Equipementen
Parijs, 19 Juli [moet zijn: Juni] 1933
Sedert October ontvangt Parijs het grootste gedeelte zijner electriciteit uit de Forces Motrices de la Truyère, wier hydraulische installaties liggen op 550 K.M. afstand van de hoofdstad. De stroom wordt in een spanning van 220.000 volts overgebracht langs kabels die meerendeels ondergronds loopen. Zoo is een der gewichtigste en kwetsbaarste organen van het onmetelijk nijverheidscomplex dat zich heeft opgehoopt in enkele bochten van de Seine, gevrijwaard tegen overrompelingen, hetzij ze komen van revolutionnairen of van buitenlandsche aanvallers. Het gevaar eener intensieve electrificatie van industrie en verkeersmiddelen is de vernietiging of de beschadiging der centrales. Zij hangen af van een goed gemikten vliegtuigbom welke uitgestrekte landstreken kan ontredderen en verlammen. Voor zoover menschelijke beschikkingen vermogen tegen menschelijken toeleg werd deze bedreiging afgewenteld.
De electrische stroom zelf wordt verwekt door een onderaardsche fabriek te Brommat, dorpje van duizend zielen, op de grens van het bergachtige departement Aveyron, waarvan Rodez met zijn oude kathedraal het middelpunt vormt. Dynamiet, boortoestellen en houweelen hebben drie honderd meter onder den grond de granieten rots uitgehold tot een grandioze zaal van 75 meter lengte, 22 M. breedte, 29 hoogte. In deze onverwoestbare, monumentale, stralend verlichte grot, vesting welke met de buitenwereld verbonden is door een tunnel, ronken de kolossale turbines, gonzen de dynamo's, de transformators, de regulators, knetteren de electronen en vullen de echoënde, tooverachtig glinsterende spelonk met een fantastisch gezoem. Van boven wordt het ruischend water langs ondergrondsche kanalen van 1700 en 5500 M. lengte aangevoerd door twee verticale putten van 4 M. doorsnede en 260 M. diepte, uitgehakt in den harden bergrug als een kunstmatige cataract, die zich bij het plafond der machinekamer splitst in zes vertakkingen en neerstort in zes turbines van elk 42.000 P.K. Het is onmogelijk om het majestueuze dezer onderwereldsche constructie anders uit te drukken dan in cijfers. Om te vertolken wat zij in de ingewanden der aarde opstapelde aan geest, grootheid, durf en demonisch vernuft, zou men haar moeten beschrijven zooals Dante de helle-stad Dis bezong.
Deze onzichtbare energie-haard verbeeldt echter maar een klein part der onberekenbare kracht-reserve welke de Société des Forces Motrices de la Truyère verzamelde met behulp van het riviertje, dat zijn naam gaf aan de maatschappij. Ontspringend op den keten der Margeride vloeit de Truyère langs zacht glooiende hellingen kalm naar de Lot, tot zij eensklaps tusschen steile kloven treedt waar haar niveau over een traject van minder dan 10 K.M. ruim 350 M. daalt. Aan den ingang dier engte, bij een gehucht dat Sarrans heet, heeft men de bergspleet gestopt met een dam van 105 M. hoogte en 220 M. breedte. In een onbewoond, wild, romantisch oord, waar noch spoorlijnen, noch wegen liepen, waar het naaste station op een afstand lag van 20 K.M. in vogelvlucht, transporteerde men over luchtkabels 800.000 ton geklopte keien, 400.000 ton zand en 100.000 ton cement. Achter die enorme betonnen massa van ongeveer 50 millioen kubieke meter verdrinkt men de boven-vallei. Daar wuiven vandaag nog boomkruinen; daar graast de geit; daar kraaien de hanen; zoover men zich herinneren kan, van ouder op ouder, werden deze schrale, beboschte heuvels bewerkt met het kouter. Straks zal dit mooie landschap met alles wat het bevat, met de dieren des velds, met de vogelnesten, met de woningen der menschen over een lengte van 35 K.M. voor altijd verdwijnen onder de golven der gestremde Truyère. De bloemige vallei verandert in een spiegelend meer, dat een spui-voorraad van 300 millioen kubieke meter vergaart tusschen zijne wallen.
Aan den voet van den stuwdam, tusschen een heining van stalen masten, legert in de open lucht ditmaal, een tweede fabriek, waar 105 kubieke meter per seconde binnenvalt in drie turbines van elk 40.000 P.K. Het water vervolgt zijn weg tusschen de natuurlijke rotsbedding der Truyère, doch enkele kilometers verder is een nieuwe dam opgericht van 20 M. hoogte, waar de rivier uitmondt in een tweede kunstmatig meer, verkregen door een versperring van haar zijstroompje, de Bromme. Dit dubbel gevoede onledigbare reservoir werpt zijn inhoud door ondergrondsche kanalen in de 260 M. diepe, loodrechte putten, wier benedenopening uitborrelt in de turbines der verborgen kracht-stad. Een marmeren en mozaïeken decor van onberispelijke schoonheid, eenvoudig en kostbaar, herschept de onderaardsche machinekamer (welke een blok huizen van tien verdiepingen met gemak kan bergen) tot een sprookjes-paleis voor koningen en koninginnen van den nacht, voor Titania's en Oberon's.
Het herculische werk, te grootsch om door het oog van menschen of camera's omvat te worden, werd de vorige week ingewijd door den President der Republiek. Daar het de gewoonte is bij dergelijke festiviteiten een toespraak te houden die in verbloemde termen de algemeene gevoelens lucht, sprak Albert Lebrun over de milliarden kilowatt-uren, waarmee men voor 't moment geen weg weet, over de onevenredigheid tusschen de behoeften en de beschikbaarheden, over de uitzichten om het surplus te benutten en het evenwicht te herstellen. In ronde woorden kwam de inaugurale rede van den president neer op de volgende constateering: Wat de voor onze economie benoodigde energie betreft, verzeilden wij, zonder het eigenlijk te bedoelen en zonder erover gedisserteerd te hebben, in een positie, welke onze buren autarkie noemen en die wij aanduiden als circuit fermé of gesloten stroombaan. Wij staan hier voor een installatie, welke op 't oogenblik 400.000 P.K. ontwikkelt, maar die, grondig geëxploiteerd, een strook land kan bestrijken, reikend van de Straat van Gibraltar tot aan Den Helder. Wij kunnen onze centrales van Bordeaux, van Nantes, van Saint-Etienne, die nog gestookt worden met geïmporteerde steenkolen, verbinden met deze kunstige en onuitputtelijke watervallen. Wij kunnen tegen concurreerende prijzen electriciteit leveren aan Spanje, aan Italië, aan Duitschland. Dat zou stellig het ideaal zijn van een geünifieerd Europa. Maar zullen zij willen? Redeneeren zij practisch genoeg, denken zij voldoende internationalistisch om de consequenties van onze geografische ligging, van onzen ondernemingszin, van onze kapitaal-kracht, voor hun best-wil te aanvaarden als voldongen feiten? Of zullen zij koppig doorgaan met te eischen dat wij tot op ons eigen gebied afzien van onze normaalste rechten, dat wij ons voorbedachtelijk verarmen, dat wij onze goud-waarden, welke wij niemand ontstolen noch ontfutseld hebben, onberaden rondstrooien over landen,
die alles van ons weigeren, behalve ons geld, en die, wanneer zij de gelden bezitten, zoowel het kapitaal verdonkeremanen als de interesten?
Dit is tennaastenbij de heerschende opinie in den raad van beheer der Naamlooze Vennootschap Frankrijk. Zij heeft geen universeele conferenties en geen memoranda der U.D.E. noodig, geen ‘brain-trust’ en geen ‘technocratie’ om de werken van Hercules en de serie der wereldwonderen voort te zetten. Zij heeft nog twee reusachtige plannen voor den boeg, welke toevallig even nationaal zijn als internationaal: Een kanaal voor zeeschepen van Bordeaux naar den Golfe du Lion en een spoorweg dwars door de Sahara, van Algiers naar den Golf van Guinea. Wie niet begrijpt dat de Franschman een beetje koel staat tegenover planetaire equipeeringen waarvan hij de kosten zou dragen terwijl anderen de profijten plukken, vergeet dat het gezegde Charité bien ordonnée commence par soi-même vertaald wordt met: het hemd is nader dan de rok.
[verschenen: 11 juli 1933]