Koninklijke Liedertafel ‘Apollo’ (Concertgebouw, groote zaal)
De liedertafel ‘Apollo’ gaf den eersten Kerstdag een matinee van religieuze muziek, onder leiding van haar veel gelauwerden directeur Frederik J. Roeske. In hoofdzaak bestond het programma uit werken van de zoogenaamd Caeciliaansche richting; de stichter, Franz Witt, was zelfs vertegenwoordigd met een Ave Maria, dat door de goed bezette zaal zeer enthousiast is ontvangen. Dit scheen ons leerzaam, want het zal den lezer wel niet onbekend zijn, dat vele onzer koorzangers eigenlijk liever de oude, melodieuze, klassieke muziek zingen, de muziek met het naïeve, kinderlijke en vroolijke Oostenrijksche timbre van Haydn, Mozart en...... Viotta! Een zegswijze van Anton Bruckner, die grandiose stukken geschreven heeft (wanneer voert een onzer vereenigingen zijne missen eens uit, die evenzeer verwaarloosd worden als zijne symphonieën?), een zelfs geliefde zegswijze van dezen grooten kunstenaar was: ‘Als hun niets invalt, dan noemen ze dat Caeciliaansch!’ en zijn geloofsgenoot in deze artistieke overtuigingen was de burgemeester van Weenen, dr Lueger, die, als hij Zondags uit de kerk kwam, meermalen sarcastisch naar het koor keek... wanneer het gecaecileaniseerd had! We hebben ons wederom kunnen overtuigen, dat het geen alleszins voortreffelijke muziek is, zullen er verder geen beschouwingen over houden en wijzen op den tijdgeest, die hier op dezelfde hoogte gestemd is als in Duitschland. We waren immers in een interconfessionalistisch milieu.
Medewerker op dit Matinée was Simon Kroon, die een fantasie voordroeg over O Sanctissima, welke insloeg. We gelooven, dat we hem meer lof schuldig zijn als organist dan als componist en zien, na de bewerking van dit lied door Hubert Cuypers en na deze van Kroon, nog altijd niet de symphonische waarde van het populaire volkslied, dat telkens een stootblok blijkt voor de phantasie. Het werd echter met smaak en vaardigheid voorgedragen, evenals een Offertoire (op den aanhef van Ave Maria) van Guilmant en de Marche Solennelle van Mailly.
Medewerkster was mevrouw B. Holtrop-van Gelder, die insprong voor mevrouw Anna Wensma-Klaassen, de Edelingen-rei voordroeg uit Gijsbrecht van Aemstel en ‘Vrede op aarde’ een gedicht van de declamatrice, dat mevr. Wensma-Klaassen ook op haar programma had. De strekking van dit pacifistisch poeem was ons niet sympathiek en bovendien wat dubieus. De toon was vanaf den aanhef zoo, dat hij, die katholiek dacht, en weinig vertrouwen stelt in Vredesconferenties, mevr. Holtrop-van Gelder voortdurend argwanend gezind was. Er scholen Multatuliaansche ideetjes in deze pompeuze rethorica, het deed me denken aan de dagblad-telegrammen: ‘Gruwelen der Balkan-christenen’; de tirade, dat de eene christen God dankt na de slachting, de andere christen God om wraak bidt, is al even voos als het dageraads-aureool, de morgenschemering, het heil der menschheid en de bombast van het apotheosisch Vredespaleis. Mevrouw Holtrop-van Gelder moest het verwerpen als een banaliteit om op Kerstmis een niet zeer intellectueel publiek, een arglooze menigte, warm te zingen (d.i. het hedendaagsche declameeren ongeveer) met religieuze dilettantismen, welke thans hooren in de Vrije Gemeente. Wanneer maakt de geachte dame eens een gedicht over den innerlijken vrede? Deze verdient in onze twintigste eeuw meer propaganda dan de andere. Zij scheen echter zelf in te zien, dat het enthousiasme voor dit ‘vers’ zijn weerga verdiende en droeg met nog meer succes voor ‘Vaders groote zetel’, hoogstwaarschijnlijk een product van haar zelf en even huishoudelijk als 't andere grootsprakig was.
Voor de technische wedergave der stukken door 'Apollo' en zijn voortreffelijken directeur Roeske, hebben wij alle achting. Zijn koor bezit uitstekende tenoren en draagt aangenaam voor. Een compositie van den leider 'In Winternacht' klinkt vlot en staat in den goeden mannenkoor-stijl. Het ensemble zangers schijnt ons van zulke waarde, dat 't geen declamatrices behoeft als attraktie, een verschijnsel in de concertzaal, dat wij moeten afkeuren, ook al zou de 'muzikaliteit' der voordragers minder schreeuwen tegen de muzikaliteit der muziek. 'Apollo' daarom een spoedig wederzien toegewenscht!