Eenvoudigen van geest
Parijs, 16 Augustus [1932]
De Fransche leiders doen het mogelijke om neutraal te blijven tegenover den uitslag der Amerikaansche presidentsverkiezing, doch onder vier oogen bekennen zij gaarne, dat hun een steen van het hart zal gaan, wanneer Hoover, zijn partij en zijn medewerkers, het Witte Huis voor eenigen tijd ontruimen. Hoewel zij geen wonderen hopen van den tegen-candidaat Roosevelt, en hoewel zij in 't algemeen weinig goeds verwachten uit een land, waar een almachtig kranten-eigenaar als Hearst radio-speeches borduurt op de afgrijselijkste en zonneklaarste onwaarheden, zien zij het bewind te Washington liever uitgeoefend door onverschillig wie, dan door lieden met wie niet te praten valt.
Men moet deze uitdrukking opvatten in de eigenlijke beteekenis en ook figuurlijk. Er valt niet te praten met iemand die dwars is, stijfhoofdig, nijdig, ontzind, slaperig of beschonken. Eveneens valt er niet te praten met menschen, wier hersen-mechaniek niet werkt volgens de langdurig beproefde wetten der zuivere rede en in wier denk-apparaat fouten slopen, die de patiënten zelf (helaas,) niet opmerken, doch die door ieder logisch mensch met ontsteltenis worden waargenomen. Bij ongeluk en bij tusschenpoozen behooren de Amerikanen, die sedert 1928 regeeren, tot de eerste categorie. Van nature evenwel moeten zij gerangschikt worden tot de tweede groep.
Laat mij dat toelichten met een paar voorbeelden, ontleend aan de jongste manifestaties der Amerikaansche welsprekendheid.
In een redevoering, die gevolgd werd door wederzijdsche machiavellistische complimenten, verklaarde Stimson, dat de beste waarborg tegen een overtreding van het Briand-Kellogg-Pact gelegen is in de pressie der gemobiliseerde publieke opinie en in de verplichting der mogendheden, om elkaar te consulteeren alvorens de wapenen op te vatten, of te permitteeren, dat de wapenen worden opgevat.
Deze stelling is niet nieuw. Zij vertolkt zelfs de gangbare Amerikaansche meening. Zij wordt misschien ondersteund door evenveel naties (28!) als zich juichend aansloten bij Hoovers ontwapeningsvoorstellen. Maar de Franschen antwoorden: De publieke opinie? Wat is dat? Kom ons vertellen hoe die gefabriceerd wordt. En wat vermag zij? Heeft de druk der openbare meening (die sterk en spontaan was...) indertijd de Boerenoorlog verhinderd? Heeft ze kortelings de Japanners weerhouden, om zich in Mantsjoerije te nestelen? Heeft ze het bolsjewisme vernietigd? De gangsters uitgeroeid? Piraten en impopulaire roovers verdelgd? Nog daargelaten wat ons, Franschen, die door de Amerikaansche pers worden afgeschilderd als de verslindende krokodillen en de razende honden van Europa, boven het hoofd hangt, wanneer wij ons lot zouden toevertrouwen aan de openbare meening der U.S.A. en zelfs aan die van het oude werelddeel. Bevat het Kellogg-Pact geen deugdelijker eigenschappen, dan een pressie en een consult? In welken infernale poel van barbaarschheid zouden de beschaafde naties zijn neergezonken, wanneer zij elkaar niet eens meer consulteeren alvorens van leer te trekken? Zij consulteeren elkaar zelfs, terwijl zij oorlogvoeren. Hebben de Chineezen en Japanners opgehouden elkaar te raadplegen, terwijl Chapei werd platgeschoten? Hebben wij Amerika niet geconsulteerd van 1914 tot 1917 hoewel aan onze beslommeringen de neutraliteitsschennis van België was voorafgegaan? Die schennis zelfs was het resultaat van een consult! Het eene duurde drie jaren, het andere geen vierentwintig uren, doch de gevolgen waren even jammerlijk. Wie garandeert, dat het aanstaande Amerikaansche consult niet nog langer sleept?
Men zal zeggen, dat deze kantteekeningen, voortvloeiend uit waarheden als volwassen koeien, weliswaar het gezond verstand bewijzen der Franschen, doch niet noodzakelijkerwijze aantoonen, dat er een kronkel verward raakte in het brein van den heer Stimson. Wij hebben inderdaad de keuze tusschen opzet, of organische storing. Zonder zijn hersens bovenmatig te pijnigen, had Stimson dezelfde verpletterende bezwaren kunnen opwerpen tegen zijn eigen stelling. Waarom deed hij 't niet? Waarom kabelt hij een onverdedigbare thesis urbi et orbi? De Franschen zullen een dergelijke mistasting nimmer toeschrijven aan kwade trouw. Het ligt meer in de lijn van het volk, dat in zijn hoogsten revolutie-ijver altaren oprichtte voor de Godin Rede, om dwalingen als die van den heer Stimsom te verklaren door een zekere intellectueele onmacht, een zeker gebrek aan training, die beletten, om een schijnschoon idee te onderzoeken in zijn fijnere geledingen en tot zijn binnenste kern.
De heer Hoover, wiens krediet en situatie in Frankrijk reeds zeer wankel waren, verergerde zijn geval nog door de program-rede waarmee hij zijn officieele verkiezingscampagne opende. Het is niet overdreven om te zeggen, dat men stomverbaasd kennis nam van een boodschap, die men kettersch, laatdunkend en ongerijmd acht. Men heeft haar begroet, zooals men de mededeelingen aanhoort van iemand, in wiens hoofd het niet geheel pluis is: met een beetje angst voor de consequenties, een beetje humor voor het komische van de zaak, een beetje meegaandheid om niets te laten merken, en den stillen wensch om gauw van het personage verlost te zijn.
De economische ketterijen: De V.S. zullen hun voortbrengselen beschermen achter een tarieven-muur. Maar de Europeesche staten, die schulden hebben aan Amerika, zullen hun grenzen moeten openstellen voor de Amerikaansche goederen, willen zij een gedeeltelijke kwijtschelding verwerven. Alsof de Franschen erom maalden met welke saus zij verorberd zullen worden. Hoe kan een land betalen dat men dwingt tot import, terwijl men export verbiedt? Het oud lood der schulden ruilen voor 't oud ijzer van een vermenigvuldigden Amerikaanschen invoer? Een Fransche laag-conjunctuur voor een Amerikaansche hoog-conjunctuur? Dan liever beide naar den kelder, wat trouwens bij aanvaarding der yankee-eischen tòch gebeuren zal.
De laatdunkendheid: Geen gedeeltelijke kwijtschelding, zonder handelscompensaties, maar ook niet zonder een draconische Europeesche ontwapening. Naast de economische weerloosheid vraagt Hoover de militaire. Vroeger sprak men nog van ‘massieve’ reducties. Vandaag komt Draco op de proppen, de Atheensche archont, wiens wetten geschreven heetten met bloed. Prachtige vooruitzichten voor de ontwapening! Tegelijkertijd verzekert de draconische Hoover, dat de Amerikaansche strijdkrachten te land en ter zee op voldoende sterkte gehouden zullen worden, om elken vreemden soldaat de betreding van Amerikaansche grond te beletten. Waarom gunt hij ons hetzelfde recht niet?, vragen de Franschen. Als Hoover de problemen van schulden en ontwapening met voorbedachten rade onoplosbaar wilde maken, had hij ze niet scheever kunnen stellen. Welke natie, met een greintje eergevoel, kan zwichten voor zulke aanmatiging, voor zulke geveinsdheid, voor zulke afpersing?
De ongerijmdheden: Betreffende het Kellogg-Pact dezelfde meening als zijn minister Stimson. Aangaande de Verdragen een onbegrijpelijke tegenstrijdigheid. Nooit zal het Amerikaansche gouvernement het bezit van grondgebied erkennen, dat door schennis van vredesverdragen verworven is. Uitstekend. Doch even later: ‘De Verdragen, die den oorlog beëindigden, zijn de vergiftigde bronnen der politieke onstabiliteit van Europa.’ Men tracht deze twee tegendeelen te vereenigen. Het lukt niet. Men kan er geen touw aan vastknoopen. De eerste zin slaat misschien op Mantsjoerije, de tweede op Versailles? Maar waarom zou het eene Verdrag als verdrag vergiftiger zijn dan het andere? Indien Amerika het recht heeft om een verdrag vergiftig te oordeelen, waarom zou Japan zich datzelfde recht ontzeggen? En waar gaan wij heen met dusdanige opvattingen? Naar den chaos natuurlijk en naar een complete anarchie.
Zoo luidt de meening van een groot aantal Franschen, die dit mengelmoes van technische vergissingen, onpsychologische berekeningen, onsamenhangende gedachtesprongen met onrust en verwondering geanalyseerd hebben. Men kan deze denkfouten weerleggen. Ongetwijfeld. Menigeen heeft de dilettantistische onbekwaamheid bewezen, het onvoldoend ingelichte van een Hoover, die o.a. in zijn ontwapeningsvoorstellen nog onderscheid maakt tusschen ‘beweeglijke’ en ‘onbeweeglijke’ zware artillerie. Het bleef hem blijkbaar onbekend dat de Franschen voor verschillende veldslagen een deel van hun vesting-geschut en kust-batterijen hebben aangesleept om hun tekort aan rijdende, zware artillerie te dekken. Doch wat baten weerleggingen? Niets. Een Hoover, in zijn hoedanigheid van president en zelfs van candidaat-president, wordt onweerlegbaar. Zijn prestige noodzaakt hem om een eenmaal ingenomen standpunt te handhaven, ook al blijkt het bij onderzoek dubbel en dwars onhoudbaar. Het komt overigens niet bij hem op, noch bij zijn aanhangers, noch bij zijn landgenooten, dat zijn logische vermogens een onvolledige ontwikkeling zouden kunnen verraden. Het komt nog minder in hen op, welk een gevaar schuilt in zulke lacunes: Ernstige denkfouten, die elken bereikbaren vooruitgang remmen of stuiten, krijgen de overhand en worden de norm en het richtsnoer van werelddeelen en tientallen naties.
[verschenen: 14 september 1932]