Bijdragen aan het Soerabaiasch Handelsblad (juni 1926-juni 1940)
(2017)–Matthijs Vermeulen– Auteursrechtelijk beschermdBergen en menschenParijs, 3 September [1927]Op het oogenblik, dat de Italianen aan hun dictator voor zijn vijf en veertigsten verjaardag een Franschen berg cadeau gaven - den Mont Blanc, welke voortaan de Monte Mussolini moet heeten - legden de ingenieurs de laatste hand aan een reuzewerk, dat het blanke gevaarte in 't bereik van iedereen zal brengen. Terwijl de Parijzenaars spotten: ‘De Mussolini is vol afgronden’, ‘Sommige hellingen van den Mussolini zijn bijzonder gevaarlijk en men riskeert er zijn hals, vooral wijl hij geen betrouwbare en ervaren gidsen heeft’, of ‘De Mussolini vertoont scheuren; zou hij gaan zakken?’, terwijl men met bonne mine à mauvais jeu vraagt, of de fascisten in ernst meenen, dat Mussolini 4800 meter meet, werden de kloven en ravijnen, de onpeilbare diepten, de duizelingwekkende steilten en gletschers door het genie van moderne bouwmeesters overwonnen en - vereffend. Alsof er nog niet oorzaken genoeg bestonden tot wrijving en misverstand, richt men aan de eene zijde der Alpen nog een berg op tusschen twee volkeren; aan de andere zijde baant men met machines een weg tot zijn top, welke slechts voor arenden bereikbaar was en waarvoor de vliegtuigen terugdeinsden. De Italianen mogen tegen den kolos opkijken, voor de Franschen bestaat hij niet meer, noch de Mont Blanc, noch de Monte Mussolini. En moge dit een gunstig voorteeken zijn... De berg werd er misschien niet mooier door, en de onmetelijke stilte van rots en sneeuw en lorkeboomen wordt verstoord door het gonzen en snerpen der wagentjes langs hunne kabels. Als er in Frankrijk een Heemschut bestaan had, of een andere natuurbeschermersbond, hij zou gemeenteraden en Tweede Kamers gemobiliseerd hebben tegen de roekelooze schennis eener verhevenheid, welke sinds de geboorte der menschheid onaantastbaar was. Hier houden wij ons bezig met andere hobbies of andere futiliteiten en men betaalt zijn hemelvaart, behalve met een handjevol franken, hoogstens met de geringschattende blikken van verstokte Alpinisten, die bepakt met koorden, stokken en houweelen, geroosterd en verbrand, u minachtend zullen vragen of gij geen kou vatte. Maar zooals de Lama's verklaarden den Mount Everest te bestijgen ‘in den geest’, wat zonder twijfel het gemakkelijkst is, en de moeiten der Westersche beklimmers belachelijk en overbodig vonden, zoo begeven wij ons naar den Col du Midi, die 3843 meter boven de zee ligt. Met dit verschil, dat wij kunnen zeggen, hoe 't er uitziet en desnoods waarnemingen kunnen doen, wat de Lama's versmaden. Een lange, zwarte draad, het begin van het spinneweb, vastgehaakt bij de poorten van Chamonix, de banen domineerend van luge's en bobsleighs, welke haar zomerslaap doen, spande zich tot het kleine Alpenstation La Para. Dit was de eerste trek, welke bij de Achtste Olympiade gereed kwam. Men rijst langs de bergflank over bosschen en watervallen tot 1790 meter hoogte. Ik bespaar u de beschrijving der grandioze landschappen, welke men zonder inspanning, maar niet zonder emotie, voorbij zweeft. Bij La Para grijpt de zwarte draad de kammen zelf van den bergreus en ijlt vertikaal en zonder krommingen de lucht in tot den Col du Midi, waar hij op het moment een eindpunt vindt. En bij de Negende Olympiade, want de Mont-Blanc-spoor volgt de Olympische tijdrekening, zal de laatste resteerende kilometer overweldigd zijn, en daar het in de bestemming ligt van een idee om zich te materialiseeren in werkelijkheid, zal het onvervulde ideaal van duizenden alpinisten verwezenlijkt worden: de top van den Mont Blanc zal dichter in onze nabijheid liggen, dan de derde verdieping van den Eiffel-toren, welke men nog altijd slechts te voet bereikt. De lange, zwarte draad, waarlangs de luchtwagens, half berline, half schuitje, als spinnen omhoog kruipen, heeft een doorsnee van 64 millimeter. Ons leven hang echter niet aan dien eenen stalen draad (wanneer die naam nog past bij zulk een diameter), het hangt op zijn minst aan vier draden. Behalve de draag-kabel, met den omvang van een pols, is er de tractie-kabel, welke zich oprolt langs katrollen, de rem-kabel, welke het voertuig moet beveiligen, wanneer de voorgaande zou breken, en de leid-kabel, welke bij dagen van storm het slingeren zal reduceeren tot een minimum. Dit kwartet van kabels is bevestigd aan enorme pijlers, welker hoogte, in overeenstemming met het profiel van het terrein, varieert van 12 tot 33 meter. Op sommige plaatsen, waar de lijn het verticale benadert, tot op elf procent, vormen cement-blokken van 32 000 ton het noodzakelijk tegenwicht voor de kolossale spanningen. Deze vermetele constructies zijn tot in de geringste onderdeelen op de nauwkeurigste wijze berekend en wat op het eerste gezicht een onmogelijke tour de force lijkt, werd door de ingenieurs volbracht met een kunst, waar de veiligheid geëvenredigd werd aan de stoutmoedigheid. In de wagentjes, meesterstukken van evenwicht en precisie, waar achttien personen plaats vinden, en die omhoog kruipen in een rustig wandelgangetje, loopt men slechts het gevaar om een verkoudheid op te doen bij de snelle temperatuursdalingen. Om een idee te krijgen van de ongelooflijke zwarigheden, welke de bouwers ondervonden, moet men bedenken, dat het Observatorium Vallot, gelegen op 4357 meter hoogte, een kleine vijf honderd meter beneden den top van den Mont Blanc, tot verdriet van zijn stichter, die het ten geschenke wilde geven aan de Republiek, door den Franschen Staat geweigerd moest worden wegens de bijna onoverkomelijke proviandeeringsmoeilijkheden. Een geroutineerd drager had drie dagen noodig om 15 kilo's te torsen naar die ontoegankelijke, onherbergzame streken. Toen het Observatorium overgenomen werd door den Amerikaan Dina, engageerde deze luitenant Thoret,Ga naar voetnoot36 een der beste hoogtevliegers, die door middel van parachute en lucht bombardement, in negen dagen tijds nog slechts 1051 kilo's leeftocht, instrumenten en verwarmingsmiddelen aanvoerde. Thoret zelf heeft den top niet bereikt. Hij landde weliswaar in den Couloir du Dôme, doch verzekert, dat, al biedt men hem een millioen, hij het niet voor den tweeden keer doet. Men zal het monster, zegt Thoret, nog zoo gauw niet de baas zijn. En men kan zich met de paar bovenstaande cijfers eenigermate voorstellen welke fantastische inspanningen de derde étape zal vergen, die de kabelbaan van den Col du Midi duizend meter verder zal voeren tot de oer-vlakten van den top. Men zal eindigen met een Casino en dancings te bouwen in deze onbetreden regionen. Moralisten en hypochonders zullen zeggen dat nòg een heiligdom geprofaneerd is, een der verste, een der onbenaderbaarste. Geprofaneerd? Het is mogelijk dat de honderden toeristen in deze matelooze stilten, onder den strakken glans der onverstoorbare sterren, zich niet goddelijker zullen voelen dan in hunne pantoffels, maar zij hebben de kans en dit is reeds veel. Deze kabelbaan behoort tot het titanische speelgoed, gelijk alleen de blanke menschen in hun idealen drang naar verte en oneindigheid wisten uit te denken. Al zou dit gigantische speelgoed dienen tot niets, de genius, welke ons is ingeboren, de genius, die ons drijft tot het overmeesteren van alle toppen en afgronden, de genius, die ons dwingt alles te trotseeren, alles te wagen om te zegevieren over eene moeilijkheid, onverschillig welke, deze genius openbaart zich in dit nuttelooze wonderwerk, dat ongehoorde kapitalen verslond en nooit zal rendeeren, even krachtdadig, even levensvaardig, even overwinnelijk als in de Pyramiden, of in de middeleeuwsche tempels. Zijn idealisme is alleen maar een tikje anders georiënteerd. Het is eene geruststelling dit te midden van een groot aantal dwalingen te kunnen constateeren.
Een probleem van anderen aard geraakt elken dag dichter tot zijne eindelijke en langverwachte oplossing: het probleem van den kanker. Op een rondreis door de Vereenigde Staten bezochten Fransche mannen der wetenschap de laboratoria der Amerikaansche universiteiten en de Yankees konden niet nalaten er hunne collega's op te wijzen, hoe modern, volledig en kostbaar allen waren toegerust. Wij, antwoordde een Franschman, wij bezitten geen laboratoria, wij bezitten geleerden. Hij sprak zonder overdrijving eene waarheid als een koe: in Frankrijk zal men altijd ploeteren onder absurde omstandigheden; hier zal men zelden realiseeren, maar hier zal het begin gemaakt worden voor elke mogelijkheid. De kanker is niet enkel een kwestie, die Frankrijk interesseert, waar elk jaar dertig duizend slachtoffers vallen aan deze verschrikkelijke en raadselachtige ziekte, het is een probleem van universeelen aard. Men heeft zijn oorsprong geruimen tijd gezocht bij de microben, doch het overwoekerende micro-organisme is nooit geïdentificeerd, of bleek nooit bestand tegen wetenschappelijke contrôle, en het verliest van dag tot dag zijn laatste aanhangers. Evenmin kon de besmettelijkheid (niet te verwarren met overerfelijkheid) bewezen worden. Zoo weinig men verzekerd is den waren aard te kennen der kankergezwellen, zoo vele hypotheses zijn geopend om zijne oorzaken te verklaren. Lakhovsky, die de biologische wereld in opschudding bracht door zijne zeer persoonlijke theorieën over het ontstaan van het leven, kwam tot een geheel nieuwe en onvermoede conclusie, waarover ik als leek mijne opinie niet zou durven geven, doch waarvan het paradoxale karakter zelfs oningewijden in de hoogste mate moet boeien. Hij heeft zijne studies en bevindingen genoteerd in een brochure, getiteld ‘Contribution à l'étiologie du cancer’ (Bijdrage tot de leer der oorzaken van den kanker), waarin kaarten en statistieken zijn opgenomen, welke zijne veronderstellingen op de frappantste wijze staven. Kortelings werd door twee Zwitsersche geleerden, Müller en Farny van Zürich, aangetoond dat het menschelijk lichaam radio-actieve eigenschappen bezit van nog onbekenden aard. Men kan zich daarvan vergewissen door de volgende proef: Plaats in een volkomen windstilte de helft van een cigaretten-papiertje in zijn middelpunt op de spits van een zuiver-verticale naald, zet uwe hand in schulpvorm en breng haar zoo dicht mogelijk bij het vederlichte papiertje, dat onder de emanatie der uitgezonden stralen uwer hand zal beginnen te draaien, spoediger en sneller naar gelang de uitstralingen der betrokken personen, welke bij den een meer, bij den ander minder zijn. Het moeilijkste der proefneming is het plaatsen van een papiertje op de punt van een naald en het vermijden van elk tochtje. Maar het curieuze resultaat kan niet het gevolg zijn der ontwikkelde hand-warmte. Brengt men bij het papiertje een verhit voorwerp, een strijkijzer b.v., dan blijft het onbewegelijk. Aan de radio-emissie van het menschelijk lichaam kan niet getwijfeld worden. Voor Lakhovsky evenwel, bestaat naast de radio-emissie der cellen, een radio-receptie; en slechts dan, wanneer er tusschen de golven, welke het ‘station’ uitzendt en die, welke het naar zijne geaardheid ontvangt, een volkomen evenwicht aanwezig is, bestaat er voor de cellen levensmogelijkheid en gezondheid. Volgens Lakhovsky berust de oorzaak van den kanker in de storing van het evenwicht tusschen de receptieve en emittieve capaciteiten der cellen. Waar het electromagnetische équilibre der oscillaties verbroken is, raakt de cel ontredderd en slaat aan 't bolsjeviseeren. De uitzendings-golven van het menschelijk lichaam zijn nog van een onbekende soort; de stralen, welke het ontvangen kan, en die het vermogen te ontwrichten, kunnen van aardschen, van planetairen en zelfs van kosmischen oorsprong zijn, de zon niet te vergeten. De geologische structuur van een gegeven stuk terrein en zijne bijzondere emanaties kan het evenwicht tusschen emissie en receptie bevorderen of benadeelen. Sommige kwartieren van Parijs zijn noodlottiger voor het goedgunstig equilibre der wederzijdsche bestralingen, dan andere kwartieren, en de kaarten van Lakhovsky zijn in dit opzicht zeldzaam instructief. De mysterieuze kanker-haarden, waarvan het onverklaarbare bestaan zelf een legende maakte, krijgen hier eene wetenschappelijke motiveering. Moeten wij daarom sommige landstreken, sommige steden, sommige plekken ontvluchten, zult gij vragen. Neen. Maar Lakhovsky raadt ons, en dit is nog het paradoxaalste, om onze woningen, of ten minste onze ziekenkamers permanent te omgeven met een net van metalen draden, welke de golvingen zullen opvangen en afleiden. De verdediging tegen den kanker zou dus precies dezelfde moeten zijn als onze verdediging tegen den bliksem. Het ligt natuurlijk niet in ons bereik om de richting der stralen, welke op ons worden afgezonden uit de grenzelooze diepten van het firmament, te wijzigen, of hare intensiteit te verminderen. Het ligt ook niet in onze macht om het karakter van den bodem, waarop wij leven, te veranderen. Maar wij kunnen ons tegen hunne vijandige emanaties beschutten, in afwachting van den tijd dat wij ze zullen benutten. Zoo onwaarschijnlijk dit alles moge lijken, wij zullen goed doen met Lakhovsky het crediet te geven van ons vertrouwen en van onze hoop. Alles duidt aan, dat het kanker-probleem op 't punt staat zijne oplossing te vinden, en zooals bijna immer geschiedt, zal het de outsider zijn, die het raadsel der sfinx opheldert. In Montpellier, bericht men, is een kanker-achtig pelargonium (tuingeranium) genezen door hem te omringen met een geïsoleerden en niet-gesloten ring van koper; met het zelfde procédé heeft men twee zieke wijnstokken gecureerd... Maar lijkt het ondertusschen niet een sprookje, dat de mensch, belegerd door zooveel toevallige, verborgen, hostiele en verraderlijke krachten, nog leeft, en dingen tot stand bracht, waarvan de oude dichters veronderstelden, en met recht, dat zij de hemelsche machten tartten? [verschenen: 8 oktober 1927] |
|