De techniek der bolsjewistische revolutie - I
Parijs, 23 Juli 1927
In de ‘Rotonde’, het café op den Montparnasse, waar alle volkeren der aarde samentreffen, om naast opwekkende en veelsoortige dranken te discuteeren over artistieke en andere dingen, in de ‘Rotonde’, waar bijna alle beroemdheden der twintigste eeuw eene herinnering achterlieten, toont men u, wanneer gij dit wenscht, het tafeltje en de plek, waar Vladimir Oelianoff Lenine en Braunstein-Trotski zich plachten neer te zetten, om zich te verdiepen in urenlange, geheimzinnige beraadslagingen. Het is een tafeltje gelijk andere tafeltjes, van gegoten ijzer met marmeren blad, en gij moet al uw fantasie te hulp roepen om behoorlijk het idee te verwezenlijken, dat dit niets-zeggende, onverschillige meubel een der uitgangspunten vormt van millioenen terechtstellingen en van de geweldigste aller revoluties; dat aan dit tafeltje de maatregelen overwogen werden, welke vijf werelddeelen en de gansche menschheid in hare fundamenten zouden bedreigen.
Als men u vroeg: ‘weet gij hoe eene revolutie gemaakt wordt?’, wat zoudt gij kunnen antwoorden? Ik moet erkennen, wat mij zelf betreft, dat ik me de vraag nog nooit gesteld had, en ik vermoed dat het zoo is met de meesten onzer, om de eenvoudige reden, dat het niet in ons hoofd opkwam, om revolutie te maken. De meeste revoluties bovendien, welke wij in de geschiedenisboeken van buiten te leeren kregen, hadden zulk een eenvoudig verloop, dat het absoluut overbodig scheen om haar mechanisme ook maar één minuut te bestudeeren. Er waren pretoriaansche omwentelingen, welke van staatshoofd verwisselden en heel de rest bij het oude lieten, of er waren ongeorganiseerde volksoproeren, welke steeds eindigden met gedempt te worden, hetzij door de wettelijke overheid, hetzij door een overweldiger als Napoleon. Van een mechanisme kan bij deze twee revolutie-typen geen sprake zijn: een tribuun, een consul, een zegevierend generaal, marcheert onverwacht aan het hoofd zijner troepen naar den ‘troon’ en er verandert niets dan de onderteekening der staatsstukken; een volksmenigte loopt om een of andere, dikwijls toevallige reden, te hoop in de straat, verjaagt het bewind, heeft géén leiders, òf te veel leiders, kent geen discipline, bezit geen programma, is onmachtig hare overwinning te bevestigen en moet wijken voor den eersten den besten georganiseerden tegenstander.
Dit alles is vieux jeu, oude koek, gecatalogiseerd en zoo aartsbekend, dat wij er niet eens meer aan dachten. Zoo maakt men nog revoluties in Portugal, in Nicaragua, of in Griekenland, en ieder gouvernement ter wereld weet wat het te doen staat, om dergelijke omwentelingen te voorzien, te vermijden, of desnoods te onderdrukken; dit wil zeggen, ieder gouvernement, dat eenigszins dien naam verdient. Maar wat misschien de meeste regeeringen, wat in ieder geval de meeste staatsburgers niet weten, of waarvan zij zich onvoldoende rekenschap geven, is het feit, dat er aan het historische tafeltje van de ‘Rotonde’ een nieuw type van revolutie werd uitgedacht, welke zich tot de ouderwetsche en voortaan onbruikbare omwentelingen verhoudt als de mitrailleuse tot het musket-geweer met vuurslag, lont en laadstok.
Er bestaan reeds duizenden boeken over het bolsjewisme, welke geen van alle de kern raken, ontelbare artikelen over dezen modernen geesel, welke niet verder komen dan hem te constateeren. Niemand dacht aan de methoden, waarmee de Moskovitische plaag in beweging werd gezet, en als iemand er al aan dacht, de werkwijze der infernale dictators was nog niet planmatig geanalyseerd. Dit is een der merkwaardigste verrassingen, welke u zal treffen bij het lezen van de studie over La Technique Révolutionnaire du Bolchévisme, verschenen in het nummer van 15 Juli der Revue des Deux Mondes, waaraan ik den titel ontleende voor dezen brief, en dat ik voor onze leering en onderrichting zal trachten saam te vatten. De auteur, die teekent met drie sterren, is een lid van den Franschen Generalen Staf en vertoefde in 1917 met eene militaire missie in Rusland. Uit zijne persoonlijke ervaringen en uit latere documenten heeft hij deze ‘techniek’ van het bolsjewisme samengesteld en ter waarschuwing van Frankrijk gepubliceerd.
Ik geloof, dat niet alleen Frankrijk baat kan hebben bij zulk eene waarschuwing. Het is van essentieel belang de techniek der communisten te kennen, wil men hen in bedwang gehouden.
***
‘Het oproer is een kunst’, heeft Karl Marx gezegd. Terwijl Lenine schreef: ‘Niet de volkeren bereiden de revoluties voor: men bereidt de volkeren voor om revoluties te maken.’ En Lenine, met een staf van bannelingen en vluchtelingen geoefend in complotten en oproeren, slaagde erin een systeem op touw te zetten waarmee hij zich in 1917 om zoo te zeggen zonder slag of stoot meester maakte van het onmetelijke Rusland. Het stelsel, dat volgens de gewoonten der generale staven, nauwkeurig op de kaarten en tusschen vier muren bestudeerd werd, verkreeg in de zegevierende practijk eene bijzondere bekrachtiging, en werd na de beslissende proefneming nog belangrijk aangevuld en verbeterd door de ervaringen in eigen land, in Lithuanië, in Hongarije, Polen, Bulgarije, Italië, Spanje, en zelfs in Duitschland, ervaringen, welke met een wetenschappelijke nauwgezetheid gecontroleerd en geclassificeerd zijn, om de techniek zoo hoog mogelijk op te voeren en haar de grootste trefzekerheid te verleenen. Gelijk het publiek niets merkt van een slagveld dan een verwarde moordpartij en bloedige verschrikkingen, waar de technici een plan observeeren en de uitvoering eener leidende conceptie, zoo heeft het publiek in de menigvuldige troebelen der laatste tien jaren niets gezien, dan de slingeringen eener formidabele anarchie, waar technici opeenvolgende, logische offensieven constateeren en leidende ideeën. Ook deze slagvelden van het bolsjewisme hebben, gelijk die van den oorlog, een hunner geheimzinnigheden verloren door het ontdekken van documenten en het ontmaskeren van organisaties. De oplettende toeschouwer kan voortaan de krijgsoperaties nagaan en de gevolgde techniek met voldoende zekerheid reconstrueeren.
Bij een wetenschappelijk ontworpen bolsjewistische revolutie behoort vóór alles eene wetenschappelijke bevelvoering: leiders, gedisciplineerde troepen, vastgestelde doeleinden, en een exploitatie der successen welke in alle détails verzorgd is. Deze ‘oorlogsmachine’ werd letterlijk gecopieerd naar de groote militaire organisaties, met strenge instandhouding der hiërarchie, om aan de bevelhebbers een onbeperkt gezag te verzekeren en om van de ondergeschikte organen een blinde gehoorzaamheid te verkrijgen. Het op militair model gecopieerd ensemble is echter gecreëerd voor een geheel nieuw plan en elk onderdeel beantwoordt aan een zakelijke behoefte.
Het leidend orgaan, het opperbevel, is het bestuur der Derde Internationale, welke ten doel heeft de revolutionnaire onderneming te leiden naar de onderwerping van kapitalistische staten of oude civilisaties. De bureaux der Derde Internationale correspondeeren precies met de inrichting van een grooten Generalen Staf: zij bezitten een informatie-bureau, dat over de geheele wereld alle politieke en militaire inlichtingen centraliseert, welke over den ‘vijand’ verzameld worden; een organisatie-bureau, dat in elk land de noodzakelijke organisaties voor elkaar brengt; een operatie-bureau, dat de plannen voorbereidt, welke stipt, volgens zorgvuldig gekozen uur, tijd en wijze, door de troepen moeten worden uitgevoerd. Het is een door en door moderne instelling, welker bestaan met onweerlegbare en talrijke documenten is vastgesteld. Het kan alleen in demagogisch verpolitiekte of medeplichtige hersens opkomen, haar werkelijkheid en haar functies in twijfel te trekken.
Naast deze bureaux, orgaan van het opperbevel, werken in alle legers, en dus ook in het bolsjewistische revolutie-leger, comités, bestemd om de verkregen ervaringen om te zetten in leerstof, en theoretische scholen, naar het voorbeeld der krijgsscholen, die belast zijn met het verspreiden dezer zuivere leer. Na een tienjarige ondervinding in revolutionnaire campagnes, kan die leer, wat het essentieelste betreft, worden geresumeerd in den volgenden zin:
Elke voorbarige revolutionnaire poging, dit wil zeggen, eene poging welke tot actie overgaat zonder eene minutieuse voorbereiding, valt te veroordeelen. Zij vertraagt het succes, inplaats van het te verhaasten.
Dit is nogmaals eene zuivere militaire gedachte, welke wederom door krijgskundige overwegingen geïnspireerd werd en die hare bevestiging vindt in de ervaringen der laatste jaren van den wereldoorlog. Men beweert, dat maarschalk Pétain, toén nog generaal, bij den eersten aanval, welken hij had voorbereid, met zijn wandelstok in de hand aan het hoofd zijner troepen uit de loopgraven sprong, om zijne manschappen te bewijzen, dat een streng zakelijk-opgezette en tot in zijn geringste onderdeelen wetenschappelijk bestudeerde aanval zonder moeilijkheden of verliezen moet kunnen uitgevoerd worden. Dezen stelregel heeft het opperbevel der Derde Internationale na de verscheiden échecs in Hongarije, Polen, en elders, tot den zijnen gemaakt: Invasies, overvallen, en andere pogingen tot onmiddellijke resultaten zijn voorloopig uitgeschakeld. Alle krachten der organisatie worden ingespannen op nauwgezette voorbereiding van den aanval, welke zonder verliezen, zonder tegenspoed, moet lukken. Tegen dezen grondregel kan men zich slechts verweren: er valt technisch niets tegen in te brengen. Laten wij nog een verderen blik slaan op de krijgsmachine.
Het karakter van militaire hiërarchisatie is formeel. Slechts communisten, zij, die bij de Derde Internationale werden aangesloten, en slechts zij, die toegelaten worden door Moskou, zijn gekwalificeerd om de leiding der partij op zich te nemen. Ieder, die wil kan communistisch kiezen bij de stembus, maar niet ieder, die wil, is communist, en uit honderden voorbeelden is het algemeen bekend, hoewel men er de gevolgtrekkingen van verwaarloosd heeft, dat een communistisch leider op staanden voet uit de partij gestooten kan worden, wanneer dit aan Moskou mocht believen. Zooals dus de Generale Staf van een ondergeschikt operatieveld slechts beslissen kan in het kader der directieven, welke hij ontving van den Grooten Generalen Staf, zoo bezit een Hollandsch, Fransch, of Javaansch communist geen ander initiatief dan in het kader der directieven, welke hij ontvangt van Moskou. En evenals een ongelukkig of onbekwaam generaal, kan hij, zoo noodig, worden berispt of afgezet. Gelijk het Fransche leger een leger heeft in Marocco, in den Levant en in het verre Oosten, dat onder alle omstandigheden het Fransche leger blijft, zoo bestaat er slechts één communistische partij, die van Moskou, welke overal onderafdeelingen heeft, doch overal de communistische partij blijft. De zuiver militaire formatie der Fransche communistische partij b.v., onderverdeeld in cellen, werkingssferen, federaties, etc., is geheel identiek aan die, welke in 1925 gefunctionneerd heeft in Bulgarije, en waarover destijds alle bladen geschreven hebben.
Wat men echter toen niet voldoende kon overzien, kan heden ten dage met meer klaarheid geregistreerd worden: de instructie der communistische partij geschiedt volgens een streng-wetenschappelijke methode: de leden moeten hun dienstplicht vervullen in 's lands weermacht, hunne militaire instructie zoo nauwgezet mogelijk opvatten, alle aanteekeningen maken, waarvan zij voor eene latere actie voordeel kunnen trekken; zij worden zelfs aangemaand om graden te halen, zich in verschillende diensttakken te specialiseeren, zich in ambten te werken, waar zij van nut kunnen zijn voor de partij. De leden worden met de uiterste zorg gekozen en geschift. De opdrachten welke men hun geeft, zijn even precies als dwingend: zij moeten eerst de Posterijen, de Telegraaf, de Telefoon en de Verkeersmiddelen ‘truffeeren’ met handlangers, op wien men bouwen kan en die deze onmisbare organen op het gewenschte moment lam leggen; daarna de gaswerken, de electriciteit, de waterleiding. Zij moeten geleidelijk de gemeente- besturen binnendringen. Evenzoo de marine. De weermacht. De landbouw-bevolking. De fabrieken. De wapendépôts. De munitieopslagplaatsen.
Men ziet hier, open en bloot, het cardinale verschil tusschen de communistische partij en al de andere partijen, welke functionneeren in het staatsverband: Het gaat hier niet meer over eene wettige organisatie, welke langs wettelijken weg, door middel der stembus b.v., ideeën wil uitvoeren, welke de partij juist of geschikt acht. Ware dit zoo, dan zou zij enkel gewicht hechten aan het aantal der uitgebrachte stemmen, evenals de andere partijen. Maar noch liberalen, noch antirevolutionnairen, noch plattelanders, noch economische-bonders, noch socialisten, noch rapaille-mannen, hebben er ooit aan gedacht hunne leden militair te organiseeren, hen strategisch te distribueeren over de verschillende vitale organen van een staat onder een hiërarchisch commando, dat zich uitstrekt tot Moskou. En al ware niet de staatsgreep voor de communisten het einddoel, dat hun dagelijksch met even groote openhartigheid als onbeschaamdheid wordt voorgespiegeld in hunne kranten, hun door documenten bewezen hoorigheid aan een vreemden staat, aan Moskou, zou hen reeds als spionnen en verraders, als vijanden, buiten de wet stellen. Wij hebben hier niet meer te doen met ideeën, welke door min of meer overredingskracht worden gepropageerd. Het communisme heeft zich door zijne praktijken tegenover de geheele wereld gesteld als een kwestie van macht. De naam ‘communistische partij’ zelfs is onjuist. Wij staan tegenover een leger, een effectief leger, dat, tot overmaat van ontoelaatbaarheid, gehoorzaamt aan een buitenlandsch oppercommando.
Wij zullen in een volgenden brief zien, tot welke bijzondere missies de verschillende categorieën van groepeeringen bestemd zijn en met welk een nauwgezette techniek het geheel is ingericht.
[verschenen: 26 augustus 1927]