Girlie
Parijs, 12 Jan. 1933
De zaak begon zoo:
Op 6 Augustus berichtte het Weekblad Aux Ecoutes, dat door zijn tusschenkomst een stel documenten van buitengewoon gewicht overhandigd waren aan den Quai d'Orsay. Zij bewezen, volgens het zeggen der redactie, dat een van de grootste kranteneigenaars der wereld zich voor de som van 90 millioen francs door Duitschland had laten koopen om een campagne op touw te zetten voor de teruggaaf van den Poolschen Corridor. Een buitenlandsche intrigante, zeer répandue in de haute société van Parijs, had den handel bekonkeld. Namen werden niet gegeven, maar de redactie hoopte in de vriendelijkste termen, dat de Fransche regeering van de aanwijzingen partij zou weten te trekken. Aan de Amerikaansche, Engelsche en Italiaansche journalisten, die gaarne detective spelen en met hartelust sensationeele telegrammen lanceeren over Dantzig en den couloir, schonk het entrefilet een onwaardeerbare gelegenheid om hun kunsten te vertoonen. Maar geen enkel Amerikaansch, Engelsch of Italiaansch journalist verroerde een vinger.
‘Aux Ecoutes’ behoort tot de wekelijksche uitgaven in quarto-formaat, welke ik onlangs karakteriseerde als de aanrechtkeuken van nieuws dat straks heet van de pan kan worden opgediend als hoofdschotel, of dat in de kakelbonte verscheidenheid van een hors-d'oeuvre aan de gasten ongemerkt voorbijdraait. Dit hangt af van het bereikte effect. Er zijn politieke hors d'oeuvres die voldoende calorieën ontwikkelen voor een gansch leven. De persoon voor wie ze bestemd waren heeft er zijn buik vol van. Bij anderen moet men insisteeren. Zij hebben niet genoeg aan een portie garnalen, een schep huzarensla, een sardine, een schijf worst, een lepel komkommers, een handvol radijzen, ansjovis, haring, een reep zure zult en een homp brood. Zooals zij verkiezen. Men zal hem wat stevigers voorzetten. Tot ze hun bekomst hebben. In 't Fransch, dat vol is van culinaire associaties, heet dat ‘cuisiner une affaire’.
De lectuur van deze esoterische pers vereischt een voortdurende behoedzaamheid en een ware virtuositeit. Het was zeer waarschijnlijk dat de vermelde documenten bestonden. Het was daarentegen uiterst onzeker of ze in 't openbaar benuttigd zouden worden. Als de gevierde intrigante en de machtige kranten-directeur genoeg hadden aan de aanmaning bleef het heele geval een dier looze geruchten welke men wekelijks uitstrooit en die om onbekende redenen verdwijnen in den doofpot. Maar welke wending zou het relletje nemen wanneer een van beide gewaarschuwden zich sterk genoeg waande om tegen te spartelen? Men liet ons vier maanden hierover in 't duister. De tijd om te onderhandelen en de kat uit den boom te kijken.
Toen de besprekingen ketsten verscheen midden-December een avondkrant met de vraag in vette letters of het waar was dat een personaliteit, geparenteerd aan onttroonde vorstenhuizen, gearresteerd was te Biarritz. Sûreté logenstrafte het bericht per keerende post. Tegelijk echter scharrelde een ochtendblad onder de duizend antiquairs van Parijs, den man op die als geroepen kwam. Hij vertelde een verhaal gelijk men er meestal slechts leest in romans. In Zuid-Frankrijk had hij een antieke secretaire gekocht en ze tentoongesteld in zijn magazijn. Een Duitscher meldde zich aan als kooper. Terwijl hij zijn klant de inrichting van het meubel verklaarde viel er plotseling van [lees: een] geheime lade open uit welke een aantal papieren ontsnapten. Zonder zich te bedenken bood de Duitscher het dubbele van het verlangde bedrag, op voorwaarde dat de paperassen begrepen zouden zijn in den koop. De eigenaar, toevallig een slecht zakenman, sloeg het bod af. Hij doorbladerde den bundel brieven, contracten, telegrammen etc, en snelde op staanden voet naar de politie. De antiquair was loslippig en spoedig circuleerde de naam der verstrooide bezitster: Stephanie von Hohenlohe Waldenburg Schillingsfürst. Haar correspondent bleef evenwel nog anoniem.
Wie dit wenschte kon de romantische geschiedenis slikken als zoete koek. Doch voor den aandachtigen toeschouwer was het duidelijk dat de documenten van Aux Ecoutes verhuisd waren naar de secretaire van den antiquair. Van de diverse manieren waarop een regeering partij kan trekken van compromitteerende inlichtingen is ontegenzeglijk die de beste waarbij het gouvernement zelf buiten schot blijft. Schandalen welke wrijvingen kunnen veroorzaken met bevriende mogendheden, maar welke men onmogelijk achterbaks kan houden, worden onthuld in den tweeden of derden persoon. Aan alibi's ontbreekt het niet. De handelaar in oudheden was een trouvaille waarover men op de kanselarijen stellig geschaterd heeft.
Men weet echter nooit precies wat daar broeit of wat daar gebrouwen wordt. De stemming wisselt er als de barometer; soms als eb en vloed. Wat een Herriot vermijden wil, kan een Boncour noodzakelijk achten. Wat een minister niet durft wagen kan geforceerd worden door Philippe Berthelot of door Alexis Léger. Zij hebben een menigte fiasco's te vereffenen met het Foreign Office, met de Wilhelmstrasse, de Ballplatz en de Consulta. Denkelijk ook gedroegen de samengezworenen zich nogmaals onhandelbaar, koppig en hardleersch. Als zij niet voelen voor een wenk, voor den gentle hint van een antiquair, zij zullen misschien luisteren naar een uppercut.
Zij kregen hem. ‘Aux Ecoutes’, expresselijk vermeldend dat een der leden van het Fransche kabinet de scabreuse stukken ongebruikt heeft willen terugzenden aan hun auteur, overschrijdt quasi alle consignes. Met een half dozijn facsimile's van telegrammen der Duitsche en Fransche post, van het klad van een contract, van het contract zelf, werpt het blad den naam in 't geding van Lord Rothermere, eigenaar van het overgegendst deel der Engelsche pers. Op de adressen heet Stephanie nog prinses Hohenlohe. In den tekst heet zij Girlie. Hoe liefelijk! ‘Miss your smile, Girlie...’ - ‘Bless you, Girlie...’. Volgens een overeenkomst, gedateerd 23 Januari 1931, zou een som van 300.000 pond gestort worden bij het eerste artikel dal de Daily Mail publiceerde ten gunste der teruggave van den Poolschen Corridor, 600.000 pond wanneer de teruggaaf binnen dertig maanden na dato in verband met die propaganda verwezenlijkt was. En 't pond kostte toen nog twaalf gulden.
Her Highness Stephanie, gearresteerd in de villa Miromar te Biarritz en over de Spaansche grens gezet, is zonder twijfel een exceptioneele figuur. Zij werd geboren op 16 September 1891 als dochter van den Oostenrijkschen zaakgelastigde Richter. Op 12 Mei 1914 trouwde zij met Franz von Hohenlohe Waldenburg Schillingsfürst. De familie van haar gemaal erkende het huwelijk niet en beschouwde het als een mésalliance. Op 29 Juli 1920 sprak de rechtbank van Buda-Pest de echtscheiding uit, en begon prinses Stephanie haar zwerftochten. Vier jaar geleden ontmoette Lord Rothermere haar bij een diner. In een coup de foudre vond hij zijn tweelingsziel en een nieuwe oriënteering zijner buitenlandsche politiek. Een tweelingsziel die door de Fransche autoriteiten gedeporteerd werd als spionne en als agente van Duitschland.
Deze verbanning der betooverende ex-prinses is een feit dat niet meer geloochend wordt. Zijn de ornamenten waarmee men haar opsiert geloofwaardiger dan de fabel van den antiquair? Ik wantrouw ze. Op het gefacsimileerde contract mankeert de onderteekening. Het is alsof men voorloopig alleen Lord Rothermere en Girlie wilde neutraliseeren. Maar niets bewijst dat de Quai d'Orsay zijn menu heeft afgewerkt tot het dessert en de pousse-café. Dit zal afhangen van het resultaat. Wanneer Dantzig wederom roerig wordt, en wanneer zooals 't vorig jaar, de Engelsche pers zich opnieuw laat kabelen dat de Polen op het punt staan om de Vrijstad te veroveren, of iets dergelijks, zullen wij waarschijnlijk het vervolg lezen. Met of zonder Girlie, wier glimlach ondertusschen over oorlog en vrede schijnt beschikt te hebben.
[verschenen: 8 februari 1933]