Bijdragen aan het Soerabaiasch Handelsblad (juni 1926-juni 1940)
(2017)–Matthijs Vermeulen– Auteursrechtelijk beschermdDe worpParijs, 17 December '32De Fransche pers drukt zeer zelden de opinie uit der menigte, zij weerkaatst nimmer haar hartstochten. In het conflict met Amerika vertolkte zij geen van beide. Niet één der groote ochtend- of avond-bladen, wier oplage schommelt tusschen 400.000 en twee millioen exemplaren, en die geacht worden de ‘openbare meening’ weer te geven, had rechtstreeks of zijdelings stelling gekozen tegen de betaling der Schulden. Zij bleven grijs en leken als verlamd. De drie vrijschutters van Coty, wiens autoriteit met den dag daalt, ondergingen zichtbaar den invloed der belangen welke hun eigenaar heeft in de Vereenigde Staten. De nationalistische Echo de Paris voelde den terugslag der affaires die Paul Reynaud doet in de schaduw der stars and stripes. Onder de doctrinaire, weinig verbreide maar aandachtig gelezen organen van partijen, troepen, confessies had geen enkel zich vierkant uitgesproken tegen het honoreeren van den Washingtonschen wissel. Bijna allen adviseerden inschikkelijkheid of onderwerping. Zelfs de waakzame en vlijmende Eugène Lautier, die met een paar zinnen een deur toesmijt of openrukt, was het woord kwijt en wist geen raad. De socialisten beslisten pas op 't nippertje tot weigering en hun woordvoerder Le Populaire onthield zich van alle agitatie onder zijn abonné's. Alleen La Liberté en L'Action Française voerden een positieve campagne tegen de schatplichtigheid van Frankrijk. Maar in 't spectrum der dozijnen kranten, die dagelijks verschijnen te Parijs, teekenen zij met haar beperkten en gesloten lezerskring slechts een dunne, ondergeschikte streep. Haar minieme minderheid geeft een richting doch ontwikkelt buiten haar werkingssfeer weinig stroom. De Liberté beschikt bovendien niet over organisaties om offensieven in te zetten op straat, wanneer de hoofdredactie haar opvattingen zou willen onderstrepen met kracht. En de Action Française altijd noodlijdend, altijd bedelend, gold voor gedecimeerd en gebroken sinds het Vaticaan den streng gehandhaafden banvloek afkondigde over haar leiders, leden en lezers. Zij kan de politie last bezorgen in kleine schermutselingen, doch over 't algemeen achtte men haar niet in staat om een noemenswaardige beweging te verwekken. Voor een juiste beoordeeling van de opschudding, waarin Parijs een halve week getrild heeft, en voor een rationeele gissing van toekomstige gebeurlijkheden, zijn deze bijzonderheden van gewicht. Het complex van factoren dat wij publieke opinie noemen, speelt in de heftigheid waarmee de hoofdstad zich gekant heeft tegen haar gouvernement en tegen haar parlement, een buitengewoon bijkomstige rol. Men kan haar verwaarloozen. Men kan hoogstens zeggen: Welke afmetingen zou de opstand hebben aangenomen, wanneer de Parijsche emotie ware aangewakkerd geworden door een pers, die haar bijna eenstemmig heeft doodgezwegen ingedijkt en afgedempt? Het signaal werd gegeven in het Quartier Latin. Zoodra de regeering verried dat zij bereid was tot schipperen en capituleeren tegenover de aanmatiging der Yankee's, ontplooide zich langs den gevel der Juridische faculteit een reusachtige banderol met het opschrift: Pas un sou à l'Amérique. De hoogeschool van 't Recht (het recht waarvoor twee en vijftig maanden lang duizend mannen per dag gesneuveld waren) droeg symbolisch dit parool - geen cent voor Amerika - als een bevel der Jonge generaties. Terwijl handlangers en boodschappers van Washington in de couloirs der Kamer het geweten der afgevaardigden kneedden, en met succes, doorkruisten de studenten in gelederen de stad, hun wachtwoord brullend in de ooren der bevolking. Schreeuwers, hoonden de capituleerders, braniemakers. Zij bespeurden niet de onrust welke door die stemmen werd aangehitst. Zij zijn gewoon aan volksuitingen, geënsceneerd met het geld der geheime fondsen, zooals in 't buitenland, of zooals in Frankrijk bij stationshuldigingen van staatslieden. Zij zijn gewoon aan de bureaucratische betoogingen der communisten, die zich laten inpikken bij de eerste uitnoodiging der agenten. Zij hoorden niet den ondertoon en zijn honderdvoudige echo's in het hart van Parijs. Aan dit rumoer der opjagende jeugd ontbrak niets dan een leiding die den onstuimigen drang kanaliseerde naar het doel. Er viel een vaandel te hijschen waarachter men in massa's zou marcheeren. De Action Française greep in volle vlucht de gelegenheid die anderen lieten voorbijgaan. Haar eerste manifestatie, verboden door de politie maar toegejuicht van alle café-terrassen, van alle vensters en balcons, verliep in een reeks gevechten tusschen wandelstokken en gummiknuppels. Zij had geen resultaat doch verscherpte de spanning. Een dag daarna kwamen de oud-combattanten, de croix de feu, de gemutileerden in beroering en maakten gemeene zaak met de nationalisten. Ook deze aanval werd gestuit en bereikte de Kamer niet, welke door 6000 politie-manschappen en garde républicaine te voet en te paard was afgezet. Men vocht echter van zonsondergang tot na middernacht. Uit de café's werden de troepen der overheid gebombardeerd met flesschen, stoelen en tafeltjes. Op straat met houtplaveisel, met riool-roosters, met ontwrichte hekken, met metalen tralies welke de boomen beschutten. Alle verkeer in het centrum stond stil, in een onbedaarlijk geloei van claxons. Pek-tonnen, zware houten klossen, welke men gebruikt voor het transport van electrische kabels, werden aangerold en gebezigd als verschansing, als versperring. Men wierp taxi's en kiosken omver die dienden tot barricades. De ‘New-York Herald’ raamde het aantal oproerlingen op 30.000. De Times sprak van een formidabele macht. Er werd evenwel niet geschoten. Men besefte van weerskanten dat één schot zou daveren over gansch Frankrijk. Maar ieder begreep ook dat dit eerste schot slechts afhing van den uitslag der Kamer-debatten. De president van de Union Nationale des Combattants, die 700.000 leden telt, had een formeel veto uitgevaardigd in de knetterende termen van een ultimatum: ‘Allen overeind om Frankrijk te bevrijden van de financieele slavernij. Niet om de brandkasten te vullen der Amerikaansche bankiers zijn 1.500.000 onzer strijders gevallen, lijden 1.200.000 invaliden nog aan hun wonden. Neen, neen, neen. Het Fransche volk, bedrogen en leeggeschuld, is met ons. En als het moet...... Aux armes, citoyens!’ Deze doortastendheid en deze verbittering gaven de overwinning in den grauwen na-nacht van 14 December, ondanks het gejeremieer en gelamenteer van Herriot. De député's dachten aan de koude wateren der Seine, die langs het Palais Bourbon schuimend voorbijstroomt. Een etmaal later bekende Léon Blum, de leider der socialisten gehuicheld in Le Populaire: ‘Welke zou de meest directe terugslag geweest zijn op een overprikkelde publieke opinie, wanneer wij de betaling gestemd hadden?[’] O, hij was gemakkelijk te voorzien, des te gemakkelijker daar hij zich reeds deed voelen. ‘Amerika dwingt ons te betalen na de ontheffing gevraagd te hebben van Duitschland. Goed, wij moeten dokken, maar dat Duitschland ons dan eveneens betale!’ Door te betalen dwong men de Fransche opinie om, als tegenwicht, de hervatting van het Young-Plan te eischen. Men verlevendigde den ouden geest van aansprakelijkheid, van ‘talionsche’ hardvochtigheidGa naar voetnoot67 misschien van dwang. Wij hebben dat willen voorkomen. Wij hebben het Fransche nationalisme, men permitteere de uitdrukking, het brood uit den mond willen nemen.’ Dit is één der aspecten, één der voordeelen van de Parijsche razernij. En zelfs als fictie is deze winst niet te versmaden, hoewel de Amerikanen klaarblijkelijk maling hadden aan een eventueele verergering van het Fransch-Duitsche antagonisme. Doch Blum zegt slechts de halve waarheid. Niet om een herrijzenis van het Young-plan te begunstigen hebben duizenden, vrijwilligers, waaronder tientallen verminkten, één-armigen en één-oogigen, zich de koppen laten beuken door de vertegenwoordigers van ‘het gezag’, maar juist om iedere hervatting van het Young-Plan definitief onmogelijk te maken, om elk voorwendsel tot hervatting radicaal weg te ruimen. Nimmer hebben de Franschen zich laten mobiliseeren tot straatgevechten om te protesteeren tegen de menigvuldige tekortkomingen van Duitschland. Nimmer trouwens heeft men gepoogd om de burgers in 't geweer te roepen wegens een Duitsche non-betaling. De geheele natie heeft het gouvernement verloochend dat de Ruhr bezette. Gisteren pakte Parijs de wandelstokken, morgen zal het de wapenen nemen tegen een gouvernement dat onder pressie van den Yank het financieele geharrewar, de economische crisis, de oude vijandschappen wil bestendigen door een capitulatie. Het is niet meer de vraag wat een Fransche regeering vermag tegen hare burgers die genoeg hebben van Dawes-, Young-, Mellon-plannen, accoorden, verplichtingen en verknechtingen. Het is voortaan de vraag wat Amerika tegen hen kan. [verschenen: 5 januari 1933] |
|