Bijdragen aan het Soerabaiasch Handelsblad (juni 1926-juni 1940)
(2017)–Matthijs Vermeulen– Auteursrechtelijk beschermdEntre la poire et le fromageParijs, [ca. 20] September [1929]De peer van het ‘Europeesche noenmaal’ (laten wij nog een paar jaar Hollandsch praten en niet zeggen déjeuner of lunch) bestond uit wilde aardbeitjes, doch dat doet er niet toe. Het voornaamste is, dat het menu - frivolités Brillat-Savarin, geroosterde zalm, lamscoteletten met nieren ‘en chemise’, morieljes met crème, patrijsjes aan 't spit, geëscorteerd door kwartels, salade Argenteuil, flensjes ‘du couvent’ - besproeid werd door een Château-Latour, een Haut-Brion 1919 en champagne brut van hetzelfde jaar. Wijnen uit het eerste jaar van den vrede. Van ranken, die nog verzorgd werden door vrouwen en grijsaards. Van druiven, die de eerste waren, welke de teruggekeerde soldaat zag uitbotten, zonder een kommer zwaarder dan alle lijden. De eerste, die niet gebloeid hadden onder den kruitdamp en den giftigen wasem der gassen. Zelfs een wijn kan allegorisch zijn: de Gefedereerde Europeesche Staten werden gedoopt met vredes-wijnen. ‘Over een jaar zijn ze er’, heeft Briand gezegd na den maaltijd der zeven-en-twintig Europeesche naties, welke drie uren duurde (van half twee tot half vijf) en waarbij men gezellig heeft kunnen kouten over het uit de lucht gevallen plan. Uit de lucht gevallen? Inderdaad. En dit bleek de grootste verrassing van het pan-Europeesch gesmul: op een mooien dag kreeg de Fransche minister van Buitenlandsche Zaken het idee: ‘Hè, wij konden best eens de Vereenigde Staten van Europa maken.’ Hij kreeg het van anderen, doch ‘in deze materie doet men geen onderzoek naar 't vaderschap’, heeft hij zelf gezegd van het Kellogg-pact. Er zat muziek in het federatie-idee, dat was de hoofdzaak. Hij beschouwde het alleen zooals een theaterdirecteur een tooneelstuk beschouwt: hoeveel voorstellingen, hoeveel recette? Wat is Genève anders dan een festival, waar de beroemdste Europeesche dirigenten viermaal jaarlijks (voortaan driemaal helaas) hun solo komen spelen op het podium van het universum? Briand had een aria noodig, een Schlager, een reuzensucces. Hij is sinds veertig jaar gefamiliariseerd met den diapason van populaire en parlementaire vergaderingen. Hij weet wat weerklank vindt, wat gekabeld kan worden naar alle hoeken, waar men paf van staat, waarover men zwammen en dazen kan in ruimte en tijd, te beginnen bij Briand in eigen persoon. De rest kan hem niet bommen. De rest komt vanzelf. Men wilde dit aanvankelijk niet gelooven, wijl het ongeloofelijk klonk, dat een staatsman met een zoo buitengemeene lichtzinnigheid te werk zou gaan. Men moest zich gewonnen geven voor de evidentie. Na getracht te hebben Briand te interviewen, na zijn vertrouwelingen uitgehoord te hebben, bleven de bijzonderheden over het Federatie-plan van een wonderbaarlijke vaagheid. Het communiqué, dat bij de koffie en de likeuren van het federalistisch banket geredigeerd werd, hief allen twijfel op. Briand had een idee, maar niet het minste idee van zijn idee. Hij bezat niet het kleinste rapport, niet het geringste memorandum, niet het pooverste schema, noch over het doel, noch over de middelen, noch over de theorie, noch over de practijk. De Gefedereerde Staten van Europa bleven een woord, dat met ‘eenstemmige sympathie’ door de zevenentwintig gedelegeerden begroet werd. Maar men kon niet anders doen dan Briand verzoeken eerst een memorie in te dienen, waarover de diverse gouvernementen zich zouden kunnen consulteeren. ‘De vraag is gesteld’, verklaarde de illusionist echter vergenoegd. ‘Natuurlijk is er in deze heele zaak een groot part roekeloosheid (témérité), doch een politicus moet van tijd tot tijd roekeloos zijn.’ Dit is het schamele resultaat van wat de kranten voor den zooveelsten keer een ‘historischen dag’ noemen. Bezonnen lieden, als Pertinax in de Echo de Paris, spreken van ‘den triesten intellectueelen toestand van den minister-president, ontbloot van alle cultuur’, doch worden niet gelezen. En Briand heeft, wat hij wenschte: alle oogen der planeet blikken naar hem op. Hij liet Stresemann, MacDonald, Henderson en Snowden, mijlen achter zich. Hij weet niet precies waarover het gaat, doch zijn naam zal verbonden blijven aan de verbazendste hervorming der Geschiedenis. De Vereenigde Staten van Europa zijn gesticht door Aristide Briand, oud-redacteur van La Lanterne, den man met de fraai-gevormde handen, de eeuwige cigaret en het vermaarde scepticisme. Voor Frankrijk, dat alle grondstoffen bezit, hetzij in het moederland, hetzij in de koloniën, dat zijn eigen graan kan voortbrengen, dat voor geen cent behoeft te importeeren, wanneer het niet wil, dat, deugdelijk beheerd, maling zou kunnen hebben aan alle douanetarieven, cartels, economische unies der wereld, dat zich onder alle omstandigheden volmaakt kan bedruipen, voor Frankrijk is de Briandistische onderneming, wegens de slordigheid, waarmee hij ze lanceert, bespottelijk. Als zijn hersenschim ooit werkelijkheid wordt, als uit de consultaties der gouvernementen en zijn problematisch memorandum, ooit een positief plan te voorschijn komt, dan loopt Frankrijk tien kansen tegen één, dat de toekomstige constitutie van Europa zal uitvallen in zijn nadeel. Daar het ijdel en luchtig is als de frivolités Brillat-Savarin, ziet het er geen been in. Het heeft de staatslieden die het verdient. Het koos Briand volgens algemeen, geheim kiesrecht. Het liet hem regeeren gedurende drie en twintig jaar met kortstondige eclipsen. Het weet, hoe hij regeert en het liet hem voor de elfde maal een cabinet presideeren. Als de fouten van Briand later terugkaatsen op de Fransche hoofden, het is hun eigen schuld. Zij zullen het niet verdiend hebben, maar ze hebben het ook niet gestolen. De volkeren leerden nog niet, om voor hun vertegenwoordigers, staatslieden, diplomaten en generaals, een geneeskundig onderzoek te eischen. Toen het niet meer helpen kon, hoorde men pas, dat het bloed van Woodrow Wilson den treponema pallidum, den bleeken treponeem, kruidde. Men richtte verleden Zondag een monument op voor dokter Cabanès, die veertig volumen gewijd heeft aan de smetten en lichaamsgebreken van de voornaamste figuren der Fransche Historie en een massa zotternijen verduidelijkt met de physiologie der vorstelijke personen. Wij zullen later wel hooren wat Briand mankeerde. Voor de andere naties is de Briandistische methode ondertusschen verkieslijk. Zij konden positie nemen, toen nog geen enkel fundament gelegd was. Zij konden de bestekken arrangeeren naar haar belangen. Het memorandum van Briand zal niet nalaten zich te inspireeren aan de opmerkingen, welke gemaakt zijn tusschen de nieren ‘en chemise’ en de flensjes ‘du couvent’, want Briand wil slagen en hij hoopt ook nog het volgend jaar de coloratuur-ster te zijn van de elfde Volkenbonds-vergadering. Verlang ik, dat Frankrijk aan Europa een constitutie opdringt, welke in zijn voordeel zou zijn? Geenszins. Als Hollander feliciteer ik de 27 naties, welke hare paden gewalst, geëffend en geharkt vinden. Maar men mag van een staatsman verwachten, dat hij in de eerste plaats de zaken behartigt van zijn eigen land. In de Gefedereerde Staten zijn geen vaderlanden meer, zullen de droomers tegenwerpen. Hola!, antwoordt Stresemann reeds op den memorabelen dag, dat het Vereenigd Europa officieel werd. Hola! Er zijn in ons werelddeel een aantal ‘groteske situaties’ (het woord grotesk maakte carrière na Den Haag), onder welke hij de douane-barrières rangschikt en de verschillende staten, uit den oorlog voortgekomen. Volgens Stresemann zijn niet alleen de door Henderson geïncrimineerde artikelen 12 en 15 van het Volkenbondsverdrag onvereenigbaar met het Kellogg-pact, maar ook nog een menigte andere Verdragen. Hij noemde ze nog niet, omdat ze zonder twijfel te talrijk zijn. Dat Engeland geen lust heeft om zijn leger, lucht- en zeevloot ter beschikking van Genève te houden en twee artikelen schrappen wil onder voorwendsel, dat het Kellogg-pact (door MacDonald een luchtkasteel genoemd!) den oorlog veroordeelde, is bekend en begrijpelijk. Dat Stresemann de gelegenheid met beide handen aanpakt, om het plotseling onfeilbaar geworden Kellogg-pact te exploiteeren tot den bodem, is van diplomatiek standpunt een knappe zet. Maar het is zonderling, dat men hem kalm laat begaan. Het is zonderling, dat Briand hem gelukwenscht voor een redevoering, waarin hij Frankrijk de onaangenaamste avonturen aankondigt. Kan iemand zoo naïef zijn om een seconde te veronderstellen, dat men in een Gefedereerd Europa niet meer zal wedijveren om de macht en den voorrang? Wanneer alle politieke en economische geschillen zijn bijgelegd, dan blijft nog altijd het hoogere vraagstuk der beschaving, het vraagstuk van den geest, van de spiritueele waarden. Sinds twee duizend jaar ontwikkelt zich in Europa een Latijnsche civilisatie, naast welke zich in den loop der eeuwen een Germaansche en later nog een Slavische Civilisatie baan brak. Nadat men ons tijdens den oorlog tot vervelens toe aan het hoofd gezeurd heeft over het antagonisme dezer levensvormen, doen de enthousiaste gefedereerden, alsof zij ze vergeten, alsof ze niet bestaan. Maar zij zullen altijd bestaan, en gelijk zij reeds twee duizend jaar worstelen om de heerschappij, zullen zij ondanks vliegtuig en auto, voortgaan te worstelen tot het einde der dagen. Men zal zich het leven, en de schoonheid, en de geestelijke factoren, immer anders concipieeren te Parijs, dan te Berlijn, immer anders te Londen, dan te Rome. En dit is maar goed ook. Want wanneer wij geen ander ideaal meer hebben dan een economisch of een politiek-economisch streven, zullen wij beland zijn bij de maatschappij, welke Thomas Carlyle eenmaal sarcastisch hekelde in zijn Theorie van het Varken.Ga naar voetnoot59 Veronderstel, zei hij, dat varkens met een superieure begaafdheid en gevoeligheid stijgen tot een zekere beschaving, en dat zij, na rijpe overweging, voor ons kunnen noteeren wat zij weten van het heelal, van hun belangen en hun plichten. Hun stellingen, welke een publiek vol doorzicht gelijk het onze moeten interesseeren, zouden er ongeveer als volgt uitzien: 1e. Het heelal, voor zoover redelijke conjecturen het kunnen definieeren, is een onmetelijke varkenstrog, gevuld met vloeibare en met vaste stoffen, maar vooral met spoeling, waar men bij kan en met spoeling, waar men niet bij kan, deze laatste in oneindig grootere hoeveelheid voor de meerderheid der varkens. 2e. Het moreele kwaad bestaat in de onmogelijkheid om die spoeling te bereiken. Het moreele goed is de mogelijkheid om genoemde spoeling te bereiken. 3e. De poëzie der varkens ligt in de universeele erkentenis van de voortreffelijkheid der spoeling en van gemalen gerst, het geluk der varkens in een geördenden trog en een volle maag. 4e. Het varken heeft begrip van het weer. Het moet den neus in den wind steken, om te weten, wat voor weer het zal zijn. 5e. De roeping der universeele zwijnerij en de plicht der varkens van alle tijden en alle landen is, om de hoeveelheid spoeling, waar men niet bij kan, te verminderen; de hoeveelheid, waar men bij kan te vermeerderen. Alle kennis, alle nijverheid, moet naar dat doel en naar niets anders dan dat doel gericht zijn. De wetenschap der varkens, het enthousiasme der varkens, de toewijding der varkens, heeft geen ander eindpunt... Zoover zijn we nog niet, hoewel we vorderingen maakten na den strengen Carlyle. Maar heeft een Fransch staatsman het recht, zoolang wij nog van een menschelijke civilisatie mogen spreken, om de prerogatieven van Frankrijk, die deze civilisatie kunnen steunen, te sacrifieeren? Neen. En Stresemann denkt er anders, denkt er zelfbewuster over. Heeft hij vertrouwen in de Federatie? Ik geloof er niets van. Hij stelt voor, de Europeesche postzegels en munten te uniformiseeren. Vooruit met de postzegels; hoewel jammer voor teekenaars, graveurs en verzamelaars, is de uniformiseering denkbaar. Doch de munt? Durft één verstandig mensch in gemoede veronderstellen, dat Engeland ooit zijn pond sterling zal prijsgeven? Met listigheid wijkt Stresemann uit naar onbeduidende détails; ik had liever bespeurd, dat zijn eerste gedachte geweest ware, om b.v. de Europeesche spionnagediensten op te heffen. Daarvan tenminste zou Europa geprofiteerd hebben. Van wat Stresemann dien inauguratie-dag vertelde, kon enkel Duitschland profiteeren. En achter Duitschland de Duitsche geest. Als het parlement aan Briand volmacht geeft op den ingeslagen weg voort te gaan, zou men er de aandacht van den minister-president op kunnen vestigen, dat de uniforme taal der Federatie sinds vijftig jaar kant en klaar ligt. Zij werd in 1879 uitgevonden door zekeren François Sudré, en vierde juist haar vijftigsten verjaardag, daar zij 30 Augustus 1879 verscheen in het dagblad Le Prolétaire, en elken Zondag gratis onderricht werd. Deze taal heeft slechts zeven letters of lettergrepen, welke alle volkeren kennen: do, re, mi, fa, sol, la, si. Bij gevolg zal zij geen jalouzie verwekken onder de naties. Men kan zich geen eenvoudiger spelling, noch gemakkelijker uitspraak denken. De doofstommen en blinden van het gansche heelal kunnen haar benutten. Desnoods kan men haar spelen op een piano van één octaaf. Deze taal heeft drie geslachten: Het mannelijk voor alle levende wezens van het mannelijk geslacht. Het vrouwelijk voor alle levende wezens van het vrouwelijk geslacht. Het onzijdig voor alle voorwerpen. Voorbeelden:
In de universeele taal beteekent de omdraaiing van een woord het omgekeerde: Voorbeelden:
Wij gelooven, schreef Le Prolétaire, dat deze taal groote diensten zal bewijzen aan de universeele democratie. Zij zou iedereen het aanleeren besparen van vreemde talen, welker aantal meer dan drie duizend bedraagt! De combinaties der zeven noten zijn wiskunstig niet onbegrensd, maar zij overtreffen in rijkdom den woordenschat van alle auteurs, hij heete Shakespeare, die 16.000, of D'Annunzio, die 45.000 verschillende woorden gebruikte. Het is geen taal om te zingen en geen taal voor stotteraars, want stotteren moet in deze spraak de afgrijselijkste confusie wekken. Het is daarentegen een ongeëvenaarde taal voor schrijfmachines, linotypes en diplomatieke conferenties. Ook voor de universeele varkenstrog van Thomas Carlyle. Ook voor gefedereerde Werelddeelen. Waarom raakte ze in vergetelheid? Een dier edelaardige opwellingen van Briand en ze is gered: Do, re, mi, fa, sol, la, si... Zei ik niet, dat er muziek zit in de Federatie? [verschenen: 28 oktober 1929] |
|