Het Rijk der drie Lelies
Parijs, 7 Juli 1933
In den avond van 14 Juni ontving Charles Maurras het volgend telegram uit Brussel: ‘Het is mij een vreugde u en hun, die u omringen, de geboorte te berichten van Prins Henri van Frankrijk’. Geteekend: Jean.
De koning telegrafeerde zijn eersten minister, den grooten theoreticus der Monarchie. Een Dauphin behoort in zijn systeem. Hij verzekert de successie. Maar een Dauphin is ook het bewijs, dat het leven parallel loopt met zijn denken en dat zijn gedachten-vormen op de meest natuurlijke wijze verwezenlijkt worden in het gebied der werkelijkheden. Wanneer Maurras een politicus was in het genre MacDonald of Franklin Roosevelt, zou ik aan de onderlinge betrekking tusschen het denkbeeld brein en de tastbare feiten minder waarde hechten. Doch Maurras is de machtigste en rechtschapenste intelligentie van onzen tijd. Vijf jaren geleden kon men hem nog tegenwerpen, dat goed-geregeerde republieken gerekend moeten worden tot de mogelijkheden. De Vereenigde Staten, die onderweg zijn van Scylla naar Charybdis, van de klip naar den afgrond, verbrijzelden dit argument. Ik draag de Fransche Republiek geen kwaad hart toe. Ik constateer echter niet zonder bewondering, dat het rijkste, diepste, klaarste en degelijkste brein zijn concepties niet alleen bekrachtigd ziet door evenementen, die afhankelijk blijven van menschelijke tusschenkomst, maar dat ook een gebeurtenis, waarop aardsche gedachten en aardsche verlangens geen invloed kunnen uitoefenen, zijn actie verruimt en de stellingen van den ouden wijsgeer, dichter, schrijver en waarzegger consolideert voor den tijd van minstens een halve eeuw.
De komst van den Dauphin, afstammeling van Hugues Capet, Lodewijk den Heilige en Henri IV, achterkleinzoon van Louis-Philippe, ging overigens vergezeld van vele en merkwaardige teekenen. Le Matin, die niet royalistisch is, beweert, dat op het dak der Rue du Boccador, in de Champs-Elysées, waarheen de Action Française haar zetel verlegde de geboorte van den troonopvolger voor stad en land is aangekondigd met 21 saluutschoten uit een kleinen mortier. Ik heb in geen enkel blad, ook niet in het orgaan van Maurras, bevestiging gevonden, noch loochening, van een manifestatie, welke een huiszoeking zou motiveeren der politie. Maar het is mijn overtuiging, dat de salvo's gelost zijn en dat ‘Le Matin’ geen verzinsel publiceerde. Want nadien hebben de onderdanen van den vorstelijken zuigeling nog kraniger en nog treffender dingen gedaan om uiting te geven aan hun vreugde, om een volks-stemming te scheppen rondom de wieg van den banneling, om het gemoed der natie te betrekken in de intimiteit van 't koningshuis, te wennen aan de hoop der toekomst, te verwarmen met de liefde, verzinnebeeld in een kind.
Zij hadden uitgemaakt, dat de jonge Henri verwelkomd zou worden met de eerbetuigingen, welke gebruikelijk waren voor stamhouders der Fransche Kroon, en in den loop der geschiedenis had de Gros Bourdon der Notre Dame geluid voor alle Dauphins van Frankrijk. Jacqueline, die 13.000 kilo weegt, en wier zware bas de vroolijke en rouwige data van zooveel eeuwen beklemtoond heeft, moest dus beieren voor den nieuwen telg van het duizendjarig geslacht. Onder de gewelven van een monument, dat eigendom is der Republiek. In een Kathedraal, welker aartsbisschop strikt de harde instructies opvolgt van het Vaticaan, dat de royalisten excommuniceerde. Met de groote klok, die niet meer gegalmd had na de uitvaart van Maarschalk Foch. En op den eersten Zondagmorgen, die de week sloot, waarin de erfprins het levenslicht zag, en een minuut nadat de kleinere klokken de geloovigen geroepen hadden naar de hoogmis, zette Jacqueline zich in beweging. Haar nationale stem golfde over de hoofdstad van het denkbeeldig Koninkrijk, terwijl honderden kinderen met leliën in de hand de kerk betraden. De torenwachter begreep er niets van. De klokkenluider holde naar boven en stiet op een gesloten deur. De clerus is geconsterneerd, maar weet geen raad. Op het voorplein worden strooibriefjes verspreid om den roep van Jacqueline te verklaren. Een klank-film-apparaat, omringd door een wacht van getrouwen, registreert op eene strook de dreunende klok en tegelijk een stem, die in lapidaire woorden de hoop vertolkt van Frankrijk. Dit duurde een ruim kwartier, zonder dat iemand de historische minuten kon bekorten. Onder de agentschappen vonden de royalisten de Agence Radio bereidwillig genoeg, de plechtigheid rond te seinen als een communiqué.
Door haar gewijd karakter, dat de schalkschheid van het avontuur verhief tot de sferen van heldendicht en sprookje, verwekte de onderneming een dier mystieke emoties, waarvoor zelfs onverschilligen gevoelig zijn. Bij het doopsel van den prins, dat volgens Fransch gebruik drie weken na de geboorte werd toegediend, verbreedde die stemming zich, alsof het Parijsch signaal in onzichtbare kringen voortgolfde over het territorium. De Gros Bourdon der Notre Dame, angstvallig bewaakt, zweeg, omdat men het aartsbisdom niet ten tweeden male wilde compromitteeren tegenover de Republiek. Maar in alle hoofdsteden der oude provincies, in een menigte dorpen en stadjes, beklommen vrijwilligers, verkleed als toeristen, de torens, sloten zich op en deden de klepels tegen het brons slingeren op het uur, dat Jean III de lippen van zijn kleinzoon bestreek met een stukje knoflook en bevochtigde met een druppel wijn van Jurançon. De wijn dateerde van 1833, de traditie van Henri IV. Zoo luidden onverhoedsch de klokken te Toulouse, te Rijssel, te Bordeaux, te Rennes, te Reims, te Perpignan, te Poitiers, te Auxerre, te Vichy en in een aantal andere oorden. Te Caen zweefde een geleliede driekleur boven de stad, getrokken door onbekende vliegmachines. Op de Pont Neuf, in het centrum van het Quartier Latin, illumineerden jonge lieden het standbeeld van den populairen voorvader, voor wien Parijs een Mis waard was en die aan elk zijner onderdanen een spreekwoordelijke ‘kip in den pot’ beloofde. Op Montmartre gloeide de blanke Basilique du Sacré-Coeur in blauw-wit-roode Bengaalsche vuren.
Wat voorspellen deze algemeene demonstraties voor de Monarchie, wat voor de Republiek? Ik weet er niets van, want ik heb geen preferenties en zou nimmer durven voorwenden de ondergrondsche, oncontroleerbare sympathieën, driften en reflexen van een volk van veertig millioen veranderlijke zielen te kunnen overschouwen en te kunnen afwegen. Als betoogingen getuigen de royalistische fantasieën niet alleen van een solide, wijdvertakte, roerige organisatie en misschien van medeplichtigheden onder het hooge geestelijke en wereldlijke personeel, welke een massa proces-verbalen slechts moeilijk verbloemen.
Zij openbaren ook een toegewijdheid, een innigheid, een mannelijk lyrisme in woorden en werken, een spontane en stoere teederheid, die ik nooit vermoed had. Rondom het kleine wicht, dat den bescheiden en luistervollen naam draagt van Fils de France (welke Franschman vibreert niet een beetje op deze woorden?) zweven gelijke klanken als rondom de banier van Jeanne d'Arc, een mengsel van pastoraal en episch geruisch. De bisschop van Chartres, die den prins doopte volgens de voorschriften der Kerk, had bij Sint Bernard een tekst ontdekt, waarin deze krijgshaftige heilige de lelie een bloem noemt, welke den geur heeft der hoop. Bij de hoop, die nooit verloren ging, bij het geloof in de dynastie, dat onwankelbaar gerestaureerd werd door Charles Maurras, voegde een fortuinlijke beschikking de deugdrijkste en onmisbaarste der drie: de liefde. Tot hoever en hoelang zal die genegenheid aanzwellen, door welke bijkomstige incidenten zal zij zoo begunstigd worden, dat zij een geheele natie meesleept, waarvan zij reeds een aanzienlijk deel openlijk of geheimelijk bezielt?
Het antwoord moet staan in den horoscoop van Maurras. Geen sterveling is opgewassen tegen zijne redekunst, zijn denkkracht, zijn realiteitszin. Hoelang zal de materie nog kunnen weerstreven wat geen geest kan weerleggen?
[verschenen: 29 juli 1933]