Geen oorlog
Parijs, 8 Juni [1934]
De lente gaat voorbij met alzijdige manoeuvres.
Bizerte, oorlogshaven op de Afrikaansche kust, waterdicht schot dat de Middellandsche Zee in twee stukken scheidt, is van achteren overrompeld te land, door troepen, ontscheept gedurende een stikdonkeren nacht en een vliegenden storm. De oefening slaagde boven verwachting. In werkelijkheid zouden verscheiden vestingwerken zonder slag of stoot bezet zijn geworden door de aanvallers, die een halven kilometer hadden gestrompeld in water dat reikte tot de schouders. Het was geen bureaucratische onderneming gelijk de oorlog van 1914 er tientallen zag mislukken, doch een welberekend avontuur als in de tijden van houten paard en turfschuit, toen men waagde om te winnen. De fantasie en het genie hernemen hun rechten op het talent.
In den Atlantischen Oceaan is een langzaam en smokerig konvooi, komend van Marokko, verdedigd tegen een vijand die uit drie richtingen aanstoomt. De Fransche admiraliteit heeft geen thema dat haar sterker fascineert dan het transport der Afrikaansche regimenten, die bijna de helft vormen van Frankrijk's weermacht. Met een ietwat onredelijke koppigheid zoekt zij oplossingen, welke niet kunnen bestaan voor de beperkte middelen waarover zij beschikt. Voor den zooveelsten keer werd het konvooi met man en muis vernietigd. Maar de groote les dezer exercities is niet het wederom geducht gevoelde tekort aan moderne linieschepen (dat wist men), doch de relatieve onbruikbaarheid eener luchtvloot waarop de verdedigingspartij een deel harer illusies gebouwd had. Wie toekomst-visies uitbroedt moet aan alles denken, en niet vergeten dat een lichte of zware mist, veel voorkomend ter zee, veiliger beschermt dan de dikste kunstmatige rookgordijnen, en dat een schip nog zal uitvaren met een lucht, waarin geen enkele machine kan opstijgen. Alsof de hemel zelf aan de Fransche admiraals een teeken wilde geven was de atmosfeer, zoowel te Bizerte als op den Oceaan dermate verstopt of bewogen dat van een aanwending der verzamelde vliegtuigen geen sprake kon zijn. De hemel snelde de admiraals eveneens ter hulp, want hij leverde hen een onomstootelijk argument voor de onverminderde geschiktheid der slagkruisers, welke niet zoo verouderd en onhoudbaar zijn (mist en storm dienende) als vooruitstrevende mariniers gaarne beweren sinds snelle vliegtuigen met bommen en torpedo's boven de wateren zweven. Doch daar orakels zich dubbelzinnig plegen te uiten, bewees de hemel even klemmend het tegenovergestelde: bij helder, kalm weer is het voor een vloot die een milliard kost waarschijnlijk raadzamer om voor anker te blijven. Het geschil tusschen traditionalisten, geloovend aan pantserkruisers, en nieuwlichters, zwerend bij de luchtvaart, is bijgevolg lang niet beslecht. Alleen een echte oorlog
kan het uitmaken door een van beide afdoend den bodem in te slaan. Tot dien dag zal men beide bouwen, èn slagschepen èn vliegmachines.
Een week later landde op het schiereiland Rhuis, aan de Bretonsche kust, een vijandelijk expeditie-corps, dat werd afgeslagen en teruggedreven in den Oceaan. De opperbevelhebber Weygand critiseerde persoonlijk de operaties welke in deze gewesten niet de eerste zijn harer soort, en die, door het belang dat eraan gehecht wordt, een frappant contrast leveren met de domineerende manoeuvres van vóór 1914. Als er eenige kijk was op een positief antwoord zou 't de moeite loonen om Weygand te vragen in hoeverre de waarheid volgens zijn idee ooit zal overeenstemmen met de verdichting, en welke de mogendheid is die met een aannemelijke kans op succes verleid kan worden om troepen te landen op een Fransche West-kust. Stellig niet Duitschland dat hoogstens over vijf jaar het materiaal zal bezitten om dergelijke krijgstochten (zelfs met verlof van Engeland) tot een bevredigend eind te voeren. Stellig ook is Duitschland nog geenszins bij machte om Fransche konvooien te belagen met verzekerde resultaten. En stellig beraamt Duitschland geen nachtelijke overvallen op Bizerte. Wanneer het programma van spiegelgevechten, zooals vroeger, gebaseerd blijft op mogelijkheden en waarschijnlijkheden (en waarom zou de Fransche Staf tijd en geld verspillen aan absurde hypotheses?) dan werpen de plannen der Fransche oefeningen een duidelijker licht op de werkelijke oriënteering der internationale politiek dan de verbloemde, gehuichelde, misleidende en zelden doorzichtbare comedies der staatslieden.
Als zoo de lente vol was van krijgsrumoer, ook de zomerlucht zal daveren van machines en wapenen. De hernieuwde luchtvloot, verder voltooid dan dikwijls wordt voorgewend, zal in Juli geconcentreerd worden voor autonome oefeningen en gezamenlijk uitvaren om de strategie en de tactiek te bestudeeren welke de vluggere en machtigere vliegtuigen nog als een geheim in hun flanken dragen. Daar de zeer ingewikkelde mechaniek der bespoedigde mobilisatie totnutoe nimmer gecontroleerd werd, zal een gedeelte der reservisten gedurende de vacantie-maanden worden opgeroepen op voet van oorlog. De onverwachte en talrijke problemen welke de gemotoriseerde ruiterij stelt aan het commando zullen grondig onderzocht worden door de ontplooiing eener volledige divisie rollende cavalerie. Het is evenwel reeds gebleken dat het kamp van Mailly, ondanks zijn reusachtige afmetingen, te klein werd voor het uitvoeren der simpelste bewegingen. Niet omdat de mechanische ruiterij meer plaats beslaat, doch voornamelijk omdat zij in een minimum tijd een maximum afstand bestrijkt en doodloopt alvorens een manoeuvre zich ontwikkelen kan. Men zal dus het einde van den oogst afwachten om over de ruimte eener geheele provincie te beschikken. Deze cavalerie, tusschen haakjes, rent over greppel en sloot, door bosch, akker en weide, zij chargeert door kuilen, glooiingen, mijntrechters en andere hindernissen, met het zelfde gemak hoewel niet met dezelfde sierlijkheid als het voormalige paardenvolk.
Voor het loopend boekjaar heeft het Parlement een reeks buitengewone oorlogscredieten gestemd tot een totaal bedrag van 3.140 millioen francs en daarmee zijn ongeveer de vroegere bezuinigingen geannuleerd. Wie echter uit al deze toebereidselen zou willen afleiden dat de Fransche natie verkeert in een toestand van moreele mobilisatie, van alarm, opgewondenheid, onrust en huiver, gelijk zou passen bij de nadering van een spook, vergist zich terdege. Er is op 't oogenblik oneindig minder krijgsrumoer in de lucht en in de harten dan omstreeks 1932 b.v. Niemand gelooft aan de nabijheid van een oorlog. Het publiek bezit deze overtuiging instinctmatig, de ingewijden, voor zoover zij zich lieten raadplegen, bevestigen haar met gemotiveerde redeneeringen. Noch in 't Westen, noch in het Verre Oosten constateeren zij de aanwezigheid van een reëel, urgent gevaar. Militaire, financieele en politieke oorzaken verschuiven de actualiteit van een conflict naar een afgelegen datum, welke binnen het menschelijk gezichtsveld nog niet opdoemt. Zeker mankeert ginds en elders niet de lust om van leer te trekken en zelfs de noodzaak ontbreekt niet. Doch geen enkele der denkbare partijen beschikt over het noodzakelijke, onmisbare percentage overwinningskansen, dat niet alleen den uitslag eener botsing garandeert, maar dat ook een uitslag waarborgt die den overwinnaar niet invalide, gebroken en verarmd achterlaat. Japan b.v. kan Rusland nekken. Japan kan bovendien Amerika verpletteren. Zal het daarna ook Engeland kunnen verslaan? Conclusie: noch Japan, noch Rusland, noch Amerika zullen de vijandelijkheden openen. In Europa zijn de resultaten even precair en even duur. Geen enkele mogendheid is gereed genoeg om zich te storten in een onderneming welke van alle kanten bekeken een waaghalzerij blijft. Wanneer zal een der mogendheden, die niet vallen onder Mussolini's definitie der zatten en verzadigden, zich voldoende klaar oordeelen om den vervaarlijken sprong te nemen? Pas wanneer
Frankrijk In toereikende mate ontwapend en verzwakt zal zijn. Een rationeel uitzicht op dit panorama is echter voor minstens drie jaar nog stevig vergrendeld.
In waarheid dreigt de oorlog zoo weinig dat de Banque de France de Italiaansche Lira steunt. De oorlog vertoeft zoo ver en zoo aarzelend op een hersenschimmigen horizon, wij achten zijn gevaar een zoo nietige factor in onze berekeningen, dat de civiele autoriteiten eener agglomeratie als Parijs tot dusverre niet de geringste practische maatregelen troffen om de bevolking te beschermen tegen een gasaanval. De eerste sirene welke de burgers moet verwittigen zou juist deze week geprobeerd worden om de menschen te dresseeren op haar gehuil en die bescheiden repetitie is op 't nippertje nog afgelast als ongewenscht en overbodig. Frankrijk wapent weliswaar wat het kan: Omdat een goed slot op de deur, een koppel waakhonden in den tuin, voetangels en klemmen achter de omheining en een karabijn in het rek, inbrekers nimmer heeft uitgenoodigd of aangemoedigd.
[verschenen: 27 juni 1934]