Bijdragen aan het Soerabaiasch Handelsblad (juni 1926-juni 1940)
(2017)–Matthijs Vermeulen– Auteursrechtelijk beschermdBekoringen in de woestijnParijs, Juni 1926De hemel is ons niet gunstig, want sinds een maand rillen we van de kou. Als dat u over sommige dingen troosten kan, mijn waarde lezer: het sneeuwt en vriest van Biarritz tot aan de Riviera, en hier hebben wij sinds weken de zon niet gezien, ondanks de eerstelingen van meikersen en aardbeien, die nog quasi per stuk verkocht en betaald worden. Men beweert, dat de regeering plannen heeft om een nota te publiceeren waarin uitgelegd wordt, dat deze abnormale temperatuur door niets gerechtvaardigd is. Maatregelen zullen genomen worden om aan dien betreurenswaardigen stand van zaken een einde te maken. De minister van Landbouw, die zijn collega's op de hoogte heeft gebracht van de situatie, behoudt zich de beslissing voor omtrent het geschiktste oogenblik waarop geïntervenieerd zal worden. De grappenmakers voegen er niet bij dat men het communiqué zal aanplakken in de Beurs. Want men zal begrepen hebben dat het een parodie is op de diverse nota's van den minister van Financiën betreffende den ongelukkigen franc, die nog altijd in de kou staat en chronische stuipen heeft. Waarom het den armen franc slecht blijft gaan weet ondertusschen niemand meer. Men zit met de handen in het haar. Er is een overeenkomst gesloten met Amerika (Shylock bijgenaamd sinds eenigen tijd), dat zijn geld zal hebben, het budget sluit voorloopig met een batig saldo, men regelt de Engelsche schuldenGa naar voetnoot4, Raoul Péret heeft zijn vrijwillige amortisatiekas, die nog altijd den bodem laat zien, maar een prachtig uithangbord vormt, en niettegenstaande dit alles zakt de franc. Men zou zweren, dat de Beurs verder kijkt dan haar neus lang is, dat zij haar oogen reeds heeft in 1927, als de Amerikaansche en Engelsche termijnen vervallen, en betaald moeten worden met geld dat nog niet bestaat. Die Beurs overigens plaatst ons voor raadselen. Echte zaken worden er maar gedaan bij tusschenpoozen. En de stukken, die het nauwst betrokken zijn bij de fluctuaties der wisselkoersen volgen de stuiptrekkingen van den franc slechts op respectabelen afstand. Zeker, de Royal Dutch troont op een imposanten zetel, behangen met de kostbaarste, zeldzaamste gewaden. Maar wat doet de Suez, en verschillende anderen, met zoo aarzelend achterna te komen? Men begrijpt het niet, of men doet alsof men het niet begrijpt. Die duivelsche financiën! Want ik wilde schrijven over het Parijsche Seizoen. Met een paar graden boven nul gaat men niet dineeren in het Bois de Boulogne, en als de kou nog twee weken duurt, zullen de restaurateurs van dien modernen Venusberg voor den zooveelsten keer geruïneerd zijn. Dat zeggen zij tenminste. Maar met of zonder kou, de Parijsche vrouw zal haar Seizoen hebben. Is er ter wereld een merkwaardiger schepsel dan de Parijsche vrouw? Zij staat op om acht uur en kleedt zich om haar huishouden te surveilleeren. Zij kleedt zich uit, want daar is de masseuse. Zij kleedt zich aan, om te wandelen in het Bois. Komt thuis en kleedt zich uit voor haar professeur de culture physique. Kleedt zich aan voor déjeuner. Kleedt zich uit en kleedt zich aan om te winkelen. Komt thuis tegen vijf uur, kleedt zich uit en kleedt zich aan om visites te maken. Is om half zeven bij Bobby. Kleedt zich uit en kleedt zich aan. Bobby krijgt een kwartier, dat is juist voldoende. Dineert klokslag acht uur met haar man. Kleedt zich uit en kleedt zich aan om naar het theater of ‘en soirée’ te gaan. Keert één uur 's nachts terug. Kleedt zich uit en kleedt zich aan om naar bed te gaan. Haar nachtgewaad is het eenige gesloten kostuum. Potdicht. Is het niet duizelingwekkend? Zij heef ook nog twee engelen van kinderen, die ergens zijn uitbesteed. Om ze ter wereld te brengen heeft zij vakantie genomen. Is het niet wonderbaarlijk? Tengere, brooze, breekbare wezentjes, die tot zulke praestaties in staat zijn, een winter lang! Ik beklaag Bobby. Deze Parijsche vrouw (daar zijn er ook nog andere) moet haar Seizoen hebben. Dat Seizoen begint niet op een bepaalden datum: men bemerkt opeens dat het begonnen is. Het zat in de lucht toen de karavaan van 300 Amerikaansche hoteliers (the greatest in the world) hare Tournée des Grands Ducs maakte. Die karavaan had zich laten voorafgaan door eene uitstekende reputatie. Het feest werd ingeluid aan boord van de France, waarvan de wijnkelders bestormd werden, zoodra men de Amerikaansche wateren verlaten had. Men heeft zes dagen gezwelgd, want er bestaat geen beter middel tegen de zeeziekte. De clou was gereserveerd voor den laatsten avond: een gemaskerd bal. En een der dochters van de restauratiekoningin had den delicaten inval om haar moedernaakte lichaam te behangen met aaneengespelde biljetten van vijf francs. Dat is wat men hier noemt ‘une robe de quatre sous’. Ik wil hopen voor de gracious miss, dat de biljetten behoorlijk gedesinfecteerd waren. Onder het dansen lieten de spelden natuurlijk los, en de biljetten mochten opgeraapt worden door de bemanning. Of dat hier een goeden indruk maakt! Epatant. Bij elk biljet van vijf francs, dat u door de vingers zal gaan hebt gij het recht om te denken aan de verborgenste schoonheden van de draagster. De Amerikanen zijn brave lieden. En ik wensch u toe op een keer door Frankrijk rondgeleid te worden als deze karavaan van hoteliers. Zij zijn ontvangen gelijk weldoende goden. Op de diners stroomden de verrukkelijkste wijnen uit zilveren kraantjes. In Reims, waar zij gasten waren van de beroemde Champagne-firma's, werd iedere flesch, vóór zij ter tafel kwam, geproefd door een officieelen proever: de nectar, aan zulke gasten geschonken, mocht niet den geringsten smaak van de kurk hebben! Geen koning noch keizer is ooit zoo verwelkomd. Waartoe al die omslag? Amerika is niet heelemaal voor zijn plezier drooggelegd, en men verwacht dat het geen jaar meer zoo zal blijven. Met deze Tournée des Grands Ducs viel op de gelukkigste wijze samen het eerste schildersbal, dit jaar genaamd ‘het Bal van de Horde’. De schilders, die 't grootste deel van 't jaar op een houtje bijten (een paar uitgezonderd), hebben een verklaarbare behoefte aan Saturnaliën. Het is dus niet te verwonderen, dat hunne nachtelijke bijeenkomsten alleen overtroffen worden in laisser-aller, ongegeneerdheid en, zoo gij wilt, immoraliteit, door het Bal de l'Internat, dat zijn de jonge dokters en doktoressen, die hun leertijd doorbrengen in de Parijsche hospitalen. Zij ook bijten op een houtje en zijn dag in dag uit omringd door de ongelooflijkste, de afgrijselijkste ellende. Zij reageeren daarop één keer per jaar zooals ieder jong en gezond mensch zal reageeren. Er volgt uit, dat hunne Saturnaliën de moeite waard zijn, al geven zij u misschien niet het noodige vertrouwen in de wetenschap. Op het Bal van de Horde waren alle costumes geoorloofd. Er waren dus duizend en géén costumes. Wie zich niet wenschten te kleeden en zich toch wilden vermommen, beschilderden hun Adampakjes. De Evapakjes, zonder uitzondering, waren onbeschilderd. Bloot als mijn hand. Toen deze naakte mannen en vrouwen een defilé organiseerden, kon het niet anders of zij maakten adepten. Er waren heeren in smoking, die vonden dat het een beetje warm werd. Eene nette dame hing haar jurk aan den kapstok, deed zedigheidshalve een mom voor, trok haar bovenste combinaison neer en marcheerde als eene reclame voor Pilules Orientales aan den arm van haar echtgenoot in smoking. Ook zij had adepten. Als één schaap over den dam is... wat! Wanneer het interessant in de zaal is, is het altijd nog interessanter in de galerijen. Stijl Romeinsch Keizerrijk uit den tijd der decadentie, gelijk men die zich gaarne voorstelt. Het Bal van de A.A.A.A. (andere schildersbent) was een tikje conservatiever, maar even genoeglijk. Dit was het bal der lange haren, bal der Pruiken. Een jonge vrouw droeg losse haren, die precies neervielen tot aan de hielen. Prachtige pruik! zeiden de dansers; uitstekend gemaakt! en zij trokken eraan om te voelen. Het slachtoffer echter stiet gillen uit, want het waren haar eigen haren. De echte negerin, die een echten buikdans uitvoert, ontbreekt op géén schildersbal, dat zich respecteert. En behalve die buikdansen triompheerde de charleston. De charleston is het natuurgetrouwste wat men tot dusverre op 't gebied van dans heeft uitgevonden. Nog een jaar of twee en de nieuwe charleston zal als een broertje lijken op dansi-dansa, een woord dat best afgeleid zou kunnen zijn van het Fransche dans-ceci dans-ça. Over den charleston gesproken: hij heeft op het internationaal congres van dansleeraren, dezer dagen gehouden te Parijs, burgerrecht gekregen; maar tot welken prijs! Al het excentrieke, juister gezegd het concentrieke, heeft hij moeten laten vallen. Men heeft hem geschaafd en beschaafd. U moogt den charleston dansen, mejuffrouw. En verder den tango, die vaste regels heeft gekregen, zoodat u hem te Soerabaia dansen zult als te Parijs, de one-step, de paso-doble, de scottish espagnole, de java, de fox-blue. Ik kan deze koeltjes begonnen en zoo lichtzinnig verloopen correspondentie niet voortzetten zonder u de wonderdaden verteld te hebben van Josephine Baker. Wij zenden naar Amerika onze Paderewski's, Fritz Kreislers, Mengelbergs, Charley Chaplins en Amerika kan zich niet onbetuigd laten. Het zendt ons Josephine Baker. Zij is, evenals de koningin van Saba, geloof ik, zwart maar schoon, en evenals die befaamde koningin heeft zij geen enkele schoonheid verborgen gehouden. Zij debuteerde 't vorig jaar bij eene negerrevue in het mooiste theater van Parijs (Théâtre des Champs-Elysées), en niet anders gekleed dan met een paar veelkleurige pluimen wist zij Parijs op stelten te zetten, wat zeg ik, zij wist Parijs, dat toch door de wol geverfd is, te schandaliseeren. Waarmee? Met niets anders dan met het lichaamsdeel, waarop men gewoonlijk gezeten is, en dat de Franschen le train-arrière noemen. De revue staat voor niets, en, hoewel gij het niet gedacht zult hebben, een der voornaamste scènes is eene apotheose van Louis XIV te Versailles. Men heeft den dictator geacclameerd bij Guitry, men heeft Louis XIV gehuldigd, nu Napoleon nog, voor dat we heelemaal in het moeras zitten. De andere hoofd-scène is een parodie op de Oweërs. Een Oweër heeft een historisch kasteel gekocht en gedraagt er zich als een ploert. Dat kan een der voorvaders niet aanzien, hij komt uit zijn lijst gestapt en geeft den nieuwen bezitter, in statige verzen, gelijk een ridder past, een en ander te hooren. Zijn tirade eindigt ongeveer aldus: ‘Terwijl jullie de duiten schraapt te saam, Zijn wij de Ridders zonder vrees of blaam.’ Ovatie, mijne heeren! Maar de ijzeren voorvader is nog niet uitgepraat. Hij zal een nieuwen ridder slaan en van het plafond wordt een reusachtig bloot zwaard neergelaten. Het gevest van dit bloote zwaard wordt gevormd door drie dames, die absoluut hetzelfde costuum dragen als het zwaard. Ovatie, mijne heeren! Dank zij het gevest is iedereen onmiddellijk doordrongen van de edelste en ridderlijkste gevoelens. Niemand twijfelt eraan of met zulk een gevest zal de nieuwe ridder het ver brengen. Om serieus te eindigen (in 's hemels naam!), deze interessante communicatie welke vorige week is gedaan voor de eminente geleerden der Academie van Wetenschappen. Het gaat over de sexe der duizendpooten. Een lid van de universiteit te Toulouse, prof. Vedel, heeft geobserveerd, dat de verhouding van het aantal mannetjes tot het aantal vrouwtjes, bij deze dieren, varieert volgens den breedtegraad, waaronder zij leven. Te Toulouse is er nog een zeker evenwicht: er zijn 41 pCt. mannetjes. In Holland verliezen de mannetjes terrein: er zijn er nog maar 33 pCt. Maar in Finland zijn er absoluut geen mannelijke duizendpooten meer. Alleen vrouwelijke. De professor zegt helaas niet wat de vrouwelijke duizendpooten van Finland voornemens zijn te doen tegen de catastrophe, welke hare natie bedreigt. Zullen zij de stoute schoenen aandoen en op reis gaan naar la douce France? Zullen de mannelijke duizendpooten van Toulouse haar enigszins tegemoet komen? Zij kunnen rendez-vous nemen te Parijs, midden in het Seizoen, dat nog anderhalve maand duurt. Met duizend pooten, nietwaar, on fait du chemin. [verschenen: 20 juli 1926] |
|