De wind draait
Parijs, 17 Februari 1934
Wanneer kapitein Anthony Eden in 't zicht komt der Fransche kust, vergadert de Leger-commissie van den Senaat en stemt voor een motie welke iedere vermindering van manschappen en bewapening onder de huidige omstandigheden voor gevaarlijk en ondoenlijk verklaart. Het non possumus van den Senaat wordt soms afgewisseld door een veto van de Leger-commissie der Kamer, om aan te stippen dat er op dit punt niet het geringste meeningsverschil bestaat tusschen beide Assemblées. Elk krijgt zijn beurt als bij onderlinge afspraak. Men zou er een lijstje van kunnen aanleggen indien zulk een reeks moties niet eentonig was.
Zoo worden de reizen van kapitein Anthony Eden of van zijn eventueelen dubbelganger reeds nutteloos wanneer hij van wal steekt. Een commissie immers, dat is de Kamer of de Senaat in miniatuur. Een regeering welke in botsing komt met een der Commissies raakt automatisch in conflict met de voltallige vergadering. Het besluit eener commissie staat gelijk met een opdracht aan den desbetreffenden minister. Zeker kan die minister weigeren de opdracht uit te voeren; hij kan pogen ze te ontduiken, hij kan schipperen, parlementeeren. In de binnenlandsche politiek zijn dergelijke listen alledaagsch. In de buitenlandsche politiek echter gebeurt het zelden dat een minister zich niet schikt naar het gegeven mandaat omdat hij 't meestal zelf inspireerde, gelijk het hem gesuggereerd werd door de leiders zijner diplomatische diensten. Vooral waar het bewapening geldt zal een minister zich gelukkig voelen met een strikt omschreven lastbrief. Want als de Generale Staf zich oogenschijnlijk nog niet verontrust, hij bleef vermoedelijk geenszins vreemd aan de waarschuwingen van sombere profeten, die de schrikbarendste beproevingen voorspellen aan Frankrijk dat zijn weermacht reeds voor de helft besnoeide, en, naar hun zeggen, geheel ontwrichtte. Het is zoo goed als onmogelijk om zich een zakelijk oordeel te vormen over de waarde der pessimistische beschouwingen aangaande leger, vloot en luchtmacht, welke onophoudelijk verschijnen in boeken en tijdschriften. Een oorlog slechts zou kunnen aantoonen voor hoeverre ze gegrond, voor hoeverre ze overdreven zijn. Maar voortdurend wegen ze zwaarder als psychologische factor en dit remmend gewicht zal in de naaste toekomst nog vermeerderen.
De Engelsche kapitein had bijgevolg rechtsomkeert kunnen maken alvorens den Franschen bodem te betreden en terug kunnen trekken naar het edenische Londen, waar geen sterveling eraan denkt om Gibraltar te ontmantelen, waar ieder vlast om Frankrijk te reduceeren tot een plooibare, gehoorzame natie, wier rol buiten hare grenzen, tot zekere hoogte zelfs binnen hare grenzen, is uitgespeeld. Eden echter ontving andere instructies dan een motie van den Franschen Senaat en hij zette door omdat een diplomaat steeds tijd te verliezen heeft en nimmer tijd verliest. Voor de Britten is de kwestie dermate eenvoudig dat zij eenige volharding rechtvaardigt. Wat zouden een aantal zaken gemakkelijk worden wanneer zij Europa, beroofd van vliegende, rollende en varende zware artillerie, beroofd van offensieve legers, geketend aan onverbreekbare verdragen, konden transformeeren in een neutraal en machteloos achterland, van alle zijden bestreken en beheerscht door de kanonnen der capital ships, afgebakend door onoverwinnelijke vloot-bases: Eerst het grof geschut vernietigd, de groote vliegtuigen gesloopt. Daarna de onderzeeërs. En dan de Pax Brittannica onder het kaliber der Hood's en der Nelson's. Wanneer Japan verslagen is, konden Engelschen en Noord-Amerikanen per slot den aardbol samen deelen.
De kans was te mooi voor de Britten om haar niet halsstarrig te achtervolgen. Zij was stellig ook te mooi om zich te laten grijpen. Hoe dikwijls schreef ik sinds 1926: opdat Frankrijk zich gedwee late ontwapenen moet men het een poosje sussen? Ik vertolkte geen persoonlijken wensch, want ik zou de heerschappij der Angel-Saksers een ramp achten. Ik noteerde een objectieve bevinding, berustend op waarneming der pacifistische mentaliteit welke Frankrijk jaren lang verteerd heelt als een ziekte. Een vèrziend Britsch staatsman, een staatsman die Macchiavelli met profijt bestudeerde, zou in 1919 onmiddellijk, en ongeacht het risico, een offensief en defensief verbond gesloten hebben met de Franschen. Stelregel: een wolkenlooze lucht voor een onbepaald aantal jaren. Hij hadde de Franschen ongestoord laten genieten van hun overwinning. Hij hadde de verwoestingen betaald met Engelsch geld, liever dan het herstel te vertragen en te bemoeilijken. Hij zou begrepen hebben dat niets ontzenuwender en ontwapenender is dan een kalme rust, gecombineerd met de onmatige passie van Sorbonne, Collége de France en Ecole Normale voor humanitaire idealen en sentimenteele hersenschimmen. Vanzelf en van lieverlede ware het Fransche pantser gevallen, verbrokkeld en verweerd.
Het spreekt dat men niet absoluut kan instaan voor het slagen van een dergelijk plan omdat de politicus niet werkt met dood materiaal, doch met levende en dus gedeeltelijk onvoorzienbare materie. Maar zonder aarzeling kon men tien jaar vooruit bevroeden, dat de tactiek, gekozen door Engelschen en Noord-Amerikanen, noodwendig moest mislukken. In plaats van den ruimschoots gewettigden Franschen argwaan te kalmeeren (ontsnapte Frankrijk niet op 't nippertje aan den ondergang?) haalden de Angel-Saksers hun oude Balance of Power van den zolder. Zij weigerden de Fransche grens te garandeeren. Washington trad niet toe tot den Volkenbond. Het ratificeerde evenmin Versailles. Met een injectie van milliarden werd Duitschland op de been geholpen, en kleine naties lieten zich door de City en door Wall-street meesleepen in een waanzinnige operatie, wier eerste resultaat bestond in het wekken van een geduchten concurrent, gedoubleerd door een non-betaler. Met regelmatige tusschenpoozen werden de oorlogsvergoedingen gehalveerd en ten laatste verdonkeremaand. De Angel-Saksers daarentegen eischen de Fransche schuld op tot den laatsten penning en Washington verbant Frankrijk (dat al zijn coupons honoreert met goud-franken) van de Amerikaansche geld-markt: Italië wordt kunstmatig en chronisch opgehitst. Zij bekroonden deze langademige machinatie met de Gleichberechtigung, de apotheose van Hitler en de ontwaking van Duitschland, drie evenementen welke zij met geld en goede woorden bespoedigden, zoo zij ze niet geheel in 't leven riepen.
Bij deze kortzichtige manoeuvres vergaten de Angel-Saksers de hoofdzaak: dat de Franschen tegenover dergelijke partners zich nimmer zouden ontdoen van hun wapenen en borstkuras. Zij kennen van Frankrijk blijkbaar alleen Montmartre, de Riviera en Biarritz-Bayonne. Zij vergaten in ieder geval dat een ontwaking van Duitschland gevolgd en vergezeld kon worden door een Fransch ontwaken. Vraag: hoe zullen de beide geburen elkaar aankijken wanneer ze zich de oogen hebben uitgewreven? Is Engeland zeker van het antwoord? De Franschen bij lange niet. Maar zij verkiezen een gewapend Duitschland boven een ontwapend Frankrijk.
Vandaag reeds merkt kapitein Anthony Eden (wiens loyauteit zeer hoog geprezen wordt) dat de wind blaast uit een anderen hoek. Weet hij ook hoever die wind zou kunnen omslaan? Hoe hard hij zou kunnen waaien? De aanstichters der pro-Russische en anti-Japansche politiek leden bij de jongste nationale revolte een nederlaag. Zou het extravagant zijn om te veronderstellen dat het Comité des Forges, Schneider-Creusot, de Banque Franco-Japonaise, de Association Nationale d'Expansion économique (welke ruim één milliard stak in Mantsjoekwo) die te zamen geallieerd zijn aan de Japansche groep Mitsui, eenig aandeel hadden in de revolutie van zes Februari? De vertegenwoordiger van het Comité des Forges te Berlijn is François Poncet, gezant der Republiek. Wat kan Duitschland zonder of tegen Frankrijk? Weinig of niets. Maar Frankrijk permitteerde reeds de verplettering der Oostenrijksche socialisten welke als bij toeval samenviel met het Parijsche oproer. Frankrijk zou eveneens de verplettering van Moskou kunnen permitteeren, en als dit wellicht nog geen geformuleerd program is, nog geen noodzakelijkheid, het is een kolossale troef.
Voorloopig echter blijven aan Franschen kant de poorten die kunnen leiden tot een Entente Cordiale wagenwijd geopend. Het zou onnatuurlijk zijn wanneer het anders ware, omdat de Premier Doumergue en de Minister van Buitenlandsche Zaken Barthou gewichtige posten bekleeden bij de administratie van het Suez-kanaal welks aandeelen voor meer dan de helft, zooals men weet, eigendom zijn van het Britsche gouvernement. Dit legt niets uit. Het wijst alleen iets aan. De merkwaardige positie van Fransche ministers in dienst der Engelsche regeering zal inschikkelijkheden éér belemmeren dan bevorderen daar een vinnige pers hun handelingen controleert. Twee formidabele partijen, vertakt over beide halfronden, worstelen om Frankrijk's zwaard en Frankrijk's invloed. De uitslag is nog onbeslist. Doch één ding staat vast: het zwaard zal niet roesten.
[verschenen: 10 maart 1934]