Roepende in de woestijn
Parijs, 15 Maart 1934
Prins Sixtus van Bourbon-Parma, een der merkwaardigste Franschen van onzen tijd, stierf gisteren aan een acute en infectieuse ontsteking van het binnenste hartvlies. Hij was een der negentien kinderen van Robert, de levenskrachtige spruit uit den tak der Spaansche Bourbons, die vanaf 1731 tot aan de unificatie van Italië regeerden over het hertogdom Parma. Daar de Spaansche Bourbons rechtstreeks afstammen van een kleinzoon van Lodewijk XIV, kan men zeggen dat de gansche geschiedenis van Frankrijk door de aderen stroomde der talrijke en langzaam onteigende familie. Doch het Fransche bloed overheerschte voornamelijk in het tweede huwelijk dat de stamhouder Robert aanging met de infante Maria Antonia van Portugal. Deze telg der Braganza's schonk hem dertien nakomelingen, van wie Prins Sixtus de eerste zoon was en Zita de eerste dochter. Na de Ecole des Sciences Politiques doorloopen te hebben studeerde Sixtus rechten aan de Parijsche Universiteit en promoveerde op 26 Mei 1914 met een proefschrift over ‘het Verdrag van Utrecht en de fundamenteele wetten van het Koninkrijk’, waarmee hij den doctorstitel behaalde en zijdelings zijn aanspraken liet gelden op de Fransche Kroon. Wanneer een jong Israëliet, die den dubbel-kabbalistischen naam draagt van Gabriel Prinzip, op 28 Juni den Oostenrijkschen troon-opvolger Franz-Ferdinand neerschiet in de straten van Serajewo, wordt Sixtus' zuster Zita, getrouwd met Karel van Habsburg, erfgename der tronen van Weenen en Boedapest. Ook in Zita domineert het eeuwenoude bloed der Capetingers.
Bij het uitbreken van den wereldoorlog nemen Sixtus en zijn broer Xavier met toestemming van Koning Albert dienst als luitenant der veldartillerie in het Belgische leger, omdat een onverbiddelijke republikeinsche wet het dragen der Fransche uniform verbiedt aan alle leden der vorstenhuizen die geregeerd hebben over Frankrijk. Tot hoever voorzag Sixtus de toekomst toen hij, strijdend tegen zwager en teederbeminde zuster, de partij koos der geallieerden? Was hij zich reeds in 1914 helder bewust dat het uur zou slaan waarop Oostenrijk den Duitschen leenplicht kon afschudden en dat zijn aanwezigheid in het Fransche kamp zoowel voor de Republiek als voor de Dubbel-Monarchie een diplomatische troef in reserve hield van het hoogste gewicht? De zeer schrandere, wakkere prins had meer dan eene reden om te vechten op den linkervleugel van Joffre. Duitsche geschiedschrijvers, die tegenover sommige historische bijzonderheden niet dezelfde discretie behoeven te betrachten als hun Fransche collega's, verzekeren dat Sixtus gepoogd heeft de generaals Joffre en de Castelnau te winnen voor zijn dynastieke plannen en dat hij in Jules Cambon, chef van den Quai d'Orsay, die hem introduceerde bij Poincaré, een Talleyrand gevonden had om de koningskroon voor hem gereed te maken. Baron von Werkmann, de laatste secretaris van Keizer Karel, schrijft in zijn mémoires dat de ambitie der Bourbons bij Sixtus de gedachte deed ontkiemen om Frankrijk grootere diensten te bewijzen dan eenig Franschman vermocht.
Zoodra Karel en Zita den troon bestegen, nadat de verdelgende oorlog ruim twee jaren onbeslist gewoed had, werden Sixtus en Xavier door hun moeder naar Zwitserland ontboden: Karel wenschte hen te spreken in 't geheim, of tenminste met hen te correspondeeren door middel van een betrouwbaar tusschenpersoon. Een eigenhandige brief van Zita vroeg nadrukkelijk hun hulp ‘om het vredesverlangen te verwezenlijken dat de keizer vanaf zijn troonsbestijging had opgevat’. ‘Laat je niet weerhouden’, smeekt zijn zuster in een tweeden brief, ‘door overwegingen welke in het gewone leven gerechtvaardigd zijn. Denk aan de ongelukkigen die leven in de hel der loopgraven, die er elken dag sterven bij honderden, en kom.’
Hij kwam en betrad in den avond van 23 Maart 1917, terwijl de sneeuw in dikke vlokken neerdwarrelde, het kasteel Laxenburg, de residentie van het jonge keizerspaar. Hun ontroerend weerzien, en de onderhandelingen die volgden, zijn door Prins Sixtus beschreven in L'Offre de paix séparée de l'Autriche, een boek dat hem stempelt tot staatsman en tegelijk tot schrijver van den eersten rang. Zijn jeugdig hart voelde het leed der menschheid nijpender dan de kille en verstokte grijsaards die ontoegankelijk voor deernis zetelden in den raad der geteisterde volkeren. Met zijn scherp intellect, en met de politieke intuïtie welke hij erfde van zijn voorvaderen, doorschouwde hij de Europeesche situatie klaarder dan de aanhangers eener kwaadsappige democratie, de onmeedoogende ideologen die nog honderd duizenden slachtoffers zouden drijven in de brandende armen van een reeds tanenden Moloch. Diplomatieke stukken, brieven, oorlogsjournaal, politieke besprekingen met staatslieden, proces-verbalen zijner ontmoetingen met Karel, of met Karel's afgezant Graaf Erdödy, getuigen bij Prins Sixtus van inzichten welke door geen enkele der latere gebeurtenissen weerlegd zijn en tot vandaag bekrachtigd worden door den loop der geschiedenis.
Karel offreerde Elzas-Lotharingen van vóór 1814 (met Sarrelouis en Landau) aan Frankrijk. Trentino aan Italië. De souvereiniteit en een toegang tot de zee aan Servië. Schadevergoeding aan België. De neutraliseering van den Rijn tot aan de Hollandsche grens. Constantinopel aan Rusland, wanneer de Russische revolutie een goede wending nam. Een autographische brief van den Keizer, gedateerd 24 Maart 1917, bevestigt de overeenkomst, welke aan Frankrijk het verlies van minstens 500.000 dooden, oorlogskosten van meer dan 100 milliard en de inmenging van Amerika bespaard zou hebben. Voor de Franschen waren Karel's vredesvoorwaarden gunstiger dan die welke zij zouden bedingen in 1918.
Men heeft nimmer goed begrepen waarop de onderhandelingen afstuitten die met sympathie begroet waren door Poincaré, door Briand, door Deschanel, door de gansche publieke opinie van Frankrijk, en zelfs - oogenschijnlijk tenminste - door Lloyd George. Er is beweerd dat zij mislukten wegens de dubbelhartigheid van Czernin, de zwakheid van Karel, de begeerlijkheid der Italianen die Dalmatië vroegen en alle eilanden der Adriatische Zee. Het is zeker dat de minister-president Ribot, die den prins een weigerend antwoord liet brengen door Jules Cambon, zich verschool achter de eischen van Sonnino. Maar het is daarentegen zeer duister gebleven waarom het Italiaansche Hoofdkwartier, geïnspireerd door den koning van Italië, in dezelfde lente van 1917 aan Duitschland en Oostenrijk vredesvoorwaarden aanbood welke zich bescheiden beperkten tot een annexatie van Italiaansch Tyrol. Men kan het vermoeden opperen dat de pretenties van Sonnino gesouffleerd zijn door Alexandre Ribot, in opdracht handelend van occulte lastgevers. Het is nog geheimzinniger waarom gedurende het voorjaar 1917 een afgezant van Frankrijk, Graaf Armand, buiten medeweten van prins Sixtus en keizer Karel, in Zwitserland geheime besprekingen aanknoopte met een afgezant van Czernin, graaf Revertera. Men krijgt bij al deze verwikkelingen den onafwijsbaren indruk dat in het afschuwelijke jaar 1917 de kaarten met een diabolieke meesterschap gebrouilleerd zijn door onbekende machthebbers, wier verborgen doeleinden slechts bereikt konden worden door een voortzetting der vijandelijkheden.
Welke waren deze doeleinden? De stichting van een Volkenbond? De triomf der democratie? De onttroning van Habsburgers en Hohenzollern? De bevrijding der Tsjechen?
De Volkenbond, die altijd mank liep, had voordeeliger gesticht kunnen worden. De democratie ging failliet in half Europa en waar ze niet bankroet slaat stikt ze in de Staviskyaansche modder. De onafhankelijkheid der Tsjechen was met humanere middelen bereikbaar. Gesteld dat nimmermeer een Hohenzollern of een Habsburg den scepter voert, was hun problematische onttroning het leven waard van vijf millioen jonge Europeanen en de verspilling van onberekenbare schatten? Dagelijks bespeurt men met een klimmend afgrijzen de monsterachtigheid van den prijs welke betaald is voor de illusies van hardvochtige illuminaten en dagelijks roepen de schrikwekkende fouten van 1917 luider om wraak in het onderbewustzijn der Fransche natie. ‘Keizer Karel - zei de democraat Anatole France - bood den vrede aan; hij is de eenige fatsoenlijke man die in den loop van den oorlog verschenen is en men heeft niet naar hem geluisterd... Een Fransch koning, ja een koning, zou medelijden gehad hebben met ons arme volk, uitgeput en leeggebloed, dat niet meer kon. Maar de democratie is zonder hart en zonder gevoel. Ze is onbarmhartig en onmenschelijk.’
Na den kreupelen vrede exploreerde Sixtus met enkele moedige gezellen Afrika vanaf Algiers tot aan het Meer Tchad. Men citeert deze boutade van hem: ‘Wat kan een prins van Bourbon in onzen tijd beter doen dan in de woestijn gaan?’ Tweemaal trok hij naar de woestijn (in 1929 en 1932), op zoek naar verbindingswegen en wetenschappelijke ontdekkingen. Van zijn drie vrachtauto's was de eene blauw geschilderd, de tweede wit, de derde rood. Ook die werkzaamheid, verricht onder de kleuren der rijdende vlag, werd verbrijzeld door zijn vroegen dood.
[verschenen: 7 april 1934]