In afwachting
Parijs, 27 September [1934]
Eindelijk! Doumergue heeft gesproken. Het ergste wat men vreezen kon, dat hij zou heengaan of voortgaan zonder te spreken, is afgewend. Feit van onschatbaar belang: De eerste die door zijn woorden gebonden wordt, de eerste wien zij een taak opleggen is de Wijze van Tournefeuille, de chef van het gouvernement. Hij heeft achter zich het leger, de vloot, de luchtvloot, de gendarmerie, de Banque de France en alle groepen der maatschappij die uiteraard een conflict verfoeien met het wettig gezag. Hij heeft tegen zich driekwart der Kamer, de helft van den Senaat, het socialistische en communistische contingent der bevolking, de meerderheid der ambtenaars, de internationalisten en allen die den Franschen soldaat willen bezigen als huurling in dienst van Duitsche émigrés en van een Sociaal-Democratie, welke erbarmelijk geklopt op de vlucht sloeg.
De strijd tusschen beide kampen kan heet worden. Misschien ook bakt de tegenstander zoete broodjes. De dingen echter, die gebeuren kunnen, behooren tot de onontsluierde toekomst. Het essentieele is dat Doumergue niet meer wijken kan. Dat hij slag moet leveren. Dat de versnipperde, onsamenhangende bevliegingen en opwellingen van Zes Februari zich kunnen kristalliseeren, concentreeren rondom het punt waar niet alleen de meeste redelijkheid is, doch ook de meeste macht. Al zou de Wijze niet persoonlijk de eind-overwinning wegdragen, al zou een ander maaien wat hij zaait, de campagne opent onder uitstekende voorwaarden. De kansen voor de vlag bij welke Doumergue zich aansluit (vlag kortgeleden nog oproerig) staan gunstig en kunnen niet meer keeren. Met deze zekerheden bij den aanvang en in het verschiet mag men overigens sceptisch oordeelen over wat de Wijze sprak en voornamelijk over wat hij doen zal. Zijn programma-rede, gegrift in een matrijs van gevoelige was, zal pas over enkele weken in den handel komen als gramofoon-plaat. Want zijn woorden zullen niet vervlieden gelijk krinkels in het water. Zij zullen blijven, geperst in het eboniet. Maar als ik goed geluisterd heb naar de eenvoudige en vaste, soms bedrukte, af en toe verbitterde stem van de draadlooze, en wanneer ik de woorden getrouw vertolk, dan kan het Plan van den hervormer samengevat worden in de volgende vijf artikelen.
1o Het minister-presidentschap, dat op 't oogenblik een fictie is, een formule, wordt een constitutioneele realiteit. De voorzitter van het kabinet, het hoofd der regeering, krijgt een eigen gebouw, een eigen staf van medewerkers, en zal een wettigen voorrang bezitten op de andere leden van zijn ministerie die hem voortaan gehoorzaamheid verschuldigd zijn.
2o De Kamer van Afgevaardigden verliest het initiatief tot het voorstellen van uitgaven. Aan de volksvertegenwoordigers, aan de partijen en aan de commissies wordt de gelegenheid ontnomen om het grootste aantal kiezers te verknochten door tegen elkaar op te bieden bij alle posten van openbare milddadigheid. De schatkist zal niet meer geplunderd worden door ronselaars van stembriefjes. Wanneer een budget niet binnen den wettigen termijn door de Kamer is aangenomen, zal het budget van den voorgaanden dienst automatisch geldig worden voor het loopende boekjaar. Het gouvernement bewaart de sleutels der kas. De penningen der belastingbetalers zullen niet worden verkwist voor electorale doeleinden.
3o Zoo er met een weerspannige Kamer niet te regeeren valt, zal de voorzitter van den ministerraad den President der Republiek kunnen verzoeken haar te ontbinden, zonder gelijkluidend advies van den Senaat dat tot dusverre vereischt was. Een Parlement dat zijn krachtdadigste werkingsmiddel op de kiezers heeft prijsgegeven wordt om een meeningsverschil naar de stembus gestuurd. Daar verkiezingen zeer duur zijn, wil Doumergue hopen dat facultatieve ontbinding den ijver van beroepsomverwerpers en andere portefeuille-hengelaars zal temperen.
4o De voorzitter van het kabinet zal bijgestaan worden door Economische Raden die de verschillende maatschappelijke, industrieele, commercieele factoren en belangen van het land vertegenwoordigen, gelijk de Kamer de diverse partijen vertegenwoordigt.
5o De ambtenaars ontvangen een constitutioneel statuut dat hen vrijwaart voor favoritisme, arbitraire bevoorrechting of benadeeling, maar dat de propaganda van wettige en onwettige vakvereenigingen, de actie van revolutionnairen, hun tyrannieke bemoeizucht, hun dagelijksche inmenging in Staatszaken en de uit deze misbruiken voortvloeiende geleidelijke eliminatie van het gouvernement onmogelijk maakt. Het privilege dat de ambtenaars verwerven en de daaraan verbonden veiligheid wordt geruild met een aanzienlijke bekrimping hunner burgerlijke vrijheden.
Dat klinkt kort, helder, solide en ondubbelzinnig. De Wijze van Tournefeuille, van huis uit radicaal en man van links, achterhaalt op zijn ouden dag de moderne autocraten en streeft ze voorbij. Hij schaart zich naast Philippe le Bel en Louis XIV. Hij zegt niet: L'Etat c'est moi, omdat hij er geen nut in ziet de evolutie te forceeren, passies te ontbreidelen en honden te wekken die misschien nog slapen. Maar het devies van Le Roi Soleil ligt in het perspectief van het minister-presidentschap zooals Doumergue het opvat. Eén chef is voldoende en die ééne chef is een noodzakelijkheid. Ook Philippe le Bel, ook Louis XIV beheerden persoonlijk de staatsfondsen zonder contrôle. Ook zij hadden ministers die hun ondergeschikt waren, die zij benoemden en ontsloegen volgens den eisch der omstandigheden. Ook zij hadden parlementen welke zij aan een lijntje hielden en op een afstand. Doumergue mag zich, om de pil te vergulden, beroepen op het Engelsche parlementaire model. Het lijdt evenwel niet de minste twijfel of een ontbindingssysteem dat onder den invloed der traditie en van het Britsche karakter normaal werkt in Groot-Brittannië, zal in Frankrijk slechts kunnen functionneeren onder dwang. Tegenover een minister-president, die het gezag en het geld in handen heeft, zal het parlementarisme van lieverlede evolueeren naar een overbodige instelling of naar een vergadering van samenzweerders en intriganten die des te harder zullen flikflooien naar omlaag, wijl de uitwegen naar omhoog zijn afgesneden. Doumergue laat trouwens duidelijk merken dat de Franschen zich de kosten van een Parlement kunnen besparen. Immers, alvorens zijn hervormingen voor te leggen aan de volksvertegenwoordigers, wendt hij zich over het Parlement heen rechtstreeks tot de natie. Daarin verschilt hij nog van de absolutisten. Doch hij volgt wederom hun spoor wanneer hij evenmin het regentschap duldt der vakvereenigingen als Philippe le Bel de autonome macht duldde der
Tempeliers, en zijn opvolgers de mededinging der feudale dynastieën. Wanneer het begrip Staat, ondermijnd door anderhalve eeuw individualisme, anarchie, overwoekering of emancipatie van secondaire organismen een grondige revisie eischt, op straffe van complete onttakeling, dan onderscheidt een Doumergue zich in zijn maatregelen nauwelijks van de eigengereidsten der koningen. Hij redt hoogstens een beetje van den schijn. Maar hoelang zal zijn minister-president zich laten plebisciteeren, gelijk Napoleon, gelijk Hitler? Men kan gerust aannemen dat dit voornamelijk zal afhangen van zijn temperament en van zijn crediet bij de massa's.
Daar een herziening der constitutie slechts geschieden kan door de Assemblée Nationale, vergaderend te Versailles, schenkt de Wijze aan Kamer en Senaat een laatste kans om zich pro forma ten minste te handhaven. Wij durven niet voorspellen hoe de edelmogenden, uitgenoodigd om hun eigen abdicatie en degradatie te stemmen, deze gelegenheid zullen gebruiken. Wij weten evenmin hoe Doumergue de ingewilligde heerschappij zal benuttigen. Hij heeft zich bitter beklaagd over de afkammers die hem harceleeren met klachten over zijn onwerkzaamheid, na hem van alle kanten en met alle middelen te hebben gedwarsboomd. Ongetwijfeld beseft Doumergue beter dan iemand dat hij de Assemblée Nationale niet behoeft bijeen te roepen om inspecteur Bony en een bende meineedigen en valsche getuigen te arresteeren, om het bondgenootschap met de Soviets te verhinderen, om de geprotegeerde handlangers van Stavisky te kerkeren, om de Staatspolitie te reinigen van geboefte, om Frankrijk en de Fransche koloniën te zuiveren van communistische agitators en cosmopolitische raddraaiers. Na zijn moedige toespraak tot het beste deel der natie mag men gelooven dat de verzuimen of de fouten welke hij beging hun oorsprong vonden in zijn onvrijheid, in zijn gedwongen machteloosheid. Doch al zou hij in 't vervolg, meester van het gezag, falen, zwichten en bezwijken, de hoop welke hij teleurstelde, de idealen die hij niet verwezenlijkte, zullen hem versterkt en verjongd overleven. Hij gaf aan de beweging waarvan Zes Februari de eerste etappe was een nieuwe impuls door zijn openlijke waardeering harer richtingslijnen en wegwijzers, door zijn vierkante oorlogsverklaring aan de partijen der Rooden. Wanneer hij de begonnen taak niet tot het einde voltooit, hij heeft haar tenminste niet geweigerd. Door haar te aanvaarden legaliseert hij de beschikbare energie welke hem aan 't bewind bracht. Het had ook anders kunnen zijn. Aan het garnizoen van Parijs, dat dezen herfst verdubbeld werd, had
een wettig gouvernement de verdediging kunnen gelasten van zaken, die, op zijn zachtst gezegd, behooren tot de onverdedigbaarste, van zaken, jammerlijker op zich zelf dan de tranen en het bloed die voor haar gestort zouden worden.
[verschenen: 18 oktober 1934]