[Beethoven Ouverture Egmont, Bruch Vioolconcert nr 1, Vitali Chaconne (in de instrumentatie van Diepenbrock, solist Dirk Gootjes), Liszt Pianoconcert nr 1 (soliste E. Penha)] (Concertgebouw)
Dat de violist Dirk Gootjes, hoewel hij zeer origineele en onverwachte qualiteiten toonde, niet het enthousiasme, noch de polemiek veroorzaakte, welke men een nieuwe verschijning toekent, ligt in de eerste plaats hieraan, dunkt me, dat hij onvoorzichtig genoeg is geweest om zijn publiek een middenweg te laten, dien de meesten gekozen hebben.
Hij neemt een moment uit het leven, gelijk de moderne schilders, in zijn meest intensieven staat; hij speelt dan prachtig, in een verblindende tonaliteit, een monument van passie, gelijk de latere kunstenaars wisten te geven. Hij scheen echter de wisselvalligheid, het onbetrouwbare van dat moment te vergeten, misschien heeft hij 't ook gesystematiseerd tot een doorloopend verschijnsel - totdat interieure verwarringen, toe te schrijven aan een soort van tooneelkoorts, hem leerden, dat hij niet zoo oppermachtig over het moment kon beschikken als hij meende. Het bleek toen, dat hij niets was of alles. Zijn spel, geheel geregeld naar een sensitieven mensch en een zeer vibrante natuur, verloor letterlijk alles bij den minsten inwendigen schok. De toon verdween, de muziek verstarde, de techniek boeide weinig. In deze hoedanigheden heeft zijn publiek hem tweemaal gehoord en men begrijpt dus, dat de menigte den middenweg koos en zeide: dit is geen violist!
De heer Gootjes is voor mij eene buitengewoon belangrijke verschijning. Voor zoover ik vluchtig kon nagaan, is zijne geheele persoonlijkheid gebaseerd op een zeer modern optimisme. Men heeft de nieuwe wereld namelijk niet geleerd dat de meeste keerpunten des levens gemerkt en gevormd worden door leed en onheil. Wat is het intensieve moment der latere kunstenaars anders dan eene hartstochtelijke culminatie van vreugde en aangename vitaliteit? Het is voor mij echter altijd de vraag geweest of deze iets baten in de hoogste instantie en ik vond reeds dikwijls aanleiding om het te loochenen. Het is eene vereering van simulacra, welke vroeg of laat immer eindigt met eene ramp; het is eene basis, welke met een welgeordend spiritueel leven niet vereenigbaar blijkt en aan welks onjuiste grondslagen, meer dan aan het daaruit voortspruitende individualisme, de vroegtijdige ondergang moet geweten worden van zeer voortreffelijke kunstenaars der laatste decenniën.
Dirk Gootjes heeft een gelukkigen middag gehad en ik zou hem zonder twijfel deze conclusie verzwegen hebben, wanneer zijn spel mislukt moest heeten. Hij droeg de Chaconne voor van Vitali en het eerste concert van Max Bruch. Terwijl de zeer fijn gekleurde instrumentatie van Alphons Diepenbrock mij bovenmate boeide (het is onbegrijpelijk dat deze nog niet is uitgegeven!), lette ik minder op den violist; anderen waren er evenwel over in de wolken, ik miste er eene innerlijke gedragenheid. Maar het concert van Bruch, dat ik altijd een weinig verfoeide, heeft me tot het einde geboeid door den solist alleen. Hij gaf emoties, welke enkel kunnen emaneeren van een groot temperament en eene sterke muzikaliteit; de tweede helft van het adagio met de finale was meesterlijk van voordracht en leven; ik stip dit slechts aan, wijl eene beschrijving me te ver zou voeren. Het was opvallend, dat de heer Gootjes uit louter zenuwachtigheid, in het eerste fouten beging, welke de allerslechtste en meest middelmatige violist niet zou begaan: de vergissing b.v. om de g-snaar te hoog te stemmen. Hij moge daaruit deze laatste les trekken van meer innerlijke evenwichtigheid en emotioneele beheersching, meer latente concentratie dan vlugge expansie. Dit, en het overige, zal hem maken tot den meest onbetwistbaren en den belangrijksten violist; zijne techniek ontwikkelde zich gaaf.
Het concert stond onder leiding van Evert Cornelis, die Eine kleine Nachtmusik dirigeerde en Beethoven's Egmont-ouverture. Mej. E. Penha droeg nog het eerste pianoconcert voor van Liszt en een paar stukjes van Chopin. Hare voordracht is zeer beschaafd en zuiver gecultiveerd aan het Amsterdamsch conservatorium; de persoonlijkheid toonde evenwel geen eigenschappen, welke besproken kunnen worden.