De behoefte schept het orgaan
Parijs, 12 October 1933
De eerste exemplaren der duodecimo-torpedobooten, waarvan ik afgeloopen zomer het proefvaren berichtte, zijn gedetacheerd te Cherbourg. Voor zoover men raden kan uit de eenlettergrepige geruchten welke een oorlogshaven loslaat, is het vloot-commando tevreden over het nietige maar vernietigende wapen dat aan zijn arsenaal werd toegevoegd. In volle uitrusting en geladen met een minimum van zeven automobile torpedo's loopt de kleine verwoester, nauwlijks grooter dan een reddingssloep, niet 90 K.M. per uur, zooals ik in Juni schreef, doch haalt met gemak de 100 en kan zonder gevaar worden opgedreven tot 110. Ter zee zijn dat exorbitante snelheden. Om te vermijden dat de torpedeerder met zulk een vaart zijn eigen bommen ramt worden de torpedo's afgeschoten aan den roersteven, vallen achterstevoren in 't water, en jagen in de richting van den afzender naar hun doel, dat de stuurman met een lichte uitwijking vrijmaakt zoodra het projectiel geworpen is. Dit mechanisme schijnt bevredigend te werken en de trefkansen van den mikker eer te verhoogen dan te verlagen. Wegens zijn buitengemeene snelheid, geringe afmetingen en uiterste beweeglijkheid kan de torpedeerder zijn tegenstander van dichtbij bestoken. De kapitein mag des te meer riskeeren daar zijn boot weinig kost en slechts vier manschappen aan boord heeft. Een mogendheid die de plannen bezit van dit vaartuig (dat zeven jaar studie kostte) en gereedschappen om het te bouwen, kan het op elken dag van de week beginnen te fabriceeren in industrieele hoeveelheden. De bediening en de scholing der bemanning zijn kinderspel vergeleken bij een onderzeeër of bij een kruiser.
Wanneer dit vaartuig zonder tonnenmaat, dat nog geen anderen naam draagt dan die van zijn 2200-paards motor (Lorraine), ooit op een internationale conferentie ter sprake komt zal het natuurlijk doorgaan voor een louter defensief strijdmiddel, uitsluitend bestemd voor kust-verdediging. Dat is de zuivere waarheid. Het zal vijandelijke eskaders gemakkelijker op een afstand houden dan peperdure kustbatterijen en nog duurdere linieschepen. Zelfs met duizend Lorraine's zal men geen inval doen in Groot- Brittannië, hoewel honderd Lorraine's gecombineerd met vliegmachines, aan elk troepen-transport een ongehinderde passage kunnen garandeeren. Doch met tien dezer razende vernielers te Cherbourg en tien andere te Brest, sluit men zonder eenigen twijfel het Kanaal, de Noord-Zee, de Oost-Zee voor alle scheepvaart en bestrijkt men een aanzienlijk deel van den Oceaan. Een paar dozijn in de haven van Casablanca, of in de kreken der Afrikaansche kust, zal de straat van Gibraltar kunnen barricadeeren. Als Turkije er enkele tientallen koopt (en men beweert dat hierover onderhandeld wordt) of wanneer er een dozijn zou stationneren op de kust van Syrië, is Suez geblokkeerd. Een zwerm gedetacheerd in de Fransche Antillen, een paar stuks in de Stille Zuid-zee, een half dozijn op de Côte d'Ivoire, op Madagascar, te Djiboeti, in Indo-China, te Vladivostock, gesteld dat Rusland bondgenoot wordt van Frankrijk, en de geheele scheepvaart is verlamd. Het Continentale Blocus in optima forma, op planetaire schaal, en uitgevoerd met de minst kostbare en de meest doeltreffende middelen. Uithongering van Engeland. Gebrek aan grondstoffen in Italië en Japan. Voor zulk een Blocus bevindt Frankrijk zich in een ongeëvenaard gunstige positie. Ten eerste door de ligging der Bretonsche rotsbank, die als een onneembaar fort vooruitspringt in den Oceaan. Ten tweede door de versnippering van zijn koloniaal domein, dat over den ganschen aardbol verspreid is. Totnutoe
ontbrak voor zulk een Blocus het geschikte instrument. Hier is het, dat instrument. Een droom en een atavistisch verlangen, verbrijzeld in 1815, verdrongen in 1918, en wellicht tot barstens toe gecomprimeerd in het onderbewustzijn der natie, kan ermee verwezenlijkt worden. Een Napoleon zou niet aarzelen, noch talmen.
Het spreekt vanzelf dat niemand gelooft aan een dergelijke overhoopwerping van de bestaande verhoudingen en ook niet aan het losbranden van den Franschen vulkaan. Tenzij zich een revolutionnaire conjunctuur voordoet die een toereikende dosis passie bevat om een volk op te zweepen tot delirium, of tenzij een roekelooze jeugd zich meester maakt van het bewind, zal Frankrijk zich niet in een avontuur storten dat subliem en verschrikkelijk zou zijn als een epos, maar gewaagd als een salto mortale. Indien de gebeurtenis echter onwaarschijnlijk is, zij werd mogelijk en zij zal hoe langer hoe mogelijker worden. De wereldpers weerklinkt 's morgens, 's avonds van het antagonisme Duitschland-Frankrijk, doch goede waarnemers observeeren in stilte het antagonisme Frankrijk-Engeland, dat veel ouder, veel scherper, veel onverzoenlijker is, en dat in den loop der eeuwen schadelijker was dan alle Duitsche invallen. Eergisteren was het de beurt van Rusland om verslagen en gekortwiekt te worden, gisteren was het de beurt van Duitschland, vandaag staat Frankrijk op de rol. Sinds vijftien jaar heeft de Engelsche diplomatie geen urgentere taak gekend dan Duitschland's ontwaking, Italië's opstanding en Frankrijk's verzwakking. Sinds zes maanden kent de Engelsche pers geen dringender plicht dan Frankrijk te waarschuwen voor het Duitsche gevaar en op te hitsen tot een preventieven oorlog. Het zou een onverhoopte uitkomst zijn wanneer de twee erfvijanden slaags raakten en elkaar dermate toetakelden dat zij beiden voor een halve eeuw bek-af waren, terwijl Engeland buiten schot blijft en als de Vestaalsche Maagd in de arena den duim naar boven of naar onderen wendt. De combinatie is niet nieuw maar altijd actueel. Sedert drie honderd jaren lukte ze en sedert driehonderd jaren luidt het politieke refrein: Géén mogendheid op het continent die sterk genoeg is om den Europeeschen chaos te organiseeren. Terwille van de Engelsche veiligheid en de Engelsche suprematie moet
Europa vechten. Begrijpt de Duitsche Staf de hinderlaag even goed als de Fransche Staf? Merkt Hitler de gespannen strikken zooals het Fransche gouvernement ze gesnoven heeft? Denkelijk niet omdat Duitschland geen twee-honderdjarige ervaring bezit als slachtoffer, gelijk Frankrijk. De Franschman kreeg er lucht van en houdt ze in de gaten. Terwijl de uitgevers zeer weinig drukken omdat het publiek niet koopt, verschijnen er twee boeken bijna tegelijk waarvan het een getiteld is: ‘Het perfide Albion’ en het andere ‘Engeland tegen den Vrede’. Ik zou nog anderen kunnen citeeren. Doch dat zijn symptomen en documenten waarop wij spoedig zullen moeten terugkomen.
Hoe subtieler een heimelijk spel is en hoe ongrijpbaarder, hoe onberispelijker van vorm en vijandiger van strekking, des te meer kwaad bloed zal het zetten. De innerlijke wrevel, welken Engeland langzaam wekte in Frankrijk is stellig grooter en ontvlambaarder dan Frankrijk's oppervlakkig misnoegen tegen Duitschland dat het meer als dupe beschouwt dan als weerspannige. Voorloopig wordt die wrevel opgezouten; hij zal geen kiem schieten zoolang men van de Engelsche dubbelhartigheid een meevaller kan verwachten of een tegenslag. Maar als de zaken spaak loopen, als de waanzinnige offers welke Frankrijk zich getroostte voor de Europeesche pacificatie ijdel blijken en opzettelijk verknoeid door het traditioneele gewroet van stokebranden, als alle maskers doorzichtig worden onder de bliksemende belichting van een onweer dat Londen weigerde te bezweren, en als op dat bittere uur het geheimboek wordt opgeslagen eener politiek waarin vandaag slechts ingewijden lezen, dan behoeft men geen profeet te zijn om te voorspellen dat de gedurende drie lustrums verkropte gramschap over onophoudelijk ondervonden tegenkanting, vergaarde spijt over het moedwillig vergruizelde ideaal, zich condenseeren zal tot een plotseling uitlaaiende woede, vergelding eischend voor de ontelbare oude en nieuwe rekeningen die nog niet vereffend zijn. Men zal dan ongeloofelijke dingen beleven.
Een waakzame regeering bereidt zich voor op het beste en op het ergste. Dit wil niet zeggen dat Frankrijk ooit het initiatief zal nemen tot een cataclysme. Hoewel het de précaire situatie kent van het Vereenigd Koninkrijk, de kwetsbaarheid zijner gepantserde schepen, de broosheid van zijn imperium, zal het met lijdzaamheid de oriënteering handhaven eener politiek die reeds een kwart eeuw minder Fransch is dan Engelsch. Doch het neemt voorzorgsmaatregelen tegen gebeurlijkheden welke juist de précaire situatie van Albion zou kunnen inspireeren aan de Britten. Het maakt zich in alle kalmte gereed voor een concentrischen overval, voor een belegering te land en ter zee. Het ontsnapte zeker niet aan de Engelsche opmerkzaamheid dat de eerste officieele daad, waarmee Albert Sarraut die van Koloniën naar Marine ging, zijn ministerieele functie inleidde, een inspectie-reis geweest is naar Brest, de Oceaan-poort. En zonder twijfel hebben zij het symbolische gevoeld van deze inauguratie.
[verschenen: 8 november 1933]