Vergezichten
Parijs, 30 Januari [1931]
In de ‘Revue de Paris’ van 15 November had Comte de Fels een vernuftige oplossing aan de hand gedaan voor de geschillen welke de Saarstreek tusschen Frankrijk en Duitschland hangende houdt. Om een wederkeerig bewijs te geven van de oprechtheid hunner verlangens tot toenadering en verzoening, zouden beide landen spontaan afzien van alle rechten, welke zij met of zonder het plebisciet van 1935 kunnen laten gelden op dit grensland. Zonder de volksstemming af te wachten zou artikel 49 van het Verdrag van Versailles, dat de Saar-provincie plaatste onder voorloopig beheer van den Volkenbond, ten eeuwigen dage bestendigd worden. Men zou het gewest voortaan beschouwen als territorium van den Volkenbond, die er zijne residentie zou vestigen, zijn paleis, zijn bureaux, zijn diensten.
De suggestie van Comte de Fels, een invloedrijke figuur, trok de aandacht der politieke, parlementaire en diplomatieke kringen, wien het vraagstuk danig dwars zit. Artikel 49 is een van de gevaarlijkste der verscheidene uurwerk-bommen, welke de redacteurs van het Vredesverdrag deponeerden onder de fundamenten van het nieuwe Europeesche statuut.
Alvorens Fels kwam met zijn voorstel, bestond er slechts één mogelijkheid om de gevreesde machine te neutraliseeren: Frankrijk moest zich met achterlating van al zijn eigendommen, al zijn rechten, al zijn kansen en al zijn kapitalen, terugtrekken uit een domein, dat het ontvangen had als schadevergoeding voor steenkolenmijnen, welke de Duitschers zonder de minste militaire noodzaak stelselmatig verwoestten. Deze mijnen werden hersteld. Maar terwijl men de bekkens der noordelijke departementen leegpompte en herbouwde, stak men kolossale sommen in de dominiale mijnen der Sarre, om hare productie te verhoogen. Men kan het terrein met alles wat er los en vast is desnoods terugschenken. Doch het kapitaal dat daar in twaalf jaar belegd werd, behoort niet aan een gouvernement, niet aan een politieke partij, niet aan een groep diplomaten. Het behoort aan een natie, in casu de Fransche. Men schrapt het niet weg met een pennestreek op een oorkonde. Men kan het er evenmin laten, want Fransch kapitaal is Fransch toezicht, Fransche macht. Zouden de Franschen Duitsch toezicht dulden op de groote ondernemingen in Lotharingen? Neen, natuurlijk niet. Aangezien men het noch opofferen kan, noch toelaten, zou men het moeten terugkoopen met goeden wil en goed geld. De goede wil ontbreekt misschien niet, hoewel men het lastig eens zal raken over het bedrag. Is er echter ook het goede geld? Heeft Duitschland niet genoeg aan het blok-Young? Wie zal het willen leenen? De Franschen zelf? Niets is op financieel gebied ondenkbaar of onmogelijk, maar voor langen tijd zal die pil te bitter smaken. De eenige, die ze had kunnen vergulden was Briand en de Duitschers zelf beginnen nu pas in te zien welk belang ze erbij hebben, om zijn autoriteit niet onberaden te ondergraven.
Zoo is de eenige regeling, welke aan artikel 49 zijn explosieve vermogens zou ontnemen - een Fransche terugtocht pur et simple - door een samenloop van omstandigheden onuitvoerbaar geworden. Een plebisciet, hoe het ook uitvalt, kan niet anders dan de haard van Fransch-Duitsch antagonisme aanvonken, welke hier geschapen werd door kortzichtige mannen. Alsof men immers de hinderlagen met voorbedachten rade wilde opstapelen, heeft men voorgeschreven, dat dit territorium van 1924 vierkante kilometers zijn nationale bestemming zal bepalen per district of per gemeente. Het is niet buitengesloten, dat een plaats bij de huidige Duitsche grens Fransch, dat een plaats bij de Fransche grens Duitsch stemt. Het is evenmin onmogelijk, dat het gebied zich verbrokkelt in een gruis van geïsoleerde enclaves, waarvan de eenen zullen opteren voor Frankrijk, de andere voor Duitschland, en derden voor den Volkenbond. Wat een warwinkel! Welk een wespennest! Als de Sarre in haar geheel Fransch, of in haar geheel Duitsch zou kiezen, of voor de helft, of voor een derde, of in vierde parten, de complicaties zijn niet te overzien. Een totale onnadenkendheid, of een satanische hang naar verwikkelingen, heeft hij de redactie van artikel 49 blijkbaar voorgezeten. Het veroordeelt twee naties om een motief tot wrijvingen te rekken in het oneindige.
De voorstellen van Graaf de Fels wonnen aan beteekenis door de benardheid van dezen toestand. Zij zijn besproken in de pers der vijf werelddeelen. Zij wekten verbazing te Genève, ofschoon het bijna vaststaat, dat ze niet geïnspireerd zijn door de Fransche diplomatie, noch afgezonden werden als proefballon. Men wikte ze allerwegen met de gespannen aandacht welke de noodzakelijkheid accentueert van een snellen uitweg. Doch er zijn vier belanghebbenden betrokken bij de schikking. Frankrijk, Duitschland, het Saargebied en de Volkenbond. Vier partijen van wie de bijval voor 't moment minder telt dan de tegenwerpingen. Het scheen dus in de eerste plaats gewenscht om de bezwaren na te gaan, waarvan verscheidene commentaren gewaagd hebben. Zijn ze gegrond? Zijn ze onoverkomelijk? Ziedaar vragen die wellicht zwaarder wegen voor de toekomst, dan de stapels pacifistische manifesten welke sinds enkele weken Frankrijk doorkruisen.
In de aflevering van 15 Januari van zijn tijdschrift heeft Comte de Fels de zaak opnieuw onderzocht en rekening houdend met de critieken, zijn opvattingen nauwkeurig gepreciseerd. Hij behandelt de kwestie achtereenvolgens uit den gezichtshoek der vier geïnteresseerden. Hij beschouwt ze buiten alle patriotisme, buiten alle animositeit om. Hij tracht ze te berechten als een waar Europeeër. Of hij in de diverse kampen tegenstanders kan overhalen naar zijn zienswijze, of de zuivere rede reeds wijd genoeg verbreid is om tot beslechting van geschillen bij te dragen, zal gedurende de volgende maanden worden uitgemaakt. Men krijgt echter den indruk, dat men aan de levensvatbaarheid van een nuttig idee kan meewerken en met deze bedoeling geef ik een résumé van het standpunt der vier betrokkenen.
Het Fransche: Noch de publieke opinie, noch het gouvernement hebben in 't Saargebied annexionistische oogmerken. Het irredentisme is voor het Fransche gemoed een dood begrip, dat nimmer meer herleven kan. In 1919 wees Frankrijk, onder het bewind van Clemenceau, de avances terug van het Groot-Hertogdom Luxemburg, dat zich voor een politieke en economische vereeniging met Frankrijk had uitgesproken. Evenmin eischt Frankrijk landen op van Fransch ras of Fransche taal, noch zijn voormalige koloniën in Amerika en Afrika, noch de Engelsch-Normandische eilanden bij zijn kust, noch het Waalsche gedeelte van België, noch het Fransch-sprekende deel van Zwitserland, noch de Alpen-dalen. Op de 770.000 bewoners van het Saarbekken bevinden zich 150.000 afstammelingen van Fransche families, welke zich in Sarrelouis en omstreken vestigden, toen deze stad door Lodewijk XIV en Vauban gesticht werd. Ook dit offer kan Frankrijk brengen ten behoeve van den vrede. Ofschoon het Saar-gebied een strategische waarde bezit van den eersten rang (zes spoorlijnen doorloopen de Sarre in de richting van Frankrijk) kan Frankrijk zich vergenoegen met de vaststelling eener neutrale zône. De definitieve internationaliseering dezer streek zou aan Frankrijk een gewaarwording van veiligheid verschaffen, welke een massa vooroordeelen zou wegruimen en een aantal discussies zou vereenvoudigen.
Het Duitsche: daar de overgroote meerderheid van de 770.000 bewoners der Saar-provincie van germaanschen oorsprong is, spreekt het vanzelf dat Duitschland dit verloren grondgebied wil terugverwerven. In dezen wensch wordt Duitschland echter meer gedreven door overwegingen van nationaal prestige, dan door beweegredenen van economische [zij]de, die au fond slechts zeer secundair zijn. Economisch beschouwd heeft Duitschland de Sarre niet noodig en de Sarre nog [min]der Duitschland. Als Duitschland oprecht is in zijn verlangens tot toenadering en verzoening, zal niets het behoeven te verhinderen om aan deze politiek een onwaardeerbaren steun te verleenen door gelijktijdig met Frankrijk en vrijwillig van alle aanspraken op dit territorium af te zien. De toetreding van Duitschland tot een Europeesche federatie zal overigens veel zwaarder moreele offers eischen dan een geneutraliseerd gewest.
Het standpunt van de bewoners der Sarre: Zij zouden zich bevoorrecht mogen achten boven alle volkeren der aarde, wanneer de status quo gehandhaafd blijft: Geen dienstplicht; geen oorlogsschuld; 5% belasting op het inkomen tegen 10% in Duitschland; zoolang de mijnen behooren tot het Fransche economische verband geen werkloosheid, want hier exploiteert men ook de schachten die middelmatig rendeeren; het Fransche achterland is onmisbaar voor de Sarre en een sluiting der Lotharingsche grens door een cordon douanebeambten zou gelijk staan met den wissen ondergang van de welvaart der provincie. Deze argumenten zijn zoo evident en zoo beslissend dat zij niet aan de scherpzinnigheid van de bewoners der Sarre konden ontsnappen, hoewel Frankrijk, in tegenstelling tot Duitschland, in deze gewesten niet de minste propaganda voert. Het wordt elken dag meer en meer waarschijnlijk, dat de Sarre in 1935 niet zal stemmen voor Frankrijk, noch voor Duitschland, maar voor de handhaving van den status quo, dus voor den Volkenbond. Het is onmiskenbaar in het belang van den vrede dat beide landen op deze zoo goed als onvermijdelijke beslissing vooruitloopen en door een spontane renunciatie de mogelijkheid ontwijken van de acute conflicten, die uit het plebisciet haast automatisch zullen voortspruiten.
Het standpunt van den Volkenbond: Evenals het Vaticaan vertegenwoordigt de Bond der Naties bovenal een moreel gezag. Maar wanneer een moreel gezag geen leger noodig heeft, en wanneer het utopisch en krankzinnig moet heeten om de uitoefening van dat gezag te grondvesten op een weermacht, die geroepen zou kunnen worden om te gaan oorlogvoeren in China, in Afrika, in Zuid- en Noord-Amerika, in alle hoeken van Europa, - een moreel gezag kan daarentegen een territorium, hoe nietig het ook zij, niet ontberen. De Paus zelf heeft door zijn verdrag met Italië de onmisbaarheid te kennen gegeven van een onafhankelijk grondgebied. Het is ook voor den Volkenbond wenschelijker dat hij uit eigen beweging een situatie aanvaardt, welke hem door het plebisciet van 1935 zal kunnen worden opgelegd. Niets belet den Volkenbond om zijn residentie te verplaatsen, want van het Paleis der Naties te Genève is nog altijd pas de eerste steen gemetseld. De Amerikanen reserveerden het kleine district Columbia (250 vierkante kilometers) voor de hoofdstad hunner federatie. Wil de Europeesche federatie leven, dan zal zij zich moeten groepeeren rondom een kleine territoriale enclave, dat haar hoofdstad zal bevatten met haar administratie. En wanneer geen enkele stad van het Sarre-gebied in de oogen van den Volkenbond in aanmerking komt, waarom zou de Volkenbond op eigen initiatief zulk een stad niet stichten? Peter de Groote stichtte Petersburg, Lodewijk XIV Versailles, de Amerikaansche insurgents bouwden Washington, Lyautey riep Rabat uit den grond. Waarom zou de Vredesstad niet verrijzen in de Sarre, een provincie welke, ofschoon geïndustrialiseerd, zeer bewoonbaar is en door de bevolking niet onaangenamer geacht wordt dan andere oorden?
Aldus luiden, onpartijdig weergegeven, de suggesties van Comte de Fels. Hij vergt van Frankrijk vooral een materieele, van Duitschland vooral een moreele abnegatie. Aan den Volkenbond vraagt hij voorziening en activiteit. Men kan niet loochenen, dat van zijn plan om de Sarre te maken tot een verbindingsteeken tusschen twee landen, die door een stroom van bloed gescheiden werden, een machtige bekoring uitgaat. Dit teeken zal alle oorzaken tot oneenigheid tusschen Frankrijk en Duitschland niet opheffen, maar men zou ze in 't vervolg met een grooteren geest van verzoening en hartelijkheid kunnen aanroeren, dan ooit het geval was en zonder de verderfelijke vrees voor trouweloosheid of angst voor een plotselingen overval, welke op alle onderhandelingen drukt. En wanneer, bij ongeluk, in den loop der tijden een geschil zich dreigde te verscherpen, zou dan een der twee partijen ooit de neutraliteit durven schenden van een territorium, dat onder hoede geplaatst werd van bijna het gansche aardrijk? De Sarre zou een waarborg kunnen zijn, sterker dan alle protocols en alle pacten.
Maar is het niet te mooi, en vooral, is het niet te reëel, om werkelijkheid te worden? Laten wij hopen: quand même.
[verschenen: 16 maart 1931]