Een koopje
Parijs, 12 April [1934]
Men kon denken dat de Franschen den Vliegenden Hollander sommige passages uit zijn mémoires kwalijk zouden nemen, b.v. waarin Fokker vertelt hoe hij onder den neus der geallieerden heele trein-ladingen oorlogsmateriaal, dat gesloopt moest worden, naar Holland smokkelde. Geen kwestie van. Toen hij, uit Amerika komend, te Parijs afstapte, behoefde hij slechts de hand uit te steken en aan iederen vinger hing een reporter. Na de journalisten ingepakt te hebben betooverde hij hocus-pocus-pas den minister van Luchtvaart die in optima forma een contract met hem teekende. Voor de gelauwerkranste Zilvermeeuw? Voor een jongeren Fokker-vogel, waarop men draadloos tusschen Oost en West nog hoogergestemde oden zal zingen? Gij vergist u. Voor de Lockheed Electra en de Douglas DC-2, waarvan Fokker de alleenvertegenwoordiging verkreeg voor Europa (Rusland uitgezonderd) en waarvan hij een exemplaar met de bouwvergunning overdeed aan Generaal Denain. Voor één à twee millioen francs, naar verluidt, en wie wil kan dat bedrag voor goede munt nemen. Bij alle buitensporige eigenschappen, waarop de Lockheed roemt, zou Fokker aan Frankrijk een echt koopje geleverd hebben en mag Denain van geluk spreken dat er uit Berlijn, Rome of Londen geen opbod kwam.
Later, veel later, wanneer de Vliegende Hollander zijn gedenkschriften voltooit, zal hij een bijzonder pittig hoofdstuk betreffende deze negotie aan zijn herinneringen kunnen toevoegen. Ik zie hem reeds de notities dicteeren aan zijn redacteur-secretaris:
In 1934 lag het Fransche ministerie van Luchtvaart, gesticht in 1928, voor de vijfde maal tegen den grond om van meetaf te worden opgetrokken. Wanneer voor den zesden keer? Onder het uitspansel bespeurt men slechts oude koekoeks, stevig, maar langzaam als de trekschuit. De reis van Calais naar Cannes, in een machine van Air-France, de nationale maatschappij, duurt nog zoo iets als vijf uur. Om een modern toestel te ontdekken moet men naar een proef-centrum gaan als Villacoublay. De Franschen doen niets dan experimenteeren en ondanks eindelooze experimenten is de eerste lucht-tunnel van Chalais-Meudon pas in aanbouw. Beter laat dan nooit. Tusschen een machine op papier en een machine die vloog verstreken twee à drie jaren. Een bout door den constructeur geleverd aan den Staat, werd gefactureerd voor een daalder, de moer voor een gulden. De minste reparatie kostte de helft of een kwart van den prijs eener nieuwe machine. Het grootste genoegen van een civiel ingenieur was om een militair te dwarsboomen en voor een militair ingenieur om den civiel te donderjagen. Beiden verweten elkaar dat zij niet wisten wat vliegen was. Sinds vijf jaar kibbelden zij om den voorrang en staken elkaar spaken in de wielen. In Februari triomfeerde de militair met Generaal Denain. De civiel werd in 't gelid gezet, pink op den naad van de broek. Links rechts! Hij levert geen bouten meer van een daalder en slijt zijn verouderde motoren niet meer aan het gouvernement. Het zal waarschijnlijk ook niet meer gebeuren, dat men als Kabinet-chef van den minister van Luchtvaart een makelaar in suiker ontmoet die bankroet ging met een passief van 107 millioen. Deze benoeming was een der zonderlingste invallen van den hoogvlieger Pierre Cot, de voormalige eere-president van den bond der reserve-officieren, in welke functie hij wijken moest voor kapitein Heurteaux die op Zes Februari half-dood geslagen werd in de buurt van de Kamer.
Caquot, directeur der technische diensten, kreeg een lintje, loffelijke getuigschriften en pensioen. Deze geleerde, maar ietwat utopistische man, was de uitvinder van het milliardairs-idee dat men prototypen-politiek genoemd heeft, dat meer kapitaal verslond dan een gansche luchtvloot, maar dat Frankrijk aan de spits zou plaatsen der vliegende naties. Uit de stapels plannen van amateurs en professionals koos hij 180 modellen, welke hem in teekening vatbaar leken voor verwezenlijking, bestelde ze, betaalde ze tegen fancy-prijzen en verwachtte een wonder. Met die 180 blinkende, keurige en kleurige modellen vulde men expositie-zalen doch op het terrein bleken slechts 26 bruikbaar. Dit wil zeggen dat zij vlogen en in 1928 tennaastenbij beantwoordden aan wat geëischt mocht worden van een modern toestel. Afval en uitschot, zooals men merkt, liepen in de papieren maar de natie die gedokt had, kon zich troosten met de gedachte dat de 26 gehomologeerde machines het non plus ultra vertoonden van den duur gekochten vooruitgang. De ex-makelaar in suiker besomde reeds de bestellingsorders welke Pierre Cot, die zich liet uitroepen als redder der luchtvaart, zou signeeren. De fabrieken gingen bouwen in serie.
En te midden van dien hemelsblauwen horizon (het was ongeveer Juli 1933) verscheen plotseling de stip van den Lockheed die alle berekeningen in de war stuurde: De Electra, tweemotorig vliegtuig, dat met een vaart van 360 k.m. per uur één ton vracht kon vervoeren aan passagiers, aan bommen, of aan wapenen en munitie. Die bombardeerder, dat avion de bataille was beduidend sneller dan de jagers van 1925 en nagenoeg even snel als de jagers van 1933 welke men op stapel ging zetten. Alle kranten en vakbladen publiceerden foto's en beschrijvingen van het Amerikaansch gewrocht. Om de menschen geheel van de wijs te brengen (ondertusschen verongelukte de Emeraude) komt Fokker binnenstuiven als een auto door een spiegelruit. De beroemde constructeur laat zich natuurlijk interviewen. Bestaat er ter wereld een gezaghebbender autoriteit? ‘Vergeleken bij de Yankees, zegt hij ongeveer, zijn wij, Europeanen, beunhazen en kleine jongens. Wij zijn twee jaar bij hen ten achter. Twee jaar die met een kapitaal van millioenen nauwelijks kunnen worden ingehaald. Wanneer ik de millioenen had zou het mij lukken? Dat is de vraag nog. Het verstandigste wat ik als zakenman doen kon was de aankoop van hun brevet.’
Daar Fokker de praestaties van den Lockheed garandeerde bij contract kocht Generaal Denain de vergunning hoewel hij nooit een Electra aanschouwd had. De Fransche natie geniet de satisfactie dat zij voor een prikje verwerft wat haar met de milliarden der prototypen-politiek ontsnapte. Gelukkig is zij op 't punt van eigenliefde niet gevoeliger dan Fokker zelf. Het heugt haar immer dat zij vóór 1914 een aanbod van Fokker afsloeg. Te oordeelen naar de tevredenheid welke de propagandisten der Lockheeds aan den dag leggen, mag Denain den Vliegenden Hollander op de knieën danken dat hij de ongeëvenaarde machine niet in handen speelde van Duitschers, Italianen of Engelschen.
Hoeveel karikatuur en hoeveel zuivere waarheid bevat deze voorstelling van feiten welke wij zoo getrouw mogelijk weergeven? Wij zullen daarover niet kunnen oordeelen alvorens de Electra gekeurd is in alle Centra van Taktische Experimenten, waar reeds zooveel volbloeds gewogen werden en te licht bevonden. Juist om te weten wat de machine in 't lijf heeft kochten haar de Franschen. Hun twee-motorige Potez-54, de beste ‘multiplace de combat’ (totaal-gewicht 5.840 k.g., afstand 1300 k.m., vier manschappen, verticale en horizontale fotografie, draadlooze zender en ontvanger, drie geschuttorens met wapenen en munitie) vliegt 309 k.m. per uur op 4000 m. hoogte. Zal het adoptief kind van Fokker zijn 360 k.m. halen wanneer de gladde, weerstand vliedende lijnen gebroken zijn met een koepel in den steven, onder en boven den romp, of wanneer men de vleugels behangt met bommen? Kan men nog schieten en mikken in dat tempo van 360?
Het antwoord op die vragen, dat de Amerikanen nog niet gegeven hebben, zal buitengewoon instructief zijn. Wanneer het positief uitvalt kunnen de Franschen een luchtvloot, waaraan meer dan tien milliard besteed werd, verkoopen voor afbraak, hun eigen constructeurs naar huis zenden en enkel Lockheeds bouwen. Het is van betrekkelijk weinig belang of een passagiersvliegtuig den weg Parijs-Londen aflegt in zestig of in negentig minuten. Dat een bombardeerder vanaf alle grenzen de stad kan bereiken binnen den tijd welke de verdediging noodig heeft om de reservoirs te vullen en de machines slagvaardig te maken, sluit een gevaar en een onrust in van zoodanigen aard, dat men niet goed begrijpt hoe Europa ermee zal kunnen leven, Europa, waar een zwerm ‘vijandelijke’ steden voor een Lockheed niet verder van elkaar liggen dan een uur. Wat zal men in deze tusschenruimte zelfs kunnen verhinderen met een avion-canon Nieuport waarvan bericht wordt dat het vier honderd k.m. haalt? Het is de laatste uitvinding der Franschen en voor 't oogenblik hun beste afweer. Doch de eenige zekerheid welke wij bezitten onder die grommende vuurdraken is dat wij de tijden naderen die voorspeld zijn door de Sibylle en de Apocalyps.
[verschenen: 5 mei 1934]