[Mahler Kindertotenlieder (Johannes Messchaert, bariton) – werken van Mozart, Wagner en Franck o.l.v. Willem Mengelberg]
Messchaert blijft de rhapsode, hoewel de jeugd hem meer en meer ontvliedt, hoewel de jaren zijne stem beginnen te drukken. Als de componist iets ontroerends uitspreekt wil Messchaert gaarne de schoolsche methodes op zij zetten, hij zingt eenvoudig, met groote naïveteit en groote ontroering. Deze rhapsode is een der bitter-weinige zangers of solisten, wier ziel niet onderging in het automatisme der techniek en de eentonigheid van het repertoire. Toen de kunstenaar Mahlers Kindertotenlieder inzette, had hij ons onmiddellijk in zijn bedwang, want alle accenten klinken hier aangrijpend. Ik moet evenwel erkennen, dat ik mij met alle macht tegen de emotie verzet heb en dat ik daarin nauwelijks slaagde. Het schijnt me eene vergissing van den dirigent en den kunstenaar om dit werk, welks droefheid neerzijgt als een regenwolk en van de eerste noot tot de laatste dwingt om droefheid en tranen, gedurende deze ellendige dagen uit te voeren. Men moet in de muziek-beoefening de realiteit niet geheel en al uit het oog verliezen.
De smart, welke in deze liederen is geuit, wordt sinds maanden door de moeders van Europa geleden en geduld, en 't oogenblik schijnt mij slecht gekozen, om deze smart na te bootsen. De pijn, welke men zou lijden, als men toegaf aan alle impressies der ‘Kindertotenlieder’ is neerdrukkend en onverdraaglijk. De levensphilosophie van Mahler klinkt niet altijd aangenaam. Ik ken geen enkel werk uit de geschiedenis, zelfs geene middeleeuwsche Pietà, waardoor men zoo onbarmhartig overstelpt wordt van leed en medelijden.
Eene zeer bekende symphonie van Mozart ging den Kindertotenlieder vooraf; dit was zeer stijlloos, doch maakte een ongehoord effect. Na de liefelijkheid en het humanitaire optimisme van Mozart de profetisch weeklagende stem van Mahler en de infernale visioenen van een ongeluk, waaraan men nauwelijks durft te denken! Ik weet niet of ‘Psyché’ van Franck en het feestelijke derde voorspel van Lohengrin zoo fulgurent opdoemden. Ik waagde mij niet aan eene teleurstelling, daar men deze werken reeds verschillende malen hoorde van Mengelberg en binnen korten tijd, Mengelberg, die de Kindertotenlieder zeer expressief dirigeerde.