[Saint-Saëns-programma: Symfonie nr3, Danse macabre en Pianoconcert nr 5 (solist Egon Petri) o.l.v. Cornelis Dopper] (Concertgebouw)
Cornelis Dopper feestte waarschijnlijk reeds Saint-Saëns, die den 9den October tachtig jaar zal worden. Het programma was geheel aan den Franschen componist gewijd, en bestond uit de Derde Symphonie en de Danse macabre, bijzondere repertoire-stukken van Dopper, waarna Egon Petri het vijfde piano-concert voordroeg, dat Saint-Saëns op een concert ter eere van zijn vijftigsten verjaardag (hoe lang al geleden!) zelf introduceerde te Parijs. Het gold in die dagen voor een zeldzaam specimen van exotische muziek; het andante is geschreven op een Oriëntaalsch thema, een cochinchineesch thema en een Egyptisch gondellied, eene geografische mengeling, welke zeer goed harmonieert. Alleen het gondellied valt voor de hedendaagsche ooren een weinig uit de stemming. Men assimileert zich moeilijk met het plotselinge majeur en met de even plotselinge schoolsche rythmiek. Het kon eene zuiver Europeesche Barcarolle zijn.
Het is nog niet de tijd om Saint-Saëns volledig te huldigen, gelijk het voegt bij deze internationale verschijning. Men kan den vrede afwachten en wij hebben tijd tot den herfst. We kunnen vermelden, dat Dopper op gelukkige wijze de meest karakteristieke werken koos uit het oeuvre van den veelzijdigen meester. Het zal den hoorder opgevallen zijn, welk een groot verschil er bestaat tusschen het thematisch materiaal, waarmee deze auteur arbeidt, welk een zeldzame overeenkomst er echter ligt in de atmosfeer der stukken. Dit is eene eigenschap van Saint-Saëns: hij beheerscht alles volgens één systeem: klassicisme, romantiek, exotisme, neo-romantiek en oriëntalisme, de muziekstijlen van alle eeuwen, de geheele kosmos der muziek wordt gereflecteerd in ééne onveranderlijke kleur. Milieu en milieu-theorieën hebben voor Saint-Saëns' nooit bestaan. En Saint-Saëns aesthetische eenheid is eigenlijk eene ontzaglijke gemeenplaats, waaraan geen enkele democratische allure ontbreekt. De Derde Symphonie, ontleed au fond, is per slot niets dan de triomf der gebruikelijke formules, ondanks hare buitengewoon machtige werking.
Het zou mij onmogelijk zijn de individualiteit te omschrijven van Egon Petri, wijl zij nergens uit bleek; ik kan alleen zeggen, dat hij alleszins voortreffelijk piano speelt en dat de metallieke sonoriteiten van het Andante zeer origineel klonken. De Oostersche melismen werden tegelijkertijd analytisch duidelijk en mooi gepassioneerd voorgedragen, doch de innerlijke bezieling ontbrak en ik zou niet kunnen zeggen of het aan den componist lag, of aan den vertolker, die in ieder geval een groot virtuoos is. Wij mogen hem evenwel voornamelijk danken, dat hij dit concert op zijn programma nam, want het behoort niet tot de populairste in onze streken.