[Goldmark Vioolconcert (solist Stefi Jung-Geyer), Strauss Symphonia domestica o.l.v. Willem Mengelberg] (Concertgebouw)
Stefi Jung-Geyer, eene vioolspelende, Raphaëlitische engel. Zij stond met den rug naar het orkest en bleef zoo staan als een gracieus beeld, zij bewoog nauwlijks het bovenlijf, ook niet bij de lastige passages en al snel gaf dat den indruk van bekoorlijke plastiek, een kalm visioen van geestige en gelukkige imitatie.
Dit is ook de persoonlijkheid van mevrouw Stefi Jung-Geyer. Het klinkt altijd kinderlijk, sereen, ingetogen en speelsch, niet cerebraal en niet hartstochtelijk, niet hemelsch en niet aardsch, geheel droomenloos, noch reëel noch irreëel, niet ascetisch, omdat er geen passie is, niet primitief, wijl het zoo virtuoos is en oncerebraal. Wij houden dus niets anders over dan het beeld van den vioolspelenden engel en de ontzaglijke vaardigheid van de virtuoze, wat te zamen zelfs voor het concert van den ouden Goldmark onvoldoende is. De patriarchale Goldmark is het beeld zijner geruïneerde eeuw.
Waren Michel Angelo of Goethe of een ander groot meester voorbestemd om als hoog-bejaarden alle schoone en verheven eigenschappen van hun tijd samen te vatten in hunne verschijning, deze quasi-onsterfelijke beleefde en overleeft Berlioz, Bruckner, Franck, Wagner, Mahler en hij blijft de middelmatige Goldmark, de synthese en onuitroeibaarheid der middelmatigheid. Dat Mevrouw Stefi Jung-Geyer zulk een belangrijk succes had, dankt zij zeker niet aan zijne muziek.
Na de pauze dirigeerde Mengelberg de ‘Symphonia Domestica’, van Richard Strauss. Duur: twee en veertig minuten, tien seconden.