Tand om tand
Parijs, 11 Juli [1933]
Het Parlement ging met vacantie met een energieke deflatie-redevoering van den premier Edouard Daladier. Een cabinet, waaraan kenners bij zijn winter-debuut geen veertien dagen leven gaven, haalt in prachtige conditie den herfst. Men heeft zich daarover verbaasd en Daladier gecomplimenteerd met zijn geluk en zijne wijsheid. Dat is naar gelang. Als de beste eigenschappen den eersten minister niet ontbraken, het is niet minder juist, dat talent zeer zelden volstaat, om een regeering te beschutten tegen de nukken van de stembus. De naakte waarheid is veeleer, dat de twee Kamers zes maanden gepopeld hebben, het ministerie te wippen. Zij durfden echter niet vanwege de impopulariteit, welke herhaalde crises hadden samengehoopt boven de wetgevende lichamen. Zij konden bovendien niet, omdat er geen plaatsvervangers waren voor Daladier en zijn escorte. Herriot ligt voorloopig achter de bank, omdat zijn naam synoniem werd met capitulatie tegenover Amerika. Tardieu, die met Flandin en Reynaud het dagblad La Liberté kocht, maakte zich dermate gehaat bij de oppositie, dat de flauwste kansen op een concentratie tusschen gemodereerden en radicalen verschoven zijn tot sint-juttemis. De socialisten van hun kant - hoewel een der partijgenooten trouwde met Miss France 1932, die in een verrukkelijk toilet den eersten prijs won op een concours van vrouwelijke elegantie - zijn nog te steil in de leer, om zonder catastrofen te kunnen deelnemen aan een gemengde regeering. Er schiet dus niemand over dan Daladier. Elk equipe dat men met of zonder hem kan combineeren blijft één pot nat. Hij zal van deze conjunctuur profiteeren zoolang de passies, de omstandigheden of de onbekwaamheid van sommigen zijner medewerkers haar niet wijzigen.
Onder de wetten, die in een vloek en een zucht gestemd zijn op den drempel van het afscheid (reorganisatie der Compagnie Transatlantique, welke met een jaarlijksche subsidie van 150 millioen in staatshanden valt; reorganisatie van spoorwegen, wijnteelt, etc.) verdienen enkele speciale aandacht, daar zij ingrijpende veranderingen zullen teweegbrengen in Frankrijks positie tegenover het buitenland.
Ten eerste de preferentie van 8 francs, welke de Kamers hebben toegekend aan de oliehoudende planten en zaden van Fransch West-Afrika en de gelijktijdige surtaxe van 27.50 francs per 100 k.g., welke zij heffen op de soortgelijke producten van vreemden oorsprong. Over dezen maatregel, die de Engelsche en Hollandsche koloniën zal benadeelen, was reeds ettelijke jaren sprake; slechts de discrete pressie der olie- en margarine-trusts had hein kunnen doen opschorten. Het scheelde zelfs weinig, of op 't nippertje was de verordening uitgesteld tot den Griekschen kalender, hoewel de protectie der Senegalsche gewassen zich opdwong als een noodzaak en niet minder als een eerezaak. Een eerezaak, omdat het bestuur der Afrikaansche gewesten op verzoek der Fransche textiel-industrie een tarief-verhooging had ingewilligd op de buitenlandsche katoentjes, in ruil voor een bescherming hunner voortbrengselen op de Fransche markt. Die ruil bleef een gebroken belofte tijdens achttien maanden, gedurende welke de negers hunne lapjes duurder betaalden en hunne nootjes niet verkochten. Onder alle koloniën kon Fransch West-Afrika gelden voor het deerlijkst geteisterde en het onbarmhartigst in den steek gelaten gebied. Doch Marseille heeft industrieele belangen, die opwegen tegen de rampspoeden van een ongelukkig wingewest en zonder een nieuw feit zou het parlement de jammerkreten, welke van den Niger naar de Seine schreeuwden, gesmoord hebben met een minimum wroeging. De beslissing ten gunste der berooide kolonisten werd pas geforceerd door de reeks van decreten, waarmee het Duitsche gouvernement, te beginnen op 23 Maart, den invoer van plantaardige en dierlijke vetten zoo goed als stopzette bij de Duitsche grens. De Senegalsche arachide zakte van 800 tot 620 francs per ton. Zij werd practisch onverkoopbaar. Men bevond zich voor het alternatief: verhongering eener bevolking, die in de Kamer vertegenwoordigd is door een zwarten afgevaardigde of voorkeur in het moederland.
Men talmde nog drie maanden alvorens te kiezen!
Een tweede wet, gestemd door een handvol deputé's die den tekst niet lazen, doch haast hadden om te gaan dineeren, zal de internationale relaties in nog hooger mate beïnvloeden dan de voorgaande. Zij deconsolideert een massa tarieven, welke door het Fransch-Duitsche handelsverdrag van 1927 waren vastgelegd en ook hierin (hetgeen tamelijk curieus is) nam Parijs niet het initiatief, doch volgde den weg die werd afgebakend te Berlijn.
Het desastreuze Fransch-Duitsche accoord, beklonken door een leeraar in de oude talen, geïnspireerd door een pacifistische politiek en door de illusie, Duitschland solvent te maken, kostte aan Frankrijk in zes jaren een nadeelig saldo van 7.907.100.000 francs. Hoewel eenparig verwenscht door de gezamenlijke nijverheid en landbouw, werd het niet opgezegd, omdat het gouvernement dezen vrijwilligen tol beschouwde als een waarborg voor de welgezindheid der Duitschers. Een aanhangsel, geteekend op 28 December 1932, afgeëischt door de Fransche industrie, modifieerde ternauwernood de douane-betrekkingen tusschen Duitschland en Frankrijk. Dat aanhangsel handhaafde de clausule der meest begunstigde natie, welke clausule werd gesupprimeerd voor een paar dozijn barokke. ondergeschikte artikelen als: doode of levende schildpadden, walvischbaarden, lindenschors, andere dan eetbare dadels, gebroken glas, glasgruis en een tiental even humoristische posten, die door den Franschen handel begroet werden met een homerischen grijslach. Over de vier eerste maanden van 1933 bleek de balans inderdaad ruimschoots crediteur ten bate van Duitschland, dat ondanks Hitler nog importeerde voor 1.060.854.000 francs.
Het aanhangsel van 28 December bevatte echter ook een paragraaf, welke den contracteerenden partijen recht verleende, met een opzeggingstijd van 14 dagen de overeengekomen verbintenissen te herroepen. De Fransche handelaars, die de lijdzaamheid van hun gouvernement leerden peilen, beschouwden deze bepaling als een dier smoesjes. waarmee men smeekelingen afscheept en zoet houdt. Zij vergisten zich niet. Het was geenszins Frankrijk, dat het eerste de voordeelen exploiteerde van het voorwaardelijk accoord. Het was Duitschland dat ondanks een gunstiger handelsverdrag dan het zelfs in 1871 kon droomen, bij decreet van 19 Januari, 7, 17 en 18 Februari, 23 Maart. etc. het offensief nam, zijn tarieven loshaakte en monster-toeslagen legde op een menigte producten. Begrijpe wie het kan. Frankrijk's economie was zonder twijfel niet de eenige die getroffen werd door de Duitsche prohibitie. Maar Frankrijk heeft minder reden, haar te dulden dan wie ook. Het kan zich gemakkelijker verdedigen dan de landen, welker bankiers een deel van het nationaal vermogen staken in Duitsche leeningen. Het trekt op zijn beurt van leer en deconsolideert 62 belangrijke posten, waaronder chemische producten, papier, mechanische constructie, radio-toestellen, marokijn-werken, messen-fabricatie, electrische apparaten, juistheidsinstrumenten, mandenmakerij, linoleum, enz. Als de mogendheden aan welke Frankrijk gebonden werd door de conventie van 17 Augustus 1927 den schadelijken terugslag ondergaan van deze tarieven-omwerking, zij kennen tenminste den verantwoordelijken aanstichter, en als Duitschland volgens zijn gewoonte jeremieert, men weet tenminste wie begonnen is.
Een derde wet, aangenomen zonder eenige discussie, met 448 stemmen tegen 10, opent grendels en hekken, waaruit stellig de verrassendste verrassingen zullen ontglippen. Zij autoriseert de regeering, oogenblikkelijk de douanerechten te deconsolideeren van koopwaren, die zij naar wil en welbehagen uitkiest. De wet is bedoeld als verweer tegen den dobberenden en dobbelenden dollar en sterling, of tegen andere dobbelende, dobberende munten. Niemand waagde het, te spreken over een verordening die beantwoordt aan een commercieelen staat van beleg, want niemand begeeft zich voor zijn pleizier in zulke avonturen.
En dat alles gebeurt tijdens het Londensche Concilie, dat hier de anti-economische conferentie genoemd wordt.
[verschenen: 2 augustus 1933]