Het Residentie-Orchest [Beethoven Symfonie nr 7, Weber Ouverture Oberon en de aria Ocean! Du Ungeheuer (Martha Leffler-Burckard, sopraan) o.l.v. Henri Viotta – liederen van verschillende componisten] (Concertgebouw)
Het Residentie-orchest heeft zijn tweede uitvoering gegeven met medewerking van mevrouw Martha Leffler-Burckard, een gerenomineerde Wagner-zangeres. En welk een opera-temperament! Zij zingt alsof ze op de planken staat, want 't is het fatum der prima-donna's en lyrische tenors, dat ze - na eenige oefening - hunne rol aanleeren en mee door het leven dragen; alle ‘creatie’ toch, in de opera is fictie - twee of drie geniale uitgezonderd -, de fictie van dramatisch postuur. Daarbij hoort alles wat in het dagelijksche leven het fijne gevoel zeer doet: onwaarheid, onwaarschijnlijkheid en aanstellerij, kortom pose en parade. Het is niet aangenaam die kunstenaars te zien fanfaronneeren met hooge c's op een kaal podium en met de heroische glimlachjes eener voetlicht-heldin; vooral wanneer die virtuozen-noten schril klinken - niet gedempt door de nauwere wanden van een ‘zeestrand’ of ‘kasteel-tuin’ - en wanneer de attaque der volgende lage wat steunt, gelijk het mevrouw Martha Leffler-Burckard eens gebeurde. Het is overigens prettig en komisch de gezichten van het publiek te zien en de ingehouden opgetogenheid, welke na zoo'n schreeuw-toon (die een goed zanger toch niet zwaarder valt dan een trompetter) door de zaal gonst!
Mevrouw Leffler-Burckard zong de groote dramatische aria ‘Ocean! Du Ungeheuer’, uit Weber's ‘Oberon’, een pathetisch declamatiestuk welke eerst tegen het einde in een hartstochtelijk en snel cantus overgaat. In de concertzaal is deze aria een toonbeeld van romantieken wansmaak en het pleit voor de naïeviteit en de goede trouw der zangeres dat zij zulke stukken op haar particulier répertoire heeft, al is het dan ook waarlijk het summum van naïeviteit!! Maar men vindt er geniale fragmenten, wonderlijke invallen van den begenadigden Weber; de inzet van ‘O Wonne’ b.v. is buitengewoon meesleepend en in de instrumentatie treft men trouvailles welke aan Wagner en Berlioz tegelijk doen denken, vooral de koperbehandeling.
V.d.M.