Tweede bedrijf:
Een jaar later. Plaats der handeling een rechtszaal. Het proces zal een ‘groot’ proces worden, gelijk alle politieke processen der laatste jaren, en men installeert zich voor geruimen tijd. Een jurylid, wiens dochter gaat trouwen heeft gerekend op twaalf dagen. Maar na twaalf dagen is de uitspraak nog niet in 't zicht, en de dochter van het jurylid moet trouwen zonder haar vader. Want het is een jurylid verboden tijdens den loop van een proces afwezig te zijn.
Twee honderd getuigen zullen defileeren, waarvan zeven-en-vijftig à decharge. Het meerendeel der zeven-en-vijftig getuigen à decharge heeft het eerste bedrijf niet bijgewoond, weet niet méér van de zaak dan u of ik. Dat hindert niet. Het zijn beroepsgetuigen. Pacifisten. Als er dooden vallen komen er altijd pacifisten om te getuigen. Niet voor de dooden. Dat zou te simpel zijn. Neen, zij getuigen voor de moordenaars, die nog heelhuids rondloopen.
De moordenaars, daar zitten ze.
De een, Clerc, graveur van zijn ambacht, is een groote, stevige bruut. Bekrompen, maar gedecideerd. Hij speelt een rol in zijn partij en bij de verkiezingen van 1924 was hij met 40.000 stemmen op 't kantje van Afgevaardigde. Hij bekent drie schoten gelost te hebben. Waarom? Hij was in zijn recht! Wat had Taittinger te maken in het 18e Arrondissement? Wat deden de Jeunesses patriotes in die arbeidersbuurt? Provocatie, mijne heeren! Als de communisten een gezicht zien, dat ze niet aanstaat, dan schieten ze het neer. Provocatie! Wat baten de feiten van vier dooden en zes-en-vijftig gewonden tegen de stupiditeit van dit woord? Niets. Wat beteekent de expertise van de kogels? Er zijn geen twee pistolen op de wereld, die op dezelfde wijze een kogel afschieten en voor de twee beschuldigden staat onherroepelijk vast, dat drie kogels uit hun revolvers, drie dooden neerlegden. Wat beteekent zulk een onomstootelijk feit tegenover het woord provocatie? Niets, absoluut niets.
De ander, Bernardon, vernisser van zijn ambacht, is een zwak futloos mannetje. Intelligent misschien, maar stiefmoederlijk bedeeld door de natuur. Leve het communisme, Bernardon, maar niet jullie taktiek en jullie moraal en in jullie maatschappij zal de bruut Clerc je altijd de baas blijven. Hij schreeuwt het hardst. Over een paar jaar zal hij, evenals zijn melodramatische advocaat, van de Communistische Partij in zijn Rolls rijden en een villa bewonen. Jij, Bernardon, je zult niet weten te realiseeren. Je hebt niet geschoten? Je beweert, dat een agent je de revolver in de hand heeft gestopt? Je beweert, dat je de revolver ‘per vergissing’ van straat hebt opgeraapt? (Hij heeft die twee tegenstrijdigheden inderdaad beweerd.) Voor de diplomatie ben je nog niet intelligent genoeg. En Clerc, ondanks zijn veroordeeling, zal in de Rolls, in de villa en in de Kamer komen. Jij, Bernardon, zult in de achterhoede blijven. Daar zal het heele Communisme niets aan veranderen.
Er zijn stichtelijke dingen aan het licht gekomen.
Een advocaat der civiele partij, een papier in de hand, staat op. Ik zal u de instructies voorlezen, welke aan de communisten gegeven zijn door de chefs der derde Internationale. Luistert: ‘Wij zullen overal, op alle plaatsen, een georganiseerd schrikbewind uitoefenen. Wanneer een bourgeois ontsnapt aan het waakzame oog van onze organisatie, doodt hem. Een socialist, doodt hem.’
‘Wat zijn dat voor orders?’ vraagt de communistische advocaat. ‘Dat is een ongeoorloofde grap.’
‘Die ongeoorloofde grappen zijn te koop in den communistischen boekhandel van de Rue Lafayette’ antwoordt de advocaat der civiele partij.
Andere order:
‘De revolvers moeten geunifieerd zijn, en volgens leger-model, om de munities te vereenvoudigen. Onze eerste aanval moet beginnen met een groot succes. Men moet discreet zijn, zelfs tegenover eigen bloedverwanten. De bewapening moet met groote activiteit worden voortgezet. Het is ongeoorloofd dat een kameraad geen wapen draagt en niet weet er zich van te bedienen.’
A la bonne heure! Waar is de provocatie? Bij de lieden die, met de revolver in de hand, eene kiezersvergadering leiden, bij de lieden die, met de revolver in de hand, een heel arrondissement willen verbieden aan de tegenpartij, of bij de lieden die, in een hinderlaag gelokt, een chef op wien tweemaal geschoten is, ongewapend ter hulp snellen en vier dooden, zes-en-vijftig gewonden achterlaten?
Het gezond verstand oordeelt hier niet. Het gezond verstand is verdronken op dit proces in honderd oratorische trucs, in advokaterige komedianterij, in er met de haren bijgesleepte incidenten, in brallende redevoeringen. Hier oordeelt niet eens het elementairste instinct van zelfbehoud. Hier oordeelt zelfs niet een valsch liberalisme.
Hier oordeelt alleen de kleinzielige en benepen vrees.
Van de twee kerels, die de twaalf juryleden in twee zittingen naar het bagno of naar het schavot hadden moeten sturen, heeft de een (Clerc) drie jaar gevangenisstraf gekregen (en als het iets wil krijgt hij nog gratie) terwijl de ander (Bernardon) is vrijgesproken.
Erken dat dit voor vier dooden, zes-en-vijftig gewonden te geef is. Een eenvoudig jachtmisdrijf kost weer.
Welk een les voor de Jeunesses patriotes!