Bijdragen aan het Soerabaiasch Handelsblad (juni 1926-juni 1940)
(2017)–Matthijs Vermeulen– Auteursrechtelijk beschermdPacifieke fantasieënParijs, 9 Maart 1929Het beding waaronder de U.S. en Engeland het Kellogg-Pact geteekend hebben, komt hierop neer, dat beide landen afzien van den oorlog voor alle gevallen waarbij zij geen enkele reden hebben om oorlog te voeren. De Vereenigde Staten behouden zich de twee Amerika's voor in afwachting dat de Monroe-leer kan worden uitgestrekt over den ganschen aardbol. In afwachting dat zij mans genoeg zijn om de geheele globe te nicaraguariseeren, als ik zoo zeggen mag, naar het voorbeeld van Nicaragua, waar hun candidaat voor het presidentschap te voorschijn kwam uit stembussen, beschermd door de mitrailleuses hunner fuseliers. Om mans genoeg te worden begonnen zij met de constructie van het ontzaglijkste vlootprogramma dat men ooit aanschouwde. Zoodra de laatste schuit dezer toekomst-vloot van stapel loopt, is het allen volkeren geraden geen haar te krenken van eenigen Yankee, want ook deze bepaling behoort tot de ‘reserve's’, waarmee de senatoren hun Pact accepteerden. Met de openhartigheid welke eerlijke lieden kenmerkt hebben zij Frankrijk verwittigd, dat het niet op hen moet rekenen wanneer een ander land den Franschen een oorlog verklaart. Het is hun zaak niet, wanneer Abel met den knuppel zou krijgen. Engeland van zijn kant verklaarde het Kellogg-Pact met de meeste genoegens te willen teekenen, op voorwaarde dat het niet zou gelden voor de streken waar de Brit vitale belangen heeft. Als men de doekjes eraf windt, waarmee men de waarheid optuigt, die er tot ons ongenoegen dikwijls uitziet als een koe, beduidt dit, dat Engeland nooit en nergens zal oorlogvoeren waar het er geen voordeel bij heeft. ‘Vitale belangen’ zijn een zeer rekbaar begrip, en het sublieme Kellogg-Pact wordt onder de gezichtshoeken der U.S. en van Albion gereduceerd tot weinig meer dan een verkiezings-manifest; doch gedachtig aan het spreekwoord ‘ons kent ons’, vind ik het beter zoo dan anders. Het lijkt mij meer dan voldoende dat er in Europa één idealist is, één maanzieke, één slaapwandelaar. Want Frankrijk, als ware het 't vorstendom Liechtenstein (12.000 inwoners, 159 vierkante kilometer...), welks candidatuur tot lidmaatschap voor den Volkenbond principieel geweigerd werd (wat beduidt dat het Geneefsche Babel zich niet het kleine grut met al zijn lasten op den hals wil halen), Frankrijk ratificeerde het Kellogg-Pact zonder voorbehoud. Het bond zich met bijna algemeene stemmen aan handen en voeten. Na een lamentabele redevoering van Briand, die sinds zijn laatste ziekte zienderoogen inzakte, met zijn hand herhaalde malen over zijn voorhoofd streek alsof hij een lek wou stoppen, en den indruk maakte dat hij nauwelijks op zijn beenen kon staan, werd de onwettigheidsverklaring van den oorlog voor veertig millioen Franschen wettig met een overweldigende meerderheid, en zonder eenig beding. Moet men Briand gelooven dan behoort de nationale verdediging voortaan tot de moreele factoren, die geen kruit behoeven noch geweren. Volgens Briand zal elke eventueele aanvaller in het vervolg bezwijken, niet voor kanonnen of gassen, maar voor de verachting van het universeele menschdom. Hij heeft ‘den oorlog, dezen schurk, bij den kraag gepakt’ (het zijn Briand's eigen uitdrukkingen) en in den pot gestopt. Breekt de schurk ooit los, dan vertrouwt hij dat het heele menschelijke geslacht hem achterna zal rennen om hem weer op te pakken. Onderwijl, en in de hoop dat dit geschiedt, mag Frankrijk terugtrekken tot de Pyreneeën. En wanneer de schurk bij toeval tegen de mundiale verachting geïmmuniseerd zou blijken (zulke dingen gebeuren), dan zit de Franschman met zijn gebakken, en zelfs aangebrande peren. Dat is het gevaar der beeldspraak. Briand en zijn parlement gelooven nog steeds dat de oorlog zooiets is als Mars, dien men vangt in een net en daarna bij een vroolijken rondedans uitlacht. Maar wanneer Mars vrijt met Venus, gelijk in de mythologie, wordt de wettige echtgenoot Vulcanus (die hoogovens had in den Etna) boos en de overspelige idylle eindigt met de invrijheidstelling van den krijgsgod. Briand denkt dit beter te arrangeeren en wel bekome 't hem. Als Polen, bondgenoot van Frankrijk, of Roemenië, dito, op een goeden dag aangevallen worden, 't zij door Rusland, 't zij door Duitschland, dat zijn Oostgrenzen niet wil erkennen, dan is het aan Frankrijk verboden, dank zij het Kellogg-Pact, om te intervenieeren. De aanvaller zal bezwijken onder de algemeene verachting. En après tout is dit niet onmogelijk. Beweerde de wolf uit de fabel niet dat het schaap begonnen was? De groote debatten over het Kellogg-Pact werden gedomineerd door twee solo-tenoren. Wilde de een, Briand, den schurk arresteeren, de ander, Paul-Boncour,Ga naar voetnoot55 socialistisch afgevaardigde en auteur van het dood-geboren Protocol (alle naties zouden elkaar in geval van nood bijstaan...) wilde hem asyl-recht verleenen in Genève, hoofdstad van den Volkenbond. Voor Paul-Boncour is de vogelvrijverklaring van den oorlog een eerste stap, lofwaardig, maar onvoldoende zoolang men kolossale vloten bouwt en rekening moet houden met de menschelijke zwakheid. De tweede, en beslissende stap, volgens dezen tribuun, zou zijn het supra-leger en de supra-oorlog van den Bond der Naties. Geen ontwapening is denkbaar alvorens de volkeren verzekerd en herverzekerd zijn tegen ongelukken, brand, inbraak en botsingen, op Geneefsche polis, alvorens deze polis gewaarborgd zal zijn door een internationale, kapitale weermacht. ‘Laten wij onzen wagen haken aan de sterren’ heeft hij uitgeroepen in vervoering, want ook Boncour schrikt niet terug voor een beeldspraak die kant noch wal raakt. Wie op dezen wagen ruzie maakt krijgt de politie thuis. Is Briand, die den oorlog wil cureeren met den vrede, een aanhanger van de allopathische methode, Boncour, die den oorlog wil cureeren met den oorlog, is een adept van het homeopathisch systeem. Paul-Boncour paradeert gaarne met apostolische ideeën en zoowel bij de internationale schoonen, hier ‘les précieuses de Genève’ genaamd, die fladderen rondom de achtbare vertegenwoordigers der volkeren en hunne beraadslagingen, als bij de dames die tijd te verknoeien hebben voor de galavoorstellingen van het Fransche Parlement, draagt hij den nimbus van een profeet. Zij vinden hem adorabel en daar het Paul-Boncour niet aan ijdelheid ontbreekt verwondert hij zich elken dag dat men hem niet roept om de menschheid haar definitieve statuten te geven als een nieuwe Mozes op een berg Sinaï. Wat deze ziener echter aan theorieën te veel heeft schiet hem te kort aan realiteitszin. Maar houdt onze salon-socialist te midden van den wierook zijner aanbidsters zich ooit serieus bezig met de werkelijkheid? Laten wij een oogenblik veronderstellen dat het leger van den Volkenbond een ernstige overweging verdient. Welke zou zijn getalsterkte moeten zijn? Noodzakelijkerwijze groot genoeg om het machtigste lid van den Bond, wanneer het zich recalcitrant toonde, tot gehoorzaamheid te dwingen. Uitstekend. Wij gaan van de hypothese uit dat alle aangesloten naties ontwapenen, en nemen Duitschland tot maatstaf, dat tot handhaving zijner orde de beschikking kreeg over 100.000 man Reichswehr. Om de proporties voor den Volkenbond niet ongunstiger te waardeeren dan strikt noodig is, spreek ik niet over de politie-troepen noch over de geheime vereenigingen. Wij hopen ook dat Rusland het voorbeeld der andere naties gevolgd zal hebben en demobiliseert tot dit minimum van 100.000. Wij hopen eveneens dat Amerika toetreedt tot den Bond der Naties. Deze twee hypotheses zijn loutere hersenschimmen, doch dat doet er niet toe. Er zijn moeilijkheden te over. Om onder alle omstandigheden zeker te zijn van de overwinning stellen wij het leger van den Volkenbond dus op 150.000 man. Waarschijnlijk zullen zij gerecruteerd worden uit vrijwilligers van alle landen, als een ander soort van Vreemdelingen-legioen, en het schuim of de heffe der naties zal in zijn gelederen rijkelijk vertegenwoordigd zijn. In dienst eener edele zaak is dit misschien geen bezwaar. Die 150.000 man echter moeten gekazerneerd worden, wat het inwonersaantal van Genève ongeveer zal verdubbelen en de mannelijke bevolking in dit kanton op onheilspellende wijze zal doen toenemen. Ik vraag niet wie de kosten zal betalen van den bouw der kazernes, van de hooge soldij (alle traktementen bij den Volkenbond zijn hoog), van de voeding, van de bewapening, van het artilleriepark, van het transportpark, enz. Dat zijn kleinigheden evenals de taal (esperanto, volapuk, ido?), waarin de troepen gecommandeerd zullen worden. Daar zijn erger bezwaren. Wijl het onaannemelijk is dat men deze weermacht van alle hoeken der aarde mobiliseert, zal zij onvermijdelijk een staand leger moeten vormen, steeds geconcentreerd op een gegeven punt, bij voorkeur in de buurt van het Paleis der Naties. Maar op alle hoeken der wereld kan zijn tusschenkomst noodig zijn, geheel of gedeeltelijk. Men moet deze soldaten dus kunnen vervoeren, en aangezien men onder geen enkele voorwaarde mag afhangen van de willekeur of de sabotage van eenigen Staat, zal de Volkenbond moeten beschikken over auto's en spoorwagens. Auto's voor de kleine, spoorwagens voor de groote afstanden. Er gaan gemiddeld vijftig man in een goederen-wagen. Op 150.000 man maakt dit 3000 wagons. Eén locomotief per veertig wagons geeft 75 locomotieven, wat zuinig berekend is. Ik schat de cavalerie op 10.000 man. Acht paarden per wagon geeft 1500 nieuwe wagons en een veertig andere locomotieven. Ik laat het reserve-materiaal, te taxeeren op de helft, buiten beschouwing, en praat niet van het personeel, de proviandeering, de steenkolen, de auto's, de benzine, de olie en duizend andere benoodigdheden. Dit alles zal in ontzaglijke hoeveelheden moeten worden opgeslagen in Zwitserland, want het vijandelijke land - en elk land moet verondersteld worden vijandelijk te kunnen zijn - vernietigt of verplaatst natuurlijk zijn voorraden. Wij zijn echter nog niet aan 't einde. Het is mogelijk dat Argentinië een inval doet in Uruguay, Canada in Alaska, China in Siberië, of wat gij maar wilt. Een macht, welke zich respecteert, moet gedekt zijn voor elke eventualiteit en de Volkenbond zal dus een enorm aantal transportschepen moeten bezitten, en zelfs een convoyeerende oorlogsvloot. Wanneer Engeland zijn bodems niet sloopt, of verkoopt aan den Volkenbond, wanneer Amerika in zijn isolement volhardt, zou de Geneefsche oorlogsvloot zelfs reusachtig moeten zijn. Welke havens zullen onzijdig en veilig genoeg lijken om er zulk een armada te laten ankeren? Welk land zal gesteld zijn om den stillen dwang te ondergaan van zulke eskaders? En de bemanning, en de arsenalen en de steunpunten en het commando? Wij hopen natuurlijk voor den Volkenbond dat zijn troepen en vloot steeds de overwinning zullen behalen. Doch alles is mogelijk. En welke zou de situatie der (ontwapende) wereld zijn wanneer zijn krijgsmacht te land en ter zee de nederlaag leed? Of erger nog: gesteld dat de unieke, alles overtreffende macht van den Volkenbond onder hypnose kwam van een stoutmoedig en geniaal condottiere, een Napoleon b.v.? Alle landen, de gansche aarde zou onder zijn heerschappij raken. Al gebeurde dit misschien niet, hij zou een onnoemelijk aantal rampen kunnen veroorzaken, een schrikbarende anarchie kunnen verwekken. Wanneer een Volkenbond-leger praktisch al mogelijk bleek, wie zou het risico durven loopen van de aanwezigheid eener pretoriaansche macht te Genève, of waar dan ook? Een pretoriaansche macht op een ontwapende aarde... Al was er slechts één kans op de millioen voor de mogelijkheid van dit gevaar, wie zou er de verantwoording van durven dragen? Wie bovendien garandeert dat de beslissingen van den Volkenbond steeds conform zullen zijn aan recht en rechtvaardigheid? Wordt ergens harder geïntrigeerd dan te Genève? En zouden de intriges niet aanstonds vertienvoudigen wanneer de invloed van den Volkenbond berustte op reëele fundamenten? De anti-oorlogsplannen van Paul-Boncour moeten niet alleen gerekend worden tot de waanzinnige en dilettantische denkbeelden, welke voor verwezenlijking niet vatbaar zijn, doch zoo zij realiseerbaar waren, zou men ze moeten beschouwen als ongewenscht in de hoogste mate. Laat hij de sterren spannen voor zijn eigen kar wanneer hij daar lust in heeft, doch niet voor de onze. Dat Genève zich tevreden stelle met schrijfmachines, loud-speakers, en de methode van de kool, de geit en de wolf. Geen opper-gendarmen aan den Volkenbond, zelfs niet één. De kwestie der ontwapening is onoplosbaar, want al ware de geheele menschheid ontwapend, de geheele menschheid zou hare vuisten behouden. Ik voel nog meer voor de universeele minachting, waarmee Briand zijn tegenstander buiten gevecht wil stellen, dan voor het leger van Paul-Boncour. [verschenen: 13 april 1929] |
|