Bijdragen aan het Soerabaiasch Handelsblad (juni 1926-juni 1940)
(2017)–Matthijs Vermeulen– Auteursrechtelijk beschermdEen schipbreukParijs, 20 Jan. 1934De vernietiging van L'Emeraude trof samen met de feestelijke inkomst te Parijs van Generaal Vuillemin's luchteskader, dat 25.000 K.M. had afgelegd boven de woestijnen en maagdelijke wouden van Afrika. De manschappen aten en dronken aan de tafel van den minister toen de telefoon rinkelde en de bode binnentrad met het bericht dat het mooiste en snelste vliegtuig der Fransche vloot vergaan was in een storm, dat drie kranige kameraden, de Staf van Air-France, de directeur der handelsluchtvaart en zijn vrouw, de gouverneur-generaal van Indo-China en zijn ordonnans verkoold waren in de vlammen. De rampen van dit jaar kiezen haar uur met evenveel overleg als tooneelschrijvers de effecten regelen van een drama. De rampen werken met licht en donker als de beste schilder, met contrasten als de welsprekendste redenaar, met beproevingen als de hardste tuchtmeester. Hoewel de terugreis van Saigon, die alle records moest slaan, vanaf Calcutta mislukt was door tegenkanting van weer en mechaniek, werden de passagiers der Emeraude op dit banket verwacht als het bouquet van een vuurwerk. Zij traden binnen als schimmen: De piloot Launay, veteraan die acht duizend uren gevlogen had. Noguès, directeur der exploitatie, die het métier leerde in de lucht en uit ondervinding kon meepraten van zware dobbers. Baluzac, directeur van het materieel, een technicus van den eersten rang, die een vliegtuig keurde alsof hij 't zelf gebouwd had. Chaumié, directeur der civiele luchtvaart, een man die menigeen dwarszat, die onverdiend werd beschuldigd van omkoopbaarheid, maar wiens grondige kennis van het luchtwezen door weinigen geëvenaard en door niemand betwijfeld werd. Crampel de mécanicien, Queyrel de radiotelegrafist, die nooit faalden als kalme, nauwgezette gezellen, die de Emeraude verzorgden en leidden zonder het geringste incident over de baan van 150 uren boven de klimaten van Afrika en Europa welke de machine afvloog voordat zij een snelverbinding ging openen met het Oosten. Dat was het treffendste: van de tien personen welke de Emeraude vervoerde, wisten zeven precies wat zij waagden toen zij te Lyon opstegen bij nacht en noodtij. Deze zeven behoorden ieder in zijn soort tot de ervarenste vaklieden. Als ondanks slechte weerberichten zeven deskundigen zich inschepen, mag men concludeeren dat het toestel volgens menschelijke berekening niet behoefde te verongelukken. En dit was het indrukwekkendste: deze geroutineerde kenners wisten wat hun overkwam. Vanaf het eerste alarm tot aan den doodelijken plof hebben zij hun ondergang medegemaakt als competente en bewuste toeschouwers, wat uiterst zelden voorvalt bij een catastrofe. Tusschen 7.33 toen de radio zijn laatste sein zond, meldend dat op 1750 meter hoogte, temidden eener sneeuwjacht, alles wel was aan boord, en 7.40, waarop de wijzers van Launay's geblakerd horloge stilstonden, hebben zij alle graden doorloopen der worsteling tusschen den piloot en Azraël, den engel des doods. De minuten worden meer dan vier honderd seconden. Wat gebeurde er in die eindelooze tusschenruimte? Is de machine naar beneden gezogen door een cycloon? Sprong een tube van gecomprimeerde lucht waarmee men de motoren aanzet? Beschadigde de ontploffing een der vleugels? Wist de piloot, heen en weer geslingerd in het duister en in den orkaan, niet meer wat omhoog en omlaag was? Bij stukken en brokken worden de vleugels afgescheurd en rondgezaaid over een traject van anderhalven kilometer. Gehavend zweeft de machine nog boven het onverlichte Corbigny, toevallig waar Launay geboren is, en cirkelt alsof hij een terrein zoekt. Maar land en lucht versmelten in het dwarrelende grauw der sneeuwvlokken. Waar is boven, waar is beneden in dat stuivende poeder, wat is helling, wat is vlak? Het bliksemt, het dondert. Welk instrument mag de stuurman, omsingeld door den rukkenden storm en door de electriciteit, nog vertrouwen? De streek golft in korte glooiingen, en ieder moment kan hij als een meteoor op een heuvel stuiten. Hij geeft zich niet verloren want de motoren werken normaal en de onttakelde machine, gedragen door de snelheid, vliegt. Doch zijn blikken dwalen naar Baluzac, die zoo verrukt was over L'Emeraude, naar Noguès die zwalkte door den ganschen dampkring. Zij hebben allang begrepen; een mirakel of een onheil, want er zijn stortzeeën en draaikolken waarbij geen enkel vaartuig, hoe stevig en hoe soepel ook, de haven veilig binnenloopt. De oogen zoeken de andere kameraden en achter een rustigen glans welke niet den minsten troebel doorlaat, zenden zij elkaar een onverschilligen wenk van ingewijden die een geheim mededeelen in een alledaagsch gebaar. Volg deze zeven paar oogen door de heldere cabine. Zij spelen onbewogen een der meest grandioze en onuitsprekelijkste tragedies. Zij denken aan Parijs; aan Vuillemin en de makkers die hen wachten; aan de ochtendbladen die morgen zullen verschijnen met zwarte letters; aan de emotie en de consternatie welke over het land zullen huiveren. Onnoodig om te denken aan zich zelf waar elke kans op redding verkeken is. De piloot vecht nog met de woedende elementen als het gebroken toestel in een wieling wordt neergesmakt. De consternatie was even groot als de faam waarmee men L'Emeraude omgeven had (en die meende dat hij een orkaan kon trotseeren), even groot als de hoop welke men vestigde op het eerste exemplaar eener serie, welker prestaties de wereld zouden verbazen. De Fransche luchtvaart, overgeleverd aan verpolitiekte dilettanten, was zoolang de spot geweest van buitenlanders en de spijt der patriotten! Toen Paul Reynaud op zijn reis naar Indo-China de vliegmachine gebruikte, nam hij een Fokker. Toen de Fransche jagers van Straatsburg Balbo's eskader een eindweegs wilden vergezellen, konden zij de Italianen (die zij bij gelegenheid moesten achtervolgen) op verre na niet bijhouden. Zulke vernederingen, welke men slikte met wrevel en ongeduld, zou de Emeraude uitwisschen en omzetten in roem. Zeker was de slanke, lenige eendekker niet de eenige machine en was de ongeveer veertigjarige Dewoitine niet de eenige constructeur die de hoop motiveerden op een spoedige herleving. Maar de werkelijke superioriteit van L'Emeraude, de reclame van Air-France die twintig stuks bestelde van hetzelfde type, de afgunst der binnenlandsche concurrenten, de lof der vermaardste piloten concentreerde de aandacht dermate op den Dewoitine-332, dat het toestel een vlaggeschip was geworden, een nationaal symbool. De weelderige Emeraude, geriefelijk als een Pullman-Car, verbeterde vier wereld-records van snelheid-met-lading. Hij vloog in 67 minuten van Parijs naar Londen, twintig minuten later vertrekkend dan de vlugste machine der Imperial Airways en twintig minuten vroeger arriveerend. Hij haalde Saïgon, zonder het maximum te vragen van de motoren, in 48 vlieg-uren. Hij moest terugkeeren in minder dan drie dagen. ‘Een echte jager,’ zeiden Costes en Detroyat die hem bestuurd hadden. Er viel dus niet alleen een prachtig vliegtuig. Men betreurt niet enkel het verlies van een aantal kostbare levens. De slag is erger. Alle bijzonderheden, die het moreel schokken, vereenigden zich bij deze tuimeling. Men voelde zich ontredderd. Verstomd bestudeert men de geroosterde overblijfselen. Men zoekt een steunpunt om zich schrap te zetten, een verklaring die steek houdt, een redeneering om zich aan vast te klampen. Een vliegtuig mag vergaan in een storm. Doch mag het breken? ‘Ja,’ antwoordt Dewoitine, ‘er kunnen zich omstandigheden voordoen waartegen mensch noch machine is opgewassen’. De zeven vaklieden echter die zich aan boord bevonden weerspreken hem. Zij stegen niet in voor een woeligen tocht maar voor een veilige thuiskomst. Zij waren dapper en vermetel. Waren zij ook roekeloos om bij noodweer te koersen naar een streek van Frankrijk, even gevaarlijk als Birmanië,Ga naar voetnoot72 en waar evenveel piloten naar beneden stortten? Neen, zij konden passeeren. Maar of men die opvatting deelt van Dewoitine, die een voorwaardelijke onmacht bekent, of de opvatting der uitgelezen bemanning, die den strijd met onzichtbare krachten kordaat aanbond en geen aarzeling admitteerde, beide zienswijzen sluiten een portie wanbof in welke door de reeks rampspoeden waarmee men het jaar eindigde en aanving, door het aureool der verbrijzelde en verbrande machine, het aspect krijgt van bovenaardsche pech. Men heeft den indruk van te dolen in een donkeren tunnel waar men overal botst tegen onafwendbare dingen. Een stem, die niemand smoren kan, fluistert dat L'Emeraude viel omdat hij juist niet vallen mocht. Zijn afreis te Lyon was vertraagd door een heetgeloopen rem en terwijl de mécaniciens zich haastten met olie in plaats van te smeren met consistentvet (wat een uur oponthoud veroorzaakt zou hebben), gelastte het Ministerie telefonisch het vertrek uit te stellen tot den volgenden ochtend. De order bereikte het vliegveld op dezelfde minuut dat de Emeraude wegvloog naar de plek die hem was aangewezen. En liever zag men een fout, een gebrek, duizendmaal liever een tekortkoming dan een samenspanning van zoo op 't nippertje uitgerekende en onfeilbare factoren, dan zulk een hinderlaag welke men zich blijft herinneren als een nachtmerrie. [verschenen: 7 februari 1934] |
|