Bijdragen aan het Soerabaiasch Handelsblad (juni 1926-juni 1940)
(2017)–Matthijs Vermeulen– Auteursrechtelijk beschermdKoopen kost geldGa naar voetnoot53[datering weggevallen; ca. 9 december 1928]Er zijn [door beschadiging weggevallen gedeelte] mannen zijn. We [?] koningsdochter Danaë, die [volgens het ora]kel een kind zou baren dat zijn [grootvader] moest vermoorden, en in den toren, waar zij zat opgesloten, door Jupiter verleid werd in de gedaante van een goudregen. Geen gouden regen welke een bloem is. Maar een bui van klinkende, blinkende schijven, vier-en-twintig karaats, dwarrelend naar een blanken schoot, gelijk de schilders der Renaissance, Titiaan en Correggio, dat aanschouwelijk hebben afgebeeld. Ten tijde van Jupiter verhuisde het goud nog niet rechtstreeks van de mijn naar de kelders der banken en het procédé wordt dus niet meer toegepast, ten minste niet in Frankrijk, en zelfs niet op orgiën, waar men speelt voor opper-god. Het papier verhindert om te denken aan de mythologie en Danaë raakte uit de mode. Doch als de vorm van het goud en zijn gebruiksaanwijzing lichtelijk veranderde, de geld-vrouw bleef. Wat zeg ik! Zij nam haar vlucht. De dochter Eva's, die men vroeger op een diner, in den schouwburg, bij een tentoonstelling, of elders, minzaam en innemend maakte met een romantisch compliment, leent nog slechts haar oor wanneer men ze een beurstip kan fluisteren. Is het de schuld der Radio, die de laatste koersen brauwt tot in het hoekje van den haard? Is het een speciale, na-oorlogsche razernij? Als men tantièmes en dividenden voor een paar uren naar de maan wenscht, vraagt de hedendaagsche Eva u nieuws omtrent een emissie, een noteering van morgen, en uw geluk hangt af van de stemming in Wall-Street. Met de gedecideerdheid, welke niets vreemds is, doorliep zij de spiralen der evolutie, waarover wij jaren deden, in enkele maanden. Zij schiep in een ommezien een geheel nieuw type in de vrouwelijke fauna. Op eigen houtje maakte zij de financierster, vrouwelijk van financier, dat in geen enkel woordenboek voorkomt, dat in de verbeelding van geen enkelen romanschrijver kon oprijzen. Met dezelfde duizelingwekkende vaart dreef zij deze creatie naar het hoogtepunt waar men iets maakt van niets. Mag ik u voorstellen Marthe Hanau: middelbare leeftijd en gestalte, poezelige, weelderige vormen, maar nog coquet; de korte haren naar achteren gestreken van het ruime, schrandere voorhoofd; intelligente, bezige oogen; lippen die eventjes krullen alsof ze voortdurend wikken, wegen, proeven. Zij was gehuwd met zekeren Lazare Bloch, evenals zijn echtgenoote een spruit van het oude volk en een klein koopman. Zoolang zij getrouwd waren wilde de negotie niet vlotten. Aan ideeën ontbrak het niet, doch zij liepen alle spaak. Lazare en Marthe, medelijdende harten, erbarmden zich tijdens den oorlog over de soldaten die in de loopgraven hun eten meestal koud te verorberen kregen en vonden een tooversoepketel uit, waarmee men met behulp van een hars-preparaat de gerechten op elk uur van den dag en van den nacht verwarmen kon. De strijder, die tien zulke soepketels leverde aan zijn kameraden, kreeg vijf francs cadeau van het echtpaar. Daarmee begon het. De tooverij bleek niet te bestaan en de heer en mevrouw Bloch werden veroordeeld wegens oplichting. Zij beschouwden deze ervaring als het onvermijdelijk rantsoen dat men betaalt voor de leerjaren. Zij beloofden dat zij van de les profiteeren zouden. In afwachting van betere dagen vroegen zij echtscheiding. Lazare hertrouwde en kreeg kinderen. Marthe Hanau behield haar vrijheid en een nog ongerepten naam. Doch zij bleven vennooten. Marthe besliste niets zonder Lazare en omgekeerd besliste Lazare niets zonder Marthe, die door zijn nieuwe vrouw aan huis ontvangen werd en die de jonge Blochjes overstelpte met geschenken. In alle eer en deugd natuurlijk. Van den man die overspel pleegt met zijn vrouw is hier geen sprake. In 1925, na een lange periode van misère, richt Marthe Hanau de Gazette du Franc op. Ieder die hier wat te verkoopen heeft begint een krant of een krantje, hetgeen nog niets compromitteerends heeft, hoe dikwijls men ook den kop stiet. Het is een geweldige toer om op dit gebied kaf van koren te onderkennen en nooit kan men beweren alle geheimen van den serail doorgrond te hebben. Voor geslepen naturen is de conjunctuur altijd gunstig en wat Marthe Hanau plaatste onder de patriottische auspiciën der nationale munt, die gevaar liep, zou zij bij andere omstandigheden geplaatst hebben onder even effectieve bescherming. Waar echter haar talent onbetwistbaar blijkt is de scherpzinnigheid waarmee zij de Gazette du Franc, na een periode van tasten, omzette in Gazette du Franc et des Nations. De Volkenbond heet hier Société des Nations en het woord Nations gaf een sympathieken klank van solidariteit en betrouwbaarheid. Het blad zag er uit als officieel orgaan van den Volkenbond en deed alle moeite om er voor door te gaan. Naar mate de affaire prospereerde werden de bureaux grooter, het personeel talrijker en verhuisde de onderneming dichter naar de Parijsche city. Het hoofdkantoor in de Rue de Provence telde meer dan tweehonderd bedienden en in alle Fransche steden, tot in Brussel toe, werden succursales opgericht. De Gazette stond onder leiding van Pierre Audibert, kabinets-chef van Anatole de Monzie, ex-minister van financiën, die voor een sinecure een reusachtig honorarium opstreek en beschouwd werd als een quite honourable man. Hoe Marthe Hanau, van de tooversoepketels, het klaarspeelde is mij een raadsel, maar nauwelijks twee jaren na de [sticht]ing van haar blad kon zij brieven [afschei]den als de volgende: ‘[Mijn]heer, [Wij] hebben in ons laatste nummer [de s]tichting gemeld van de Gazette des [Natio]ns. Wij behoeven niet te onderstreepen welk een belangrijken invloed onze organisatie zal ontleenen aan de verschijning van dit nieuw blad, waaraan zullen medewerken de best aangeschreven namen van het Parlement en de Wereld-Diplomatie. Dit feit op zich zelf zal ons in staat stellen onbekende en kostbare inlichtingen te verschaffen, welke ons in menige gevallen zullen veroorloven onze clientèle vruchtbare operaties te doen uitvoeren. Door deze stichting zal de nieuwe invloed dien wij verwerven u aanzienlijk ten goede komen en wij noodigen u uit alle aandacht te wijden aan de Gazette des Nations van 14 Januari, die verschijnen zal met de autografen van de heeren Paul-Boncour en Loucheur. Wij achten het in uw belang dat wij uwe opmerkzaamheid vestigen op de Gazette des Nations en dat gij u voor uwe propaganda zult weten te bedienen van het nieuwe wapen dat wij u geven.’ Dit was klaar en duidelijk. Het wilde zooveel zeggen als: gij hebt de duiten maar voor het oprapen. Het fatsoen was gewaarborgd door den socialist Paul-Boncour, die toen nog vertegenwoordiger van Frankrijk was bij den Volkenbond, en Louis Loucheur, archi-millionnair, die minister was, het zeker weer worden zou, het ook werd, en het nog is. Elk nummer van de ex-soepketel-toovenaarster bevatte een paar namen, veilig als een safe, tot aanbeveling en geruststelling. Het gerucht loopt (maar er loopen honderden geruchten), dat Poincaré zelf aan moedertje Hanau een felicitatie-schrijven richtte. En hoewel het wantrouwen mij is aangeboren, moet ik u belijden, dat de Gazette du Franc et des Nations bij mij niet in kwaden reuk stond. Het was een royaal uitgegeven, op uitstekend papier gedrukt blad van dikwijls twee-en-dertig pagina's omvang, waarin financieele berichten afwisselden met technische, litteraire en artistieke artikelen, onderteekend met de beroemdste namen der Republiek. Toen de Action Française eind September tweemaal waarschuwde tegen de manipulaties der Gazette werd zij door niemand geloofd en ook door mij niet... Ik heb geen haast om u te zeggen wat Marthe Hanau verkocht, want in alle gevallen kan dat niets anders zijn dan papier. Wij moeten eerst nog een verderen blik werpen op den arbeid van haar geniaal vernuft. Voor het rusteloos en grootheidswaanvol brein van de uitvindster der wonder-soepkokerij was de tribune van de Gazette du Franc et des Nations spoedig niet meer voldoende en om elken dag een talrijker publiek in haar netten te vangen, richtte zij de Interpress op. Dit was een bureau dat een dagelijksch financieel bulletin uitgaf en het verpachtte aan veel-gelezen dagbladen. Wie waant dat de dagbladen zoo'n bulletin kochten van Madame Hanau om zich een medewerker uit te sparen, kent de gebruiken niet der Fransche journalistiek. Geenszins. Het was Marthe Hanau, die van de kranten de kolom kocht waarin het dagelijksch bulletin der Interpress redactioneel werd opgenomen en waarvoor de financierster reusachtige bedragen dokte, die in de millioenen gingen. Of dit prettig en voordeelig is voor de lezers vraagt een Parijsch kranten-directeur zich nooit af. Ieder voor zich, is zijn lijfspreuk, welke door geen enkele bij-overweging gecorrigeerd wordt. Zoo lazen de abonné's van Le Quotidien, het blad van den cognac-koning Jean Hennessy, minister van Landbouw, de flatteerendste beoordeelingen van effecten welke de Beurs negeerde of welke slechts de Gazette du Franc kende. Wat moet Hennessy gedacht en gelachen hebben, wanneer hij de financieele rubriek doorschouwde van zijn krant? Het verging de stakkers van La Rumeur en enkele andere bladen op dezelfde manier. Men prees hen papier aan dat geen stuiver waard was, en dat zij kochten onder de vlag van een minister. Elk bankier, die een stock verlegen, vergeelde of gekelderde effecten bezat, kon terecht bij Marthe Hanau. Zij nam ze over voor een prikje en den volgenden dag begonnen de stukken, dank zij de Gazette du Franc en de Interpress, een fenomenale stijging. Hare klanten ontvingen van de financieele diensten der Gazette een confidentieele nota, luidend in de volgende termen: ‘Koop Petrole Trust zeggen wij u vandaag. Er valt op dit stuk een aanzienlijke winst te realiseeren. Binnenkort zal hierover een bericht van het uiterste gewicht gepubliceerd worden. Een aandeel Petrole Trust wordt verhandeld tegen 225 francs. Dat is een koers om te koopen. De belangrijkheid van de groep welke deze onderneming controleert is een veilige garantie. Wij raden dus ronduit tot aankoop. Schrijf ons, of beter nog, telegrafeer ons.’ Konvooien van taxi's hadden deze aandeelen uit de bureaux van een Russisch bankier, waar la mère Marthe ze opgeraapt had voor 20 francs het stuk, vervoerd naar de kantoren der Gazette, en duizenden aandeelen Petrole Trust zijn verhandeld voor 225 francs. Wie kon achterdocht koesteren tegen een blad dat paradeerde met de ‘hoogst aangeschreven namen van het Parlement en der Wereld-Diplomatie’? Doch Marthe Hanau vergenoegde zich niet met het tijdelijk weer vlot maken van oude wrakken. Herriot, ex-minister van Onderwijs, deed 25.000 nummers van de Gazette du Franc et des Nations gratis distribueeren op de scholen; en tot waar zullen de droomen van een fantastisch hersenstel stijgen, wanneer men dergelijke protecties bezit? Marthe, die zooals alle tegenwoordige dames, rondwandelde met een volumineus reticule, en met schalksch oog op dat lastig koffertje zei: ‘dat is mijn brandkast’ (ze had gelijk!), Marthe Hanau deed de eene Maatschappij na de andere rijzen uit haar onuitputtelijk en vrouwelijk, of te weinig vrouwelijk, hoofd. Haar Gazette, welke behalve patriottisch en volkenbonderig, ook pacifistisch en Kelloggistisch was, engageerde discrete en gedistingueerde colporteurs over gansch Frankrijk, die ontelbare aandeelen plaatsten van de Union française d'Emission, van La Société syndicale foncière, van La Société française de valeurs au comptant, van l'Omnium des valeurs françaises et étrangères, van Le Consortium financier de Bourse et de gestion, allemaal hersenschimmige ondernemingen, welke 48 pCt. onmiddellijke winst beloofden en niets hadden dan de steunpilaren der Fransche politiek, die volgepropt werd met aandeelen en somptueuze gratificaties. Elk schandaal van eenige proporties wordt automatisch vergeleken met Panama, doch daar de rechter van instructie zegt drie maanden noodig te hebben om de paperassen van het ex-gezin Bloch dat gevangen zit, te doorwerken, zal men na dien tijd pas weten of de kosten dezer flesschentrekkerij het milliard overschrijden. Ik heb niet de minste deernis met de slachtoffers. Het komt mij voor, dat zij over de financieele draagkracht van een land het uitmuntendste getuigenis afleggen. Een natie, welke zich uitgeeft als te zuchten onder het juk der belastingen en die zich nog laat scheren door zwendelaars voor een in ieder geval kapitale som, zulk een natie bezit weerstandsvermogen en een onvermoede reserve. Individueel genomen is het avontuur een beetje treuriger, doch ieder die de oogen niet in zijn zak draagt, kan zien dat winsten van 48 pCt. alleen gemaakt worden met de lamp van Aladdin, alias met wonder-soepketels. Als de officieele Beurs zonder overdrijving een instelling genoemd mag worden waar het beste nog relatief is, hoeveel te meer de boekaniers en flibustiers die in haar zog vrijbuiten. Wanneer ik aan de eminente zaken denk die hemel en aarde moeten bewegen om kapitaal te bemachtigen, dan gun ik de waaghalzen hun lot. Ik zou alleen willen weten waar de goede bankbiljetten blijven welke stommerikken zich haastten te verwisselen tegen waardelooze vodden. Na aftrek der bedrijfskosten, bij zulke industrieën abnormaal hoog, en gezien de goedkoopte der grondstoffen, kan men taxeeren dat de winsten van Marthe 50 pCt. bedroegen. Het is onmogelijk dat la mère Hanau, haar ex-Lazare en de jonge Blochjes alles opgegeten hebben. Hoewel de financierster begon met buitenlandsche journalisten op haar recepties te noodigen, interesseer ik mij voor deze kwestie uit pure liefhebberij. Het lijkt me dat de Justitie de slechte gewoonte heeft om zulke practische details te verwaarloozen, en wanneer de geachte familie de paar jaartjes geduldig uitzit, vinden wij haar zonder twijfel terug op een kasteel, in 't genot van een degelijke lijfrente. Marthe zal hertrouwen, niet meer Hanau heeten, en haar voorbeeld kan een aansporing vormen voor alle schuimers. Wat mij verder buitengemeen intrigeert is, hoe zulke avonturen zouden eindigen wanneer het Gerecht niet tusschenbeide trad. Toen L'Ami du Peuple, de beschuldigingen overnemend der Action Française, voor een veel uitgebreider publiek een onderzoek eischte naar Marthe's strooptochten, bevond de machine zich juist in volle werking. Pas vijf en zestig politici hadden den tijd gehad om hun diverse kiezers af te roomen volgens methodes welke gedurende de middeleeuwen bij de roofridders in hooge eer stonden. Wanneer men ze had laten betijen zouden ze de 104 Panamistische députés, die chèques incasseerden, zeker overtroffen hebben. De Derde Republiek heeft met hare financiers over 't algemeen geen succes gehad, en de traditie, ingezet met den schoonzoon van den tweeden Président (Grévy) die ordeteekens verkocht, wordt door de eerste financierster op loffelijke wijze vervolgd. Gij zult gemerkt hebben dat alle geciteerde namen behooren tot de radicale of radico-socialistische partij, die gisteren nog het gouvernement vormde. Ik hield mijn hart vast bij de gedachte dat een of meer leden van Poincaré's nieuwe kabinet hun deel zouden kunnen krijgen van de medeplichtigheid, want de lof welken ik de meeste ministers toezwaaide, zwalkt op 't moment dat ik dit schrijf nog ergens in de Golf van Aden. Doch enkel Hennessy lijkt eenig gevaar te loopen en voor hem staat vermoedelijk een doofpot klaar in verhouding tot zijn importantie. Het is waarschijnlijk, zoo niet billijk, dat anderen er ook profijt van trekken. [verschenen: 16 januari 1929] |
|