De bovenste plank
Parijs, 12 October [1932]
Stel u voor, want alles is mogelijk, dat gij in Parijs een nieuwe automobiel wilt lanceeren, een nieuwe laars, een nieuw gedicht, een nieuwe symphonie, kortom, stel u voor, dat gij geroepen wordt, om een dier kenteekenende daden te verrichten, welke het denken van millioenen medemenschen zal beïnvloeden, een dier begin-daden, waarmee men als fabrikant, als dichter, als schoenmaker, als componist, medewerkt in het complex van levensuitingen, dat men civilisatie noemt. Hoe zoudt gij het aanleggen om de zaak in de kortste keeren voor mekaar te brengen? Gewichtige vraag! Zij voert tot in 't binnenste van de keuken der beschaving en zooals men weet is het restant der keuken (de kjökkenmöddinger) altijd een aanwijzing geweest voor het moreele en materieele gehalte van een menschengroep uit een zeker tijdperk.
Daar bestaan tien middelen om er te komen, zegt de roskammende Edouard Bourdet, doch slechts een ervan deugt, omdat het 't snelst is. Het past misschien niet bij ons humeur en ons karakter. Het bevalt ons vooral niet dat het verklapt wordt en geëtaleerd wordt tusschen de coulissen van een schouwburg. Wij mompelen oh! en ah! Wij protesteeren. Wij probeeren te lachen tenslotte. Maar niemand spreekt tegen, dat Bourdet, als de meeste clowns, een onwaardeerbare raadgever is. Een vertrouwde gids, gelijk men er vindt in de halls der groote hotels.
Volg dus de voorlichting van Edouard Bourdet, wanneer gij opgang wenscht te maken met een automobiel-merk, een piano-concert, een treurspel, een schilderij, of een schoonheidsrecept. Wend u rechtstreeks tot Prinses Volotzine. Onder hare vrienden en kennissen, die ontelbaar zijn en allen tot de hoogste kringen behooren, heet zij Zaza. Ze is van burgerlijken komaf, Française (alles in dit stuk blijft Fransch, wat de toeschouwers danig ergert) en is gehuwd, of gehuwd geweest met een Russischen edelman. Haar naam dekt haar savoir-faire. Het idee van elasticiteit en troebelheid, dat men gewoonlijk combineert met een Russische prinses, verklaart haar invloed en de mogelijkheid van haar emplooi. Zij speelt geen Muze, geen arbiter elegantiarum, geen maecenas. Zaza is alleen portierster en duur betaalde portierster van de regionen, waar gearbitreerd wordt, concierge van de tempels, waar men roem en aanzien uitreikt of bekokstooft. In deze functie huurt Zaza kasteelen en palace's. Zij organiseert recepties en partijen, diners en thee's, groote en kleine festiviteiten voor het artikel uwer keus, dat geïntroduceerd moet worden onder de lieden die, naar men zegt, den toon aangeven.
Hier, in het historische paleis eener lady, wordt deze stemvork dictatoriaal gezwaaid door den Duc d'Anche, glorie van het Fransche blazoen en met al zijn kwartieren in de wandeling Toto genaamd. Hooger dan de hertogelijke Toto kan geen sterveling klimmen in zelfbewustzijn, komische laatdunkendheid, raffinement, en gebrek aan hersens. Gelijk eenmaal de Zeus van Plato's Banket den mensch in twee helften sneed, die voortaan elkaar moeten zoeken, zoo scheldt Toto de Adamieten in twee groepen, een vrouwelijke en een mannelijke, tusschen welke alle contact verbroken is. Toto vraagt niet naar iemands neigingen. Hij legt ze tyranniek op. Het is verboden om normaal te zijn, op straffe van verbanning uit zijn tegenwoordigheid. Een hofhouding van vleiers en flikflooiers zorgt voor de tucht en voor de zeden. Wie arriveeren wil, bukt voor dezen scepter, welke de dames links en de heeren rechts plaatst. Een musicus, die tot dit beursche milieu verviel, om er een reputatie te vestigen, wordt door Toto's acolieten verdacht van een vulgaire liaison. Sedert de drie jaren, dat zijn beroemdheid duurt, ontvangt hij heimelijk een vrouw. Men betrapt hem. Hij verwekt een ijselijk schandaal onder de secte van den Duc d'Anche. Hij wordt uitgehoord en moet bekennen: de stakker ontving zijn eigen echtgenoote, met wie hij wettig getrouwd is. Wat doet men niet voor een beetje roem!
De automobielfabrikant Tarvernier, die onder de beau monde een afzetgebied zoekt, wordt door Zaza in deze snobistische en decadente, maar invloedrijke club binnengeleid. Hij is een knappe, jonge mécanicien, die fortuin maakte met een uitvinding en vanavond een mondain feest betaalt, waar Toto als Neptunus met een vervaarlijken drietand zal domineeren over sirenen en tritons. De machtige en bulderende god der baren, vindt den voormaligen mécanicien op 't eerste gezicht dermate sympathiek en bewijst zooveel attenties aan den uitverkorene, dat een zijner gunstelingen, die luistert naar den schattigen naam Lolotte, van smart een flauwte krijgt. Maar als de serviele creaturen van den pacha kruipen voor zijn imposanten gaffel, symbool van den vork, waarmee ze bikken aan zijn tafel, de brave Tavernier beantwoordt zijn avances met nonchalante grapjes. Hij courtiseert een jonge, schatrijke weduwe uit de provincie. Een ware kip zonder kop en mooi. Zij heet Papoe en wil tot elken prijs in Toto's doorluchtig gezelschap worden opgenomen. Ook zij kocht den toegang bij prinses Zaza. Het laat Papoe volslagen koud, dat de automobielfabrikant zijn deugd niet wenscht te offeren aan het succes zijner wagens. Zij ziet onmiddellijk de partij, die zij trekken kan uit Toto's woede over de koelheid van de mécano. De potentaat weet geen beter middel, om zijn spijt te koelen, dan hare verovering. Bij de eerste sommatie valt zij in de armen van een meer dan koninklijken sjamberloek.
Edouard Bourdet heeft getracht om met waardige personen te gekscheren. Doch ondanks zijn aristophanisch vernuft en ondanks het brio eener schitterende vertolking, lukt het hem niet om de gêne te overwinnen welke zich van het begin af van het opkomen van Prinses Volotzine af bij de toeschouwers insinueert. Ieder die een tikje met het Parijsche leven op de hoogte is, kent een paar Zaza's; ieder kent een paar Toto's of consorten en hunne afhangelingen. Zij loopen elkaar niet onder den voet, doch bestaan. En als we desnoods glimlachen over de ongebondenheid en den wansmaak hunner zeden, wie kan zonder een gevoel van onrust en opstandigheid gewaarworden, dat zij tot voor kort niet alleen het puik, la fleur des pois vertegenwoordigden eener maatschappij, maar zelfs de fine fleur der geestesstroomingen, waarin deze maatschappij zich uitte? Men wordt hieraan liever niet herinnerd, terwijl de ziekte luwt. Menigeen suggereerde den auteur om er over te zwijgen nu ze schijnt te wijken voor gezondere opvattingen. Maar een satiricus van Bourdet's kaliber stoort zich niet aan zulke consideraties. Hij bekommert zich slechts om de waarheid, ook al is zij wrang en beschamend.
[verschenen: 12 november 1932]