Bijdragen aan het Soerabaiasch Handelsblad (juni 1926-juni 1940)
(2017)–Matthijs Vermeulen– Auteursrechtelijk beschermd's Lands wijsParijs, 30 Juli [1927]Men neemt een eeuw-oud gebruik zooals het kwam. En ook een land. Frankrijk is op elk gebied vol tegenstrijdigheden. Men maakt zich niet alleen dik voor Sacco en Vanzetti, men verzamelt niet alleen petities, belegt meetings en schrijft duizenden hoofd-artikelen voor deze twee ongelukkige anarchisten, die, schuldig of niet, sinds zes jaren in een Amerikaansche gevangenis op hunne executie wachtten. De meerderheid der Franschen heeft vier jaren lang den dood onafgebroken zien dreigen in de loopgraven en zij weten wat die tortuur beduidt. Maar een handige Pers campagne heeft zelfs gratie veroverd voor Dieudonné, een der overlevenden van de beruchte auto-bandieten, die in 1912 burgers en politie fusilleerden in de straten van Parijs.Ga naar voetnoot34 Dieudonné, een onbekende voor de jongere generatie, welke àndere moordpartijen bijwoonde, vertoefde sinds vijftien jaar in Guyana, waarheen hij voor levenslang verscheept was, en het feit alleen, dat hij wist te ontvluchten op Braziliaansch gebied, stemde hen, die zich vroegere tijden met heimwee konden herinneren, mild, zoodat de ministerraad zich ontfermde over den moordenaar. Doch Daudet, letterkundige, ex-afgevaardigde, zoon van een doorluchtig schrijver, Daudet, die niemand molde, en enkel maar een taxichauffeur beleedigde, Daudet, die óók ontvluchtte, precies als Dieudonné, op het Homerisch gelach na van heel Parijs, wordt nog steeds achtervolgd door de tachtig duizend agenten en gendarmes der Republiek, welke hem niet te pakken kan krijgen. Elken dag verschijnt zijn blad met een artikel van Daudet. Elken dag sart hij regeering en politie met een andere zotternij en andere sarcasmen op zijne communicatiemiddelen. Daudet's artikelen bereiken de Action Française langs alle wegen, waarmede zijne schrijvers-fantasie zich amuseeren kan: per catapult, door den schoorsteen, langs de raaklijn, per valise diplomatique, aan de jaspanden der agenten in burger, per deurwaarder van het Parket, per telepathie, per luidspreker, per seismograaf, via Malta en Singapore, per geheime telefoon, per ondergrondschen gang, etc. etc. Het duurt reeds een maand, dat het gouvernement zich op deze wijze moet laten treiteren, en gisteren bood Daudet, die het zwerven misschien ook moe is, den minister van Justitie zijn terugkeer aan in de gevangenis, op voorwaarde, dat het proces over den moord van zijn zoontje binnen den kortst mogelijken tijd vóórkomt en dat het loyaal en zonder inmenging van regeerings- of politie-autoriteiten gevoerd wordt. Daudet's manoeuvre verdient het applaus van den onpartijdigen toeschouwer, die dit steekspel met spanning volgt. Maar hoewel de minister van Justitie Barthou, zelf literator is en lid van de Académie Française, zal het mij verwonderen, wanneer hij dezen handschoen opneemt. Ik ben echter nu reeds nieuwsgierig naar de memoires, welke Daudet eenmaal schrijven zal over de avonturen, welke hij beleefde met de meute der tachtig duizend dienders. Al de Fransche inconsequentie echter, nonchalance en tegenstrijdigheid, heeft zich ruimte kunnen maken bij het proces tegen de communistische spionnen, die deze week gevonnist werden. Gewoonlijk worden spionnage-processen met gesloten deuren behandeld om de eenvoudige reden, dat een mogendheid haar contra-spionnagediensten niet kan blootstellen aan de openbaarheid, want meestal kennen de beschuldigden zelf de trucs niet, noch de detectives, die de feiten der beschuldiging onder veel moeite verzamelden. Een behandeling met gesloten deuren leek bij deze handlangers van Moskou des te gewenschter, daar de Fransche contra-spionnagedienst, welke even gedesorganiseerd is hier als de rest der staatsmechaniek, drie volle jaren behoefde, en per slot een gewichtig document, de landsverdediging betreffende, moest riskeeren, om de handlangers van hamer en sikkel te knippen. Doch tegen alle gebruiken in der elementairste voorzichtigheid, met een laisser aller, dat aan elk normaal mensch onverklaarbaar toescheen, werd dit proces gevoerd in het publiek, en men kan zich denken voor welk publiek. Daar bevonden zich afgevaardigden, niet alleen van de Engelsche Intelligence Service, van het Turijnsche spionnagebureau, van den Berlijnschen Thiergarten, maar zelfs vertegenwoordigers der Tscheka in de voorste rijen der toeschouwers. Vijftien der beste Fransche speurders van den contra-spionnagedienst traden op als getuigen en moesten hunne methodes, hun praktijken, hunne listen laten discuteeren door de beschuldigden en hun advocaten. Vijftien der beste agenten, die drie jaar werk hadden aan dit roode karweitje, werden roekeloos opgeofferd. De communisten zijn veroordeeld tot zware gevangenisstraffen, welke zij niet eens zullen uitzitten, want in hooger beroep zullen zij stellig verminderd worden; maar wanneer de boeven opnieuw wenschen te beginnen, wat zij niet zullen nalaten, dan weten ze voortaan met wie ze te doen hebben. Een der motieven van het vonnis klinkt te curieus om het onvertaald te laten: ‘Aangezien het niet in twijfel getrokken kan worden, dat een buitenlandsche regeering voor haar politieke doeleinden mannen en geld naar ons land zendt, met het oogmerk om van de arbeiders der staats-établissementen de volledigste en soms de geheimste inlichtingen te verkrijgen betreffende de fabricatie en de behandeling van werktuigen, welke noodzakelijk zijn voor de landsverdediging....’ Gij verbeeldt u misschien, dat een regeering hiervan eenige onvermijdelijke consequenties trekt, gelijk Engeland b.v.? Nenni, zoals men hier zegt. Herbette keerde rustig terug naar zijn ambassade te Moskou,Ga naar voetnoot35 en een vermaning, welke hij zou gericht hebben tot de Soviets, werd gelogenstraft. Het démenti was zelfs zóó onhandig, dat Moskou's prestige er nog wèl bij voer... De derde Internationale en de Soviets, die door sommige propagandisten nog uitgespeeld worden als geheel verschillende begrippen, zijn door een Fransche rechtbank onherroepelijk vereenzelvigd. Wanneer Frankrijk voor die waarschuwing doof belieft te blijven, voor andere landen is dit waarschijnlijk nog geen politieke noodzakelijkheid. [verschenen: 3 september 1927] |
|