In de sfeer van het Pact
Parijs, 3 September 1928
Op den dag der teekening van het anti-oorlogs-tractaat verscheen een der kranten met de volgende ‘manchette’, d.w.z. tekst, welke men naast den titel van het blad in vette letters naar voren brengt:
‘De toekomstige uitwerking van het Pact tegen den oorlog is zóó evident, dat onze minister van Binnenlandsche Zaken denkt over een Pact tegen de misdaad. Het zou ter onderteekening worden voorgelegd aan het hoofd van den Staat, hooge contracteerende partij, vertegenwoordiger der eventueele slachtoffers eenerzijds, - en anderzijds aan de meest bekende pensionnaires onzer gevangenissen, als gedelegeerden der andere partij. Deze zouden onmiddellijk in vrijheid gesteld kunnen worden om aan de onderteekening al hare waarde te verleenen.’
Al zegt de Franschman: comparaison n'est pas toujours raison - vergelijken is nog geen gelijken - het zou prettiger zijn wanneer de elementen voor zoo'n malle parallel niet voorhanden waren. De chansonniers en revueschrijvers bedachten een niet minder komieke gevolgtrekking uit het Pact van 28 Augustus. Zij stellen voor om, zodra het Verdrag door de diverse parlementen geratificeerd zal zijn, zoodra de oorlog dus wettelijk ‘buiten de wet’ verklaard is, alle generaals, officieren, soldaten, en alles wat een leger-uniform draagt, te beschouwen als smokkelaars, stroopers, oproerlingen of andere outlaws en hen eenvoudig achter slot te zetten. Ook deze humor valt niet heelemaal buiten de grenzen der waarheid.
Ik houd deze twee citaten met al haar achterdocht en scepticisme voor het meest conform aan de vox populi, de publieke opinie, ondanks het gejuich van al de organen die zich inspireeren op de regeering. Maar of men gelooft in het Kellogg-Pact als in nieuwe steenen tafels met nieuwe geboden (hoewel ‘gij zult niet dooden’ reeds dateert van Mozes), als een ‘monument der menschelijke conscientie’ gelijk men hier zegt, of dat men het beschouwt als misleidend schijnvertoon, zijn onderteekening is een historische datum. Later zal men weten of het den dageraad aankondigde van een puren dag. Later zal men weten of de menschheid verbitterd en gedemoraliseerd ontwaakte uit een desillusie. In beide gevallen zal de glansrijke vergadering van misschien echte, misschien valsche profeten, een historische datum blijven, waarover eenige notities noodzakelijk zijn, ofschoon het pact-thema, journalistiek gesproken, reeds eenigszins verlepte.
***
Frank B. Kellogg arriveerde per Ile de France, de mooiste, grootste en nieuwste der Fransche transatlantikers, in Le Hâvre, waar zijn ‘Zesdaagsche’ zou aanvangen. Daar zijn Europeesch verblijf zes dagen duren zou - een maximum - had men de vredesreis samengevat in dezen sportieven naam. Het was de oude Normandische zee-stad, welke erop stond om den Amerikaanschen staats-secretaris den gouden pennenhouder aan te bieden, waarmee het Pact geteekend zou worden, en welke de inscriptie droeg Si vis pacem para pacem, als gij vrede wilt, bereid den vrede. De burgemeester van Le Hâvre, Léon Meyer, socialist en Hebreeuw, had dezen variant bedacht op het staats-motto der Romeinen Si vis pacem para bellum: als gij vrede wilt, bereid den oorlog. Léon Meyer is ervan overtuigd, dat hij op deze zaken een beteren kijk heeft dan de Senatus Populusque Romanus, hoewel hij één dag voor Kellogg's aankomst een staking der dokwerkers had moeten onderdrukken met de wapenen. Wat den pennehouder betreft: men heeft het goud er niet voor gespaard. Hij eindigt in een massief bolletje, dat het schrijven niet vergemakkelijkt. De signatuur van Kellogg zelf werd daardoor onvaster en aarzelender dan zij wellicht geweest zou zijn met een gewone vulpen. Ook Manzoni, Italiaansch gedelegeerde, teekende met moeite. Doch Stresemann en Briand, de voornaamste gevolmachtigden, signeerden het zwaar-verzegelde document in één trek. De eerste forsch en nadrukkelijk; de tweede licht en zwierig; maar beiden als mannen, die over een aantal bijkomstigheden gewoon zijn te heerschen.
Van Le Hâvre reisde Frank B. Kellogg per trein naar Parijs, waar hij Zaterdag-morgen aankwam. Hij liet zich in een auto naar de Ambassade rijden der U.S.A., gaf onderweg zijn kaartje af bij den President der Republiek op het Elysée, verwisselde op het gezantschap zijn reiscostuum voor knickerbockers, besteeg opnieuw zijn auto en reed naar het golfveld van Saint-Cloud om achttien kuiltjes te vullen. Naar Europa te komen en het eerste wat men doet een golf-partij van tien kilometer te spelen, waarbij de caddie een charmante jonge dame is: Amerikaanscher kon het niet. Den volgenden dag ontving Frank B. Kellogg, die de reputatie heeft van den zwijgzaamsten man der aarde, een drom van journalisten in de vestibule der Ambassade en op de bovenste trede van de monumentale trap. Men is hier gewend aan andere manieren en ook dat kon niet Amerikaanscher.
Doctor Gustav Stresemann arriveerde Zondagmiddag (26 Aug.) aan de Gare du Nord per Nord-Express. Deze treinen gelden voor de snelste van Europa en zelfs van de wereld. Zoodra zij de Belgische grens verlaten, nemen zij een snelheid van honderd kilometer per uur en voeren u zonder overgang te midden van het nerveuse Fransche rhythme. Deze gewaarwording is een der meest curieuse, welke men van Frankrijk ontvangen kan.
Stresemann was begeleid door de schim van Bismarck. De ijzeren kanselier was de laatste Duitsche minister die in 1867 en in 1871 Frankrijk officieel bezocht had, en de omstandigheden waaronder dit plaats vond, het verschil tusschen den sluwen, beminnelijken diplomaat van 1867 die Napoleon III wist in te palmen, en den onvermurwbaren vijand van 1871, die het land twee provincies en vijf milliard afnam, konden niet nalaten zijn leerling Stresemann te wikkelen in een aura van onveiligheid. Men staat bij zulke ontmoetingen voor het raadsel-in-zijn-totaliteit, dat een mensch met zich draagt en verbergt. In 1867 dacht Bismarck zonder den minsten twijfel reeds aan 1870. Eén blik in dat gemoed zou voor Napoleon III van onschatbare waarde geweest zijn. Wat ging er door het hoofd en het hart van den vermagerden en bleeken Stresemann, die er werkelijk uitziet als een zieke? That is the question.
Om den Duitschen minister waardig te verwelkomen, was de ban en achterban opgetroffeld der Duitsche kolonie. Ik vertel u niets nieuws, wanneer ik u zeg dat een serie Hochs uit deze kelen niet uitmunten door bescheidenheid. Zij geven u lust om te protesteeren. Het is dus volmaakt begrijpelijk dat er eenig gejouw klonk toen Stresemann in zijn prachtige Mercedes stapte om zich naar de Ambassade te begeven. Deze schuchtere betooging werd door de kranten eenstemmig verzwegen, hetgeen niet verhinderd heeft dat Stresemann ze uitstekend merkte. Wat de manifestatie karakteriseerde, was vooral de ijver waarmee een Franschman bij de politie aandrong tot arrestatie der fluiters. De politie was gelukkig even tactvol voor dezen keer als Stresemann, en deed alsof ze niets hoorde.
Na een langdurig onderhoud met Poincaré, waarover niets uitlekte, verliet Stresemann Parijs reeds den morgen na de onderteekening van het Pact. Daar hij zich begaf naar Baden-Baden om er zijn genezing voort te zetten, vertrok hij van de Gare de l'Est, met den trein van Straatsburg. Drie jaar geleden is er in dit station een reusachtig fresco aangebracht en plechtig onthuld, dat het vertrek der eerste mobilisatie-treinen voorstelt naar de Oostgrens. Het schilderij is een geschenk van een Amerikaansch schilder en draagt tot onderschrift: A la France victorieuse, par l'auteur, en souvenir de son fils Everit Albert Herter, tombé au champ d'honneur le 13 juin 1918: Aan het overwinnende Frankrijk, door den auteur, ter herinnering aan zijn zoon, gevallen op het veld van eer, den 13den Juni 1918. Het toeval wilde, dat de trein van Stresemann op lijn 6 stond, vlak tegenover het geweldige en indrukwekkende doek. De Duitsche minister kon niet anders doen dan opzien naar dit ontroerende gedenkstuk. Misschien hielp het hem om het gebaar van Frankrijk, dat hem uitnoodigde tot onderteekening van het Pact, op juisten prijs te stellen.
***
De ceremonie der ondertekeening op Maandag-middag 3 uur, waarbij veertien vertegenwoordigers van vijf honderd millioen menschen den oorlog afzwoeren, ging onopgemerkt voorbij in een uitgestorven zomersch Parijs. Men had de Parijzenaars verzocht om te vlaggen, doch behalve de openbare gebouwen, de banken en enkele café's, had niemand aan de uitnoodiging gevolg gegeven. Iedereen is met vacantie en het Pact is trouwens iedereen onverschillig. Iedereen weet nu bovendien, dat Amerika nog steeds in oorlog ligt met een gedeelte van Nicaragua.
Voor de plechtigheid had men het ministerie van Buitenlandsche Zaken uitgekozen, dat op den Quai d'Orsay ligt en meestal met dezen naam wordt aangeduid. Het gebouw is in 1855 opgericht onder Napoleon III. Dezelfde salon, waar in 1919 de eerste zittingen gehouden werden der Vredesconferentie, de Salon de l'Horloge, aldus geheeten naar de klok welke een pompeuzen schoorsteen bekroont, was gekozen tot uitvaardiging van het Pact. De Seine-kade was afgezet met een leger van agenten in uniform en in burger. Niemand wist dat Parijs zulk een aantal geheime dienders bezat. Alle boeven, alle individuën, die er belang bij hebben, konden met hen kennis maken, dank zij de bioscopische opnamen. Dit is het nadeel eener mise-en-scène, waarbij geheime politie de rol speelt van publiek.
De Salon de l'Horloge kan vergeleken worden met een zaaltje voor kamermuziek. Voor groote uitvoeringen als de signatuur van het Pact is hij zeker te klein. De cinematografen, die een batterij hadden opgesteld van verblindende sunlights, raakten slaags met reporters en fotografen. Hun ruzie duurde nog, toen Briand zijn redevoering begon en ze droeg niet bij tot de staatsie der bijeenkomst, welke reeds ontluisterd werd door het geronk van de motoren der schijnwerpers. Briand had zijn goeden dag niet. Bang om zoowel te veel als te weinig te zeggen over het Pact, las hij zijne redevoering van blad, en Briand beschikt alleen ten volle over zijn redenaarsgaven, wanneer het hem veroorloofd is om te improviseeren. De stijl zijner rede maakte menigeen korzelig. Hij was gecompliceerd, gewrongen, opgedirkt, rhetorisch, onklaar; de stijl van iemand die met zijn figuur eigenlijk geen raad weet, en menigen slag om den arm houdt. Over het Pact zelf gaf hij geen enkele precisie. Alles bleef bij een gezwollen à peu près, een behoedzaam peu à peu. Wie aan de toekomst dacht kreeg er kippevel van. Te meer wijl dezelfde Salon de l'Horloge tien jaar geleden reeds zooveel woorden gehoord had, welke aan ‘den laatsten der oorlogen’ een einde moesten maken. Ook toen presideerde een Amerikaan: Wilson, die nog slechts beschikte over de helft zijner hersens en de pretentie had om daarmee Europa te domineeren.
De stemming, die luidruchtig maar stroef was, werd bepaald gegeneerd, toen men na Briand's rede, en na hare vertaling in het Engelsch, tot Frank B. Kellogg het verzoek richtte om het woord te nemen. De staats-secretaris weigerde pertinent. Aandringen baatte niets. Kellogg, die zich herinnerde dat spreken zilver maar zwijgen goud is, wenschte geen syllabe te verspillen aan zijn eigen Pact. Er bleef niets anders over dan te teekenen. De sunlights traden dus opnieuw in actie en bliksemden naar Stresemann, die de eerste was, daar Duitschland in Frankrijk met een A begint en Allemagne heet. Die alphabetische orde werd echter na Kellogg (no. 2) en België reeds verbroken. Achtereenvolgens naderden het tafeltje, dat in den rechthoek van de beroemde hoefijzervormige en groene tafel der gedelegeerden was geplaatst en teekenden: Hymans voor België, Briand voor Frankrijk, Cushendun voor Engeland (Chamberlain, niet zieker dan Stresemann, kruiste op den Atlantischen Oceaan), Mackenzie King voor Canada, Mac Lachlan, een reus, voor Australië, Parr voor Nieuw-Zeeland, Smit voor Zuid-Afrika, Cosgrave voor Ierland, Manzoni voor Italië, Uchida voor Japan, Zaleski voor Polen, Benes voor Tsjeko Slovakije. In deze orde wachten zij, op de twee eerste bladzijden van het boek, de namen van de vertegenwoordigers der andere naties. Elk der onderteekenaars werd begroet met een ovatie van het publiek, dat, hoewel met de uiterste strengheid gezift drie vierde van de zaal vulde en van eene onmiskenbare rumoerigheid blijk gaf. Op den eersten rang bevonden zich de echtgenooten der gevolmachtigden, onder wie vooral opvallen mevr. Poincaré, mevr. Kellogg, mevr. Stresemann, en mevr. Zaleska, die ongetwijfeld een der mooiste vrouwen van het oude continent is. Te vijf minuten vóór vieren was de geheele ceremonie afgeloopen. Zij had minder geduurd dan een uur. Terwijl de plenipotentiarissen zich terugtrokken, wierpen fanatici zich op den inktkoker om
hun vulpen te vullen met den inkt, waarmee het Pact geteekend werd. De inkt, waarmee men het fatum der menschheid heeft trachten te bedwingen op perkament.
***
Zooals men weet is de onderteekening van het Pact, gefilmd en gegrammofoneerd door een tiental maatschappijen, waarvan de meeste Amerikaansch zijn. Ik kreeg den indruk dat de Amerikanen bij deze gelegenheid beneden hun reputatie bleven. Er stonden twee vlieg-machines klaar om den Atlantischen overtocht te wagen: de Bréguet van Costes en Ballonte, de Bernard van Lefèvre en Assollant. Ware ik directeur geweest van de Paramount, en al had het me een millioen dollar gekost, ik zou een van deze twee avions gecharterd hebben om de fotografische documenten dezer universeele vergadering, waar de strijd werd aangebonden met een der duisterste en geduchtste machten, te vervoeren naar de Nieuwe Wereld. Doch zoover is het enthousiasme der Amerikanen voor hun Pact niet gegaan.
Frank B. Kellogg evenwel heeft zich op veel compromitteerender wijze in de kaart laten kijken. Hij wees een uitnoodiging van de Engelsche regeering om Londen te bezoeken af, terwijl hij de invitatie van Cosgrave om Ierland aan te doen, accepteerde. Zo eindigde hij zijn ‘Zesdaagsche’ in Dublin en deze preferentie is hier gecommenteerd in termen, welke op den eeuwigen vrede hare eerste schaduwen uitzenden.
Wanneer de Fransch-Engelsche Marine-overeenkomst, geteekend in de week die aan het Pact voorafging, doch waarvan nog niemand den inhoud kent, President Coolidge dermate verontrust, dat zijn afgezant een onhoffelijkheid begaat tegenover Groot-Bretagne, terwijl de inkt van het Pact nauwelijks is opgedroogd, heeft men dan geen recht om in zulk een geste een duidelijker aanwijzing te zien dan in alle fraaie plannen en mooie woorden?
Niets prepareeren dan den vrede, zei een humorist, staat gelijk met systematisch zonder paraplu uit te gaan, na beslist te hebben dat de barometer altijd op mooi weer zal staan. Elken dag met een ‘spuit’ te sjouwen is even gek, maar dan is men tenminste gedekt. Amerika heeft en houdt een solide en-tout-cas, waarachter het zich beschut voelt. Het wil reeds the greatest in the world hebben, groter dan Frankrijk en Engeland te zamen. Laten we dus schreeuwen ‘Leve het Pact!’ Want dat is geen overbodige wensch...
[verschenen: 6 oktober 1928]