De nieuwe koers
Parijs, 14 Februari 1933
Het plan, waarvan ik de groote lijnen ontvouwde bij de onderteekening van het Fransch-Russische non-agressie-pact, maakt vorderingen welke bijna de zekerheid geven dat het weldra in concrete vormen kan worden verwezenlijkt. Wat toen - op 29 November - vaag was als de toekomst die astrologen lezen in kristallen bollen, wat toen nog een beetje draaierig scheen, fantasmagorisch en te mooi gekleurd om echt te zijn, begint zich te bewegen op het gebied der werkelijkheid en in het bereik der oogen. Een visioen, twee maanden geleden gesignaleerd op den uitersten horizon van het schouwtooneel, schoof geleidelijk naar den voorgrond. Haast onmerkbaar. De eene handeling glijdt over in de andere als de droom in daad.
Woorden klinken te stug om de zaak te beschrijven, zoolang zij verkeert in een stadium waar geruchten het welsprekendst zijn. Gelijk twee personen die overhoop liggen en elkaar jaren negeerden na de intiemste betrekkingen onderhouden te hebben, loopen Frankrijk en Rusland elkaar tegen het lijf op den hoek eener straat. De een neemt machinaal zijn hoed af, de ander kijkt scheel. De een steekt de hand uit, de ander bromt wat tusschen de tanden. Er viel heel wat na de oneenigheid voor, maar zijn ze zoo kwaad als ze zich voordoen? Is de barst tusschen hen zoo diep en zoo breed als ze zich verbeelden?
Het had den Franschman altijd gespeten dat de eenigszins tegennatuurlijke vriendschap welke hij als republikein sloot met een autocratischen tsaar, juist verbroken moest worden op het moment dat die band regelmatig en ongekunsteld kon worden hernieuwd met een volksbewind. Van zijn kant had de Rus 't steeds betreurd dat de omstandigheden hem dwongen om zich van een rijke relatie te vervreemden die buitengewoon nuttig kon zijn, ook wanneer zij niet sympathiek was. Waarom zoo nauw gekeken op een paar ideeën en een paar beginselen? Had het gouvernement der Republiek zich kieskeurig getoond toen Alexander en Nicolaas regeerden met knoet en bajonetten? Wat voor reden bestond er dan om den neus op te trekken voor Lenin en Stalin die regeeren met bajonetten en knoet? Onder de Tsaren ontvluchtten evenveel uitgewekenen een onherbergzaam vaderland als onder de Soviets. Het zijn weliswaar niet dezelfden. Maar dat is het eenige verschil, en vonden de slachtoffers van keizer en communist niet beiden onderdak, werk en brood in Parijs?
De Rus redeneert niet anders. ‘Vadertje’ en zijn ministers verafschuwden het liberalisme der Parijsche revolutionnairen, die binnen een eeuw vijf tronen hadden omvergeworpen. Niettemin trof Vadertje een accoord met de phrygische muts en hij voer er goed bij. Ware hij niet te zwak en te dom geweest om te duren dan zou hij nog zetelen op den troon der Romanofs, geconsolideerd met republikeinsche francs. Als de opvolger van Peter den Grooten zich allieerde met de afstammelingen der sansculotten, waarom zouden Stalin en consorten zich geneeren voor een verbond met de gehate Parijsche bourgeoisie? Zij hebben de Doumergue's, de Poincaré's, de Lebrun's, de Millerand's, de Léon Blum's duchtig den mantel uitgeveegd. Nimmer namen zij een blad voor den mond. Zoo trakteerden ook de tsaren het gespuis der republiek. Des te beter wanneer de bourgeois erin vliegt. Hij kan het Kremlin nooit verwijten dat hij een kat in den zak koopt. De hoofdzaak is dat hij betaalt.
Vervolgens denken beiden: wat wonnen wij van weerskanten met het rekken dezer ruzie? Geen zier. Wat kunnen wij verliezen door ze bij te leggen? Geen snars. Niet de Russische propaganda is op 't oogenblik het gevaarlijkst voor den meer en meer gesocialiseerden Franschen Staat, maar de vermaledijde oproerigheid van boer, handelaar, winkelier en industrieel. Een matige golf van communisme zou deze sputteraars, die uit baloorigheid en opstandigheid hun winkels sluiten, misschien tot inzicht brengen en mores leeren. Nu of straks moeten zij getemd worden, zooals het Kremlin de koelaks temt. Een greintje strijdvaardig bolsjewisme zou het Fransche gouvernement niet ongelegen komen. In ieder geval behoeft het niet te vreezen dat ooit de marxisten zijn privileges zullen aanranden. Zij trekken van die privileges reeds te veel voordeelen. En welke hinder zou een bourgeoisie, onder een regeering die haar stelselmatig plukt en kortwiekt, kunnen berokkenen aan Moskou? Niet de geringste.
Het ligt voor de hand dat de twee gouvernementeele klieken, die van Parijs en die van Moskou, hun onderlinge rancunes koesteren, ontstaan uit wederkeerige decepties. De vrede van Brest-Litovsk, de niet-erkenning der Tsaristische schulden, de nederlaag welke Weygand den Russen toebracht onder de muren van Warschau, en langdurige wrijvingen brandden in beider psychologie merkteekens, die onuitwischbaarder zijn dan doctrinaire verschillen. Doch steeds werd het ergste vermeden. Foch kreeg in 1919 geen vergunning om de orde te gaan herstellen aan de Moskowa. Een rechtstreeksch contact tusschen den Franschen Generalen Staf en den Staf der Reichswehr - ontworpen met dezelfde doeleinden en herhaaldelijk gesuggereerd in Berlijn - werd door de regeering van Parijs nimmer geduld en met beslistheid afgewimpeld. Men verfoeide elkaar hartelijk, doch schuwde het onherstelbare.
Wegen echter vandaag niet alle teleurstellingen ruimschoots op tegen de identieke moeilijkheden tegenover welke zich de twee gouvernementen geplaatst zien? De Fransche verzoeningspolitiek met Duitschland strandde in de stormen van het Hitlerianisme. Bij elke poging tot systematische samenwerking met Engeland krijgt Frankrijk den kous op den kop. De Vereenigde Staten zijn ronduit pro-Duitsch en maskeeren nauwlijks hun onwelwillendheid. De onverzadelijke appetijt en de megalomanie der Italianen verhinderen iedere toenadering, die geen Fransche capitulatie zou beduiden, die niet duurder zou zijn dan een oorlog. Drie fascismen knoopen zich tot een bundel: Duitschland, Italië, Hongarije. Te midden dezer openlijke hostiliteit of kwalijk verholen afkeer staat Frankrijk geïsoleerd.
Maar Rusland? Het bevindt zich tegenover de mogendheden, die slapelooze nachten bezorgen aan den Quai d'Orsay, nauwkeurig in dezelfde positie als Parijs. Ondanks alle dubbelhartigheid, lijdzaamheid, opportunisme en hypocrisie waarover het Kremlin mag beschikken, werd het verdrag van Rapallo (het verbond met Duitschland) onhoudbaar en krachteloos sinds Hitler het bewind verwierf, sinds Hitler verzamelen blies tegen de tweede en de derde Internationale. Moskou zal waarschijnlijk niet het initiatief nemen tot opzegging maar zal het tractaat laten schieten voor de eerste de beste redelijke compensatie. Het wervelende rad der swastika geeft den Rus evenveel reden om aansluiting te zoeken bij den Franschman als den Franschman bij den Rus. Terwijl alles wat Engeland, de Vereenigde Staten en zelfs Italië vermag te dwarsboomen (elke wijziging der machtsbalans) de sombere en fanatische gemoederen der bolsjewisten slechts kan verheugen.
Zoo wordt het verklaarbaar, dat Edouard Herriot, gisteren minister van Buitenlandsche Zaken, morgen opnieuw de leider der Fransche politiek, in zijn krant L'Ere Nouvelle een uitbreiding van het Fransch-Russische non-agressie-pact adviseert als een garantie tegen de bedenkelijke, kwaadaardige intriges waarmee een ‘dynamische’ diplomatie de Europeesche atmosfeer ontplofbaar maakt en vergiftigt.
Zoo begrijpt men ook waarom Litvinof, de gedweeë handlanger van Duitschland zoolang het Hitleriaansche overwicht kon worden weggemoffeld, even onverwacht als ongemotiveerd tegenstoom geeft te Genève. De delegatie, die de Fransche ontwapenings-ideeën verdedigt, won nog geen bondgenoot (de zwenking zou te opzienbarend zijn) maar zij kan reeds onderhandelen over een satelliet in disponibiliteit.
Zoo wordt het tenslotte duidelijk waarom Fransche artilleristen kanonnen van het jongste model (die foudroyant heeten) hebben afgeschoten voor een Russische militaire missie.
Een Fransch-Russische conjunctie hangt dus in de lucht als een sterrebeeld dat na een lange omwenteling tot zijn vorigen stand is teruggekeerd. Hoewel een alliantie in de lucht nog geen alliantie op papier is, hoewel men zoowel van Franschen als van Russischen kant wellicht zal aarzelen voor onmisbare precisies, kan men op het groote plan nochtans een horoscoop trekken.
Het beduidt de redding, de consolideering van het bolsjewisme. In het beste geval beduidt het ook de stabiliseering, de indijking van het bolsjewisme.
Het verdeelt Europa in twee ongelijke helften. In groepen die niet meer accuraat en machiavellistisch zijn afgemeten volgens het Engelsche systeem, zooals in 1914, doch in groepen waarvan de eene de andere onbetwistbaar domineert en in bedwang houdt.
Het is niet zeker dat de groote mogendheden in dit nieuwe kader zullen kunnen ontwapenen. Maar met of zonder ontwapening waarborgt het volgens Fransche schatting, gelijk ik reeds schreef in November, minstens twintig jaren Europeeschen vrede. Dit resultaat zal Frankrijk altijd gaarne willen honoreeren, als het moet, met de helft van zijn goud.
[verschenen: 8 maart 1933]