden welke de meest realistische staatsman niet kan breken. Door het offer van Alexander (en wie zal zeggen of het offer niet geplengd is met zijn toestemming...?) werd een bloedbroederschap bezegeld tusschen Frankrijk en Yoegoslavië dat sterker vereenigt dan geschreven verdragen. Tot zekere hoogte en voor onbestemden tijd werd de Quai d'Orsay vazal van Belgrado.
En weldra bemerkte men dat niet alle wegen naar Rome leiden, ondanks het spreekwoord. Zeker niet de weg die liep over Marseille. Reeds in 't midden van den zomer bevatte Barthou's reis-programma een ontmoeting met Mussolini en zijn receptie in Italië zou een plan bekronen waarvan men nooit geweten heeft of het geconcipieerd was door een Fransch minister of gesuggereerd door den Duce. In ieder geval werden weinig ontmoetingen vuriger verlangd door Mussolini dan dit Fransch-Italiaansch a-parte. Hij heeft er beurtelings om gedreigd, en wat hem stellig moeilijker viel, erom gevleid. Om Frankrijk te pressen militariseerde hij de kinderen van acht jaar en zette de twee linie-schepen van 35.000 ton op stapel die hem zullen ruïneeren en waarmee hij zich de vijandschap op den hals haalt van Engeland wanneer hij ze afbouwt. Het baatte niet, want Parijs gaf geen blijken van ongerustheid of haast. Hij nam verscheidene Fransche kranten in dienst en het baatte nog minder. Zij zongen den lof van zijn fascineerende persoonlijkheid, doch telkens als er een datum bepaald moest worden voor het begeerde rendez-vous kwam er belet. Mussolini stampvoette van ongeduld maar volhardde. Men kreeg den indruk dat hij desiderata die tien jaar gekoesterd werden zou hebben laten schieten wanneer Barthou te Rome had willen raadplegen over Yoegoslavië in plaats van met Yoegoslavië te raadplegen over Rome.
Hoe stonden de kansen van den Duce toen Alexander te Marseille aan land stapte om het tweegesprek met Frankrijk, begonnen te Belgrado, te voltooien? Waarschijnlijk gunstig, want anders had Alexander den tocht niet ondernomen. Doch alle verwachtingen, goede, middelmatige of slechte, werden neergeschoten in een onbewaakte automobiel. Welk een slag voor Mussolini wanneer de moordenaars, gedresseerd in Italië, en in het met Italië bevriende Hongarije, optraden zonder zijn toestemming en buiten zijn voorkennis! Welk een maestria bij hen die een oud complot, gesmeed met zulken steun, zijdelings deden ontbranden tegen Rome! Hoewel zijn gansche Donau- en Balkanpolitiek afhangt van Yoegoslavië's inschikkelijkheid reageerde Mussolini alsof er niets gebeurd was. Hij zond oorlogsschepen om saluut-schoten te lossen in de Straat van Messina. Barthou verdween, maar de Duce beraamde nieuwe recepties met zijn opvolger Laval. Eerst zou de reis plaats hebben eind-October. Daarna begin-November. Toen half-November. Vervolgens op een dag in December. En straks misschien met sintjuttemis.
Waarop stuiten de eenvoudige plannen voor een conversatie waarvan het onderwerp sinds jaren wijd en breed is uitgeplozen? Niet op de vraag of de Italiaansche emigranten van Tunis hun nationaliteit zullen behouden. Niet op de vloot-pariteit. Niet op een grensverschuiving in de Lybische woestijn. Niet op een uitweg naar zee over Djibouti. Niet op de vergunning van Parijs om Abessinië te veroveren op de Ethiopiërs en... de Japanners. Wanneer Frankrijk een alliantie met Rome kon koopen voor een dergelijk bod zou het even dwaas doen door te aarzelen als Italië onverstandig zou handelen indien het een Fransch accoord verwierp wegens futiele prijsverschillen. Men moet dus aannemen dat het conflict oneindig dieper wortelt, dermate diep dat men het niet kan aanroeren of het kost een doorluchtig leven zoodra het met den ernstigen wil tot vereffening onderzocht wordt.
Inderdaad, de grondoorzaak van het tweespalt tusschen Rome en Parijs ligt in hun wederzijdsche verhouding tot Yoegoslavië, dat tegelijk een bastion is voor Frankrijk tegen de fascistische expansie en een bedreiging voor Italië wegens het Servisch dynamisme. Daarom ook is het probleem onoplosbaar. Geen der drie partijen kan capituleeren. ‘Vijf honderd duizend Slovenen hebben niet het recht hun naam te graveeren op hun graftomben’, schreef kortgeleden een woordvoerder der Serviërs, die nimmer zullen rusten alvorens zij heerschen over Istrië en het achterland van Triëst. ‘De Dalmatische kusten waren Italiaansch in het verleden en zullen Italiaansch zijn in de toekomst’, antwoordt Mussolini. Frankrijk kan noch de droomen aanmoedigen der eenen, noch de hersenschimmen van den ander. Het kan zich nog minder compromitteeren ter wille van illusies. Als het gemakkelijk is om Yoegoslavië van zich te vervreemden, het bloc der Kleine Entente te versplinteren en een politiek systeem te sloopen dat met moeite werd opgetrokken, wat krijgen de Franschen ervoor in de plaats? De beloften van een land dat de uitdrukkingen schiep van ‘sacro egoismo’ en ‘Italia fara da se’. Het woord van een bewonderaar, volgeling en rasgenoot van Machiavelli. Neen! Wanneer niet het geheele mysterie der Sûreté, die Alexanders bescherming verwaarloosde, verklaard wordt door een karakteristieke schaduwzijde der Italiaansche doeleinden, zeker schuilt daar een deel van het geheim. De staatspolitie achtte het raadzaam een weg te versperren welke door diplomaten was geopend.
[verschenen: 8 december 1934]